"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Recensie: De gevarendriehoek De tandloze tijd 2

Zaterdag, 11 november, 2023

Geschreven door: A.F.Th. van der Heijden
Artikel door: Quis leget haec?

Van der Heijden verstaat de kunst om het leven behoorlijk breed te trekken

De gevarendriehoek is deel 2 van de cyclus De tandeloze tijd van A.F.Th. van der Heijden. Dit deel zet het thema van deel 1 voort, namelijk door het leven in de breedte te trekken. Dat klinkt wat vaag maar wil zeggen dat je de voortgang van het leven niet kan beïnvloeden maar het wel kan verbreden door zoveel mogelijk herinneringen op te roepen.

Concreet betekent dit dat het verhaal zich niet voortstuwt met grote avonturen, maar dat er uitgewaaierd wordt in herinneringen en taferelen. In die zin is er genoeg te beleven en is het een onderhoudend en prima geschreven verhaal.

Driehoekig speeltuintje
De hoofdpersoon is weer Albert Egberts en die gaat om te beginnen op zoek naar de driehoek uit zijn jeugd, waar meteen de titel maar mee verklaard is. Albert is bij zijn ouders in Geldrop aan het studeren op zijn wiskunde voor zijn filosofiestudie en het wil niet opschieten met de driehoeken. Hij gaat lopen met hond Henna en merkt dat het driehoekige speelveldje uit zijn jeugd een stuk kleiner is geworden. Dat kan niet naar zijn mening en hij schaft zelfs stafkaarten aan om dit uit te zoeken;

“Maar kijk nu eens Henna, richt je kop eens op…zo klein als dit zielige lapje grond kan de speeltuin van het baasje toch niet geweest zijn? Nee, Henna, hier is Ruimtelijke Ordening aan het knoeien en schuiven geweest. Ze hebben de boel verlegd, zo zit het.”

Schrijven Magazine

Valse streken
Een groot deel van het verhaal gaat over Albert’s jeugd, de streken die hij met vriend Flix Boezaardt uithaalt en de gevolgen daarvan. Die streken zijn niet mals en worden tot in detail beschreven. Leest u zelf maar wat ze met het paard van de bakker uitvreten want dat levert een pandemonium op. Ook de vleermuismishandeling liegt er niet om. Wellicht wilt u ook nog weten dat Albert uit een petomanenfamilie komt? Die familie en met name het gezin speelt een grote rol in het verhaal.

Vader is namelijk een verhaal apart. Hij werkt bij Philips, steevast Flipse genoemd, en weet zich redelijk te handhaven door de week, maar in het weekend is de kroeg zijn domein. Hij is dan doorlopend dronken en de weekenden zijn geen pretje voor het gezin vanwege zijn onberekenbare gedrag. Hij loopt met zijn mes ofwel zijn ‘kniep’ op zak en dreigt iedereen ermee overhoop te steken. Die kniep is een mooie vondst;

“In dat ‘kniep” van hem was alles samengebald wat nog van hem restte. Het betekende knijp, kroeg, en knip (de huishoudbeurs, waaruit hij zijn zakken kwam vullen om meer drank te kunnen kopen), en nogmaals knip, maar dan in de betekenis van nachtslot (dat niet dicht mocht, anders trapte hij de ruiten in), en ten slotte het knipmes waarmee hij zijn vrouw en kinderen bedreigde. De essentie van een man teruggebracht tot een enkel woord. Kniep.”

Vriendschap en relaties
Albert en zijn vriend Thjum moeten gekeurd worden voor militaire dienst en vinden manieren om hier onderuit te komen. Ze gaan studeren in Nijmegen en daar gaat Albert op zoek naar een meisje uit zijn jeugd, Milli Händel. Familie van Thjum en heel misschien ook van Albert zelf. Albert en Milli beginnen een relatie en dan dient het volgende grote thema zich aan, Albert’s impotentie.

Albert vindt dat lastig en zoekt allerlei uitvluchten om de daad niet aan te gaan. Hij gaat bij zichzelf te rade waarom hij die relatie met Milli is begonnen;

“Lag daar misschien een diepere en duisterder reden waarom hij Milli’s leven was binnengedrongen – niet zozeer om door de bijgedachte aan incest van zijn kwaal te genezen, maar eerder om de oorzaak van zijn seksuele falen buiten zichzelf te kunnen leggen, in de walging namelijk over hun onverwachte bloedverwantschap?”

De bom barst en Milli vertrekt voor een tijd naar Duitsland. Albert blijft achter en ontmoet Marike die ongewenst zwanger is. Albert betaalt de abortus als zij hem van zijn kwaal af kan helpen. Of dat allemaal lukt gaat u maar mooi zelf lezen.

Goede schrijfstijl en lekker leesbaar
Ik vind de schrijfstijl van Van der Heijden erg prettig. Het verhaal leest als een trein, hoewel niet heel veel gebeurt. Het boek staat wel vol met allerlei miniatuurtaferelen en gebeurtenissen die worden uitvergroot waardoor ik blijf lezen. Een voorbeeld is de goudvis die zijn partner kwijtraakt, een groter aquarium tot zijn beschikking krijgt maar afgemeten dezelfde ruimte in beslag blijft nemen.

Een ander voorbeeld is de verhaallijn over de bedrogen hospita van Albert met haar gehandicapte zoontje of de ring die Milli is als kind heeft ingeslikt; moeders kleine Nibelungengeschiedenis die evolueert in het inslikken van een open dasspeld. Het overlijden van een flatgenote van Milli mag u ook niet overslaan en de les is; weest u matig met uiensoep.

Van der Heijden verstaat de kunst om het leven behoorlijk breed te trekken.

Ook verschenen op Quis leget haec?