"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Recensie: Burning the Books

Dinsdag, 9 april, 2024

Geschreven door: Richard Ovenden
Artikel door: Ger Groot

Bescherming van bibliotheken en archieven

Richard Ovenden houdt in zekere zin een ‘oratio pro domo’ wanneer hij in Burning the Books een hartstochtelijk pleidooi houdt voor de bescherming van bibliotheken en archieven. Zelf werkt hij al een leven lang als bibliothecaris, sinds bijna tien jaar bij de Bodleian Library in Oxford. Maar hij verdedigt zijn zaak overtuigend en met een reeks historische voorbeelden uit de History of Knowledge under Attack, zoals de ondertitel van het boek luidt.

Iconische voorbeelden van vernietiging
Een aantal episoden is overbekend. Ovenden begint met de boekverbranding onder het nazi-regime: het meest iconische voorbeeld van een dergelijke barbarij. Gevolgd door de brand in en het verval van de Bibliotheek van Alexandrië: al wat minder wrang omdat de tijd alle emoties afstompt.

Vergeten ‘boekenstormen’
Verrassend is Burning the Books vooral wanneer Ovenden over minder bekende ‘boekenstormen’ spreekt. Zoals onder de Engelse overgang tot het protestantisme – dat eerder als nogal boekvriendelijk geldt. Daarom stichtte Sir Thomas Bodley aan het eind van de 16e eeuw de bibliotheek die nog altijd diens naam draagt. In Ovendens boek vormt ze een toetssteen voor wat een bibliotheek zou moeten zijn. Pijnlijke details kan hij daarbij niet verhelen. Zo profiteerde de Bodleian grotelijks van het Britse kolonialisme, dat boeken uit de hele wereld massaal naar het moederland overbracht.

Selectief bewaren
Terecht benadrukt Ovenden dat het verbranden van bibliotheken en archieven de vernietiging betekent van de identiteit van de gemeenschappen wier ‘geheugen’ zij vormden. Vandaar dat zij vaak het doelwit van oorlogshandelingen zijn: de tweemaal afgebrande Library of Congress in de VS, de joodse bibliotheken tijdens WO II, de nationale bibliotheek van Bosnië-Herzegovina in 1992.

Kookboeken Nieuws

Digitalisering en archivering
Maar niet alle vernietiging is vandalisme. Wat te denken van de wens van schrijvers (Kafka, Philip Larkin) na hun dood hun manuscripten te verbranden? En van de elektronische teksten (kladjes, notities, maar ook e-mails en tweets) die met één druk op de knop verdwijnen, soms met websites tegelijk? Tegen de toename van het digitale netwerk valt nauwelijks nog op te archiveren.

Ovenden merkt op dat van alle overheidsadministratie hoogstens een paar procent bewaard blijft. Vooral wegens geld- en ruimtegebrek. Maar is het geheugen er wel bij gebaat alles te behouden? Nietzsche heeft al eens opgemerkt dat het bestaan slechts mogelijk is dankzij een selectieve vergetelheid, wil het bewustzijn (collectief of individueel) zich niet verliezen in een onoverzienbare hoeveelheid data.

Behouden versus loslaten
Wat bewaren, wat prijsgeven? – dat is een van de moeilijkste vragen van de gigantische geheugens die bibliotheken zijn. Vooral omdat vooraf lang niet altijd duidelijk is wat achteraf belangrijk kan blijken. Helaas is het nog altijd vaak het geweld van de geschiedenis dat daarover beslist. In Oxford schatte een onderzoekscommissie in 1556 dat “96,4 per cent of the original books in the university library were lost.”

Ook verschenen op X / https://www.linkedin.com/feed/