"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

De man met duizend gezichten

Zaterdag, 12 augustus, 2023

Geschreven door: Lex Noteboom
Artikel door: Roelant de By

Roelant de By in gesprek met… Lex Noteboom

Lex Noteboom: “Ik vind schrijven zó leuk dat ik me in moet houden om niet te vroeg te beginnen. Er moet eerst nog onderzoek gedaan worden. Van die research krijg ik heel veel ideeën, maar ik kan daar nauwelijks op wachten.”

[Interview] Debuteren met een knaller is niet voor iedereen weggelegd. De Man met Duizend Gezichten van Lex Noteboom is zo’n kanjer van een boek. We spreken elkaar in zijn huis in het Gooi.

Allereerst gefeliciteerd met je prachtige debuut, Lex. Tegelijkertijd met het uitkomen van het boek heb je een podcast gelanceerd, De Vrouw met duizend gezichten.

“Ik wilde niet een soort constructie bij de podcast dat de luisteraar het idee kreeg dat diens vragen pas beantwoord zouden worden als het boek gekocht zou worden. Ik wilde een zelfstandig verhaal. In mijn hoofd is de podcast het voorgerecht en het boek het hoofdgerecht.”

Boekenkrant

De podcast is een ode aan het ouderwetse hoorspel, compleet met stemacteurs, geluidseffecten en muziek. Zeer professioneel aangepakt. Ik heb daar van genoten. Hoe krijg je dat voor elkaar als debutant?

“Dan moet ik even terug naar het begin, naar hoe ik mijn boekendeal heb gekregen. Ik probeerde al jaren het bastion van de Nederlandse uitgevers te bestormen, want daar kom je niet zomaar binnen. Nu waren de manuscripten die ik toen schreef… [aarzelend] nou, die misten nog wat levenservaring en technisch kunnen, zullen we zeggen. [we lachen uitgebreid] Op een gegeven moment, zo’n vijf jaar geleden, kwamen de podcasts op, vooral in Amerika. Je hoorde de commentaren van de jongeren daar. Ze spraken van een nieuw genre, het audio drama. Daar moest ik zó om lachen. Het is gewoon het ouderwetse hoorspel dat Orson Welles al gebruikte in de jaren ’50 dat van stal is gehaald. [lachend] Maar omdat het medium podcast nieuw is, voelt het als iets nieuws. Ik heb dankbaar gebruik gemaakt van dat “nieuwe genre”. Ik heb geschiedenis gestudeerd, maar ik heb ook altijd muziek gemaakt. Als bijbaan heb ik onder meer achtergrond muziek gemaakt voor Nederlandse televisie programma’s. Ik heb dus ervaring met sound design en dergelijke, ook de technische kant ervan. Geïnspireerd door de podcasts heb ik een verhaal geschreven dat ik wou laten spelen door acteurs en waar ik zelf de muziek en de geluidseffecten bij kon maken. Op die manier kan ik me een beetje in de kijker spelen bij de uitgeverijen, was mijn idee. Ik heb toen een Engelstalig verhaal geschreven, The Deca Tapes. Eigenlijk wilde ik die podcast alleen maar maken als een portfolio, laten zien wat ik kan.”

Het was ook met acteurs die je moest betalen, hoe deed je dat?

“Mijn budget was nul, dus dat was heel erg zoeken naar mensen die zowel goed waren, als in de beginfase van hun carrière zeg maar, die voor heel weinig meewerkten om dat soort dingen op hun eigen portfolio te kunnen zetten. Uiteindelijk heeft dat wel wat geld gekost, maar veel minder dan deze Nederlandse podcast, De Vrouw met Duizend Gezichten. Het effect van die eerste podcast was enorm. Uitgevers kwamen nu naar míj toe om te vragen of ik geen leuk idee voor een boek had. Zo ook Steven Maat van AW Bruna. Ik dacht, oké misschien mag ik maar één keer een boek schrijven, wie weet. Ik haal gewoon alles uit de kast en stop dat in mijn wildste pitch. Ik bedenk een fictief land, een verhaal met een bizarre plot, want dat hele idee had ik al, en met de uitgever die daar ‘ja’ op zegt, ga ik in zee. En Steven zei al halverwege mijn derde zin, stop maar, dat gaan we doen. Hij zei er wel meteen bij dat hij er een podcast bíj wilde hebben. Door die eerste podcast had ik zoveel aandacht gekregen dat het zonde zou zijn als daar geen vervolg op gegeven zou worden.”

Maar die moest je nog schrijven?

“Ja, maar ik had inmiddels een aardige ervaring in het schrijven van podcasts, dus dat had ik in twee, drie maanden klaar.

Steven Maat blijkt een fantastisch vooruitziende blik gehad te hebben, want nog vóór de verschijning van jouw boek zijn de rechten verkocht aan Engeland. Dat is ongelooflijk voor een debuut!

[lachend] “Dat is inderdaad geweldig.”

Je hebt dat heel erg verdiend, het is een fantastisch boek met een mooie internationale setting en hedendaagse thema’s. Je hebt dit al vele malen verteld, maar misschien wil je nog eens uitleggen hoe je op het grondidee van jouw verhaal gekomen bent.

“De grondgedachte was mijn enorme verbazing over het feit dat de zoon van president Assad gewoon als westers burger in London woonde en daar een opleiding tot oogarts volgde. Volkomen verwesterd zou je zeggen. Maar op het moment dat zijn vader doodgaat en hij teruggeroepen wordt om de volgende president van Syrië te gaan worden, verandert hij als een blad aan een boom en ontpopt hij zich tot een wrede dictator die zelfs zenuwgas op zijn eigen volk laat gooien. Dat gegeven is de basis van mijn boek. Daniel is getrouwd met Michelle (kindje van drie en in verwachting van een tweede) en heeft in Amsterdam een bestaan als wetenschapper aan de Universiteit opgebouwd. Zijn broer is president van Kazichië. Wanneer deze overlijdt na een dubieus verkeersongeval wordt Daniel terug naar huis geroepen om de nieuwe president te worden.”

Hoe zijn vrouw ontvangen wordt in het presidentiële paleis deed mij denken aan lady Diana toen die op Buckingham Palace ontvangen werd.

“Ik heb ook gesmuld van die serie The Crown. Je zal daar maar worden geboren, wat een last. In het leven kunnen we allen een verschillend pad volgen, maar zij kunnen dat niet. Voor zo’n koningshuis is er maar één pad dat ze kunnen bewandelen. Ze zitten eigenlijk gevangen. Zo voelt Michelle zich ook in Kazichië. Daniel uit mijn boek is geen politicus, maar een exacte wetenschapper en zo gaat hij ook om met zijn macht. Hij kijkt naar systemen en wil daarmee de problemen oplossen. Maar dat is niet de menselijke manier. Michelle krijgt geen echt contact meer met hem, voelt zich buitengesloten en begrijpt niet waar hij mee bezig is. Technisch gezien zitten er wat science fiction elementen in. Maar het blijkt dat de realiteit veel harder gaat dan ik in mijn boek heb beschreven. [lachend] Al met al zitten er flink wat manuren in dit project.”

En dat doe je allemaal naast je werk?

“Ik werk als freelance merkstrateeg en doe telkens een paar klussen tegelijkertijd, zodat ik daarna een paar maanden vrij heb om te schrijven. Mijn schrijftijd benader ik als een kantoorbaan. Ik schrijf van negen tot zes in een gehuurde ruimte. Niet thuis want daar is te veel afleiding om me te kunnen concentreren. Dat is financieel niet verstandig, maar het is voor mij de enige manier om te kunnen schrijven. Ik moet een beetje in een cadans komen, om dat boek zo te krijgen. Dat lukt me niet als ik maar twee uurtjes per dag tot mijn beschikking heb.”

Kom je uit Amsterdam en heb je daar je netwerk van wetenschappers geraadpleegd?

“Nee, ik kom uit het Gooi, wel in Amsterdam gestudeerd en een tijdje gewoond, maar sinds vorig jaar hebben we ons terug in het Gooi gevestigd. Ik ben de oudste van drie. Mijn broertje heeft in Washington politicologie gestudeerd. Dat was een dankbare bron voor me wat betreft de internationale betrekkingen. Een vriend van me werkt in Brussel; dat was een dankbare bron voor de VN scènes. Want de hamvraag is natuurlijk: wat gebeurt er in de internationale gemeenschap als er een dergelijk conflict ontstaat? Net als zaken als artificiële intelligentie. Dat zijn belangrijke gesprekken die ik daarover gevoerd heb. Je moet er natuurlijk wel voor kiezen om er niet te diep op in te gaan, maar wat je schrijft moet zowel begrijpelijk, als mogelijk zijn. Ik heb voor mijzelf een samenvatting gemaakt over die dingen. Toen heb ik, via via, iemand kunnen benaderen die er heel veel verstand van heeft. In plaats van mijzelf computerwetenschapper te laten maken, heb ik hem die tekst gestuurd. ‘Op deze manier heb ik het begrepen, klopt dat een beetje?’ was mijn vraag aan hem. Binnen dat kader van mijn uittreksel kreeg ik antwoorden terug. Het idee om het zo aan te pakken, kreeg ik door een interview dat ik gelezen heb met Aaron Sorkin, een Amerikaanse scenarioschrijver. Hij heeft het over fonetische expertise. Dat wil zeggen dat je precies genoeg weet om het geloofwaardig te laten klinken. Anders had ik nu nóg onderzoek zitten doen.”

En dan haakt de lezer ook af.

“Precies. Dat was ook de grootste uitdaging van dit boek. Expositie versus plot.”

Die plot is fantastisch! Als je dat van tevoren zegt, gelooft niemand het, maar je werkt er zo geleidelijk en mooi naartoe.

[lachend] “Dát effect is eigenlijk het grootste deel van die drie jaar geweest dat ik eraan heb gewerkt. Schaven, schaven, schaven tot je die balans hebt. Dat je iemand meeneemt en genoeg achtergrond geeft dat het geloofwaardig is. Dat was echt een gevecht, omdat ik het ook een toegankelijk verhaal wilde maken. De eerste versie had ik geschreven vanuit één enkel perspectief, dat van Daniel. Maar dat werkte niet. Je kunt dan praktisch niets vertellen over dat land, want hij kent dat; hij komt er vandaan en gaat er uit zichzelf niks over vertellen. Terwijl je de lezer daar graag wat informatie over wil geven.”

Handig hoe je dat oplost. De leider van de rebellen, Nairi, laat je interviewen door een soort CNN. Op die manier komt de lezer veel over Kazichië te weten.

“Pas toen ik het verhaal vanuit verschillende perspectieven ging vertellen, kwam alles op z’n plaats.”

Het uiterlijk van deze rebellenleidster, Nairi, beschrijf je niet. Alleen dat ze één arm heeft en onder de littekens zit. En ondanks die ontbrekende informatie wordt de ik-figuur, de huursoldaat, die haar moet begeleiden en beschermen, verliefd op haar. Terwijl ik het lees denk ik dat het een oude vrouw is die helemaal niet seksueel aantrekkelijk is.

“Oh, wat grappig. Ik wilde haar expres niet een klassiek aantrekkelijk uiterlijk geven. Het was de bedoeling dat de verleiding heel erg zit in de omhelzing die ze hem biedt. Die naamloze soldaat is vooral heel erg eenzaam en dakloos in de diepere zin. Het feit dat zij hem een thuis biedt en hem accepteert voor wie hij is, is de manier waarop zij hem verleidt. Als zij een lekker wijf zou zijn, valt hij voor de verkeerde redenen op haar.”

De ik-figuur komt slechts weinig aan bod in het boek. Je begint ermee, daarna is het vizier gericht op Daniel, zijn gezin en zijn familie. Af en toe komt de ik-figuur terug in een hoofdstukje voordat je hem in het slot weer een belangrijke rol laat spelen. Waarom heb je die constructie zo opgezet?

“De huursoldaat heeft een duidelijk doel voor ogen. Het strijdtoneel in Kazichië en de machtsstrijd van Daniel worden steeds internationaler. Om dan weer even terug te schakelen naar het kleine, intieme drama vind ik mooi. Verder hou ik van karakters die letterlijk en figuurlijk naamloos zijn, die de lezer (of luisteraar van de podcast) steeds meer zelf invult. Als je iemand vanuit de derde persoon omschrijft, heb je de neiging om te beschrijven hoe hij iets pakt, hoe hij eruit ziet als hij wakker wordt, enzovoorts. Terwijl als je ín hem zit, in de eerste persoon, doe je dat als vanzelfsprekend niet, tenzij hij in de spiegel kijkt of nadenkt over zijn eigen fysieke aspect als dat relevant is, zoals bij die seksscène. Dan begint hij opeens over zijn tatoeages. Dat is de eerste keer dat je hoort dat zijn hele lichaam getatoeëerd is, op drie kwart van het boek. Ik vond dat wel passen bij een karakter waarvan ik wil dat je hem niet kent, heel lang, en zelf moet invullen hoe hij eruit ziet. Wat natuurlijk ook thematisch mooi past bij de titel.”

Wat ik mooi vind in je boek is dat je alle personages heel veel sympathie meegeeft. Zelfs bij een Daniel kun je zeggen dat hij alles voor zijn gezin doet.

“Wat ik heb geleerd van geschiedenis studeren is dat hoe ons verteld wordt over strijd altijd ééndimensionaal is. Het cliché van de winnaar schrijft de geschiedenis. Dat heeft een niet te onderschatten effect op hoe wij naar de geschiedenis kijken. Want vaak is de reden dat er een conflict ontstaat heel genuanceerd en is er voor best wel veel punten voor allebei de partijen iets te zeggen. [lachend] Er zijn natuurlijk extreme voorbeelden. We kunnen het erover eens zijn dat de denkbeelden van de nazi’s weinig sympathieks bevatten, maar in heel veel andere gevallen is dat wél zo. Ik heb geprobeerd om zoveel mogelijk de leiding te nemen over het morele kompas, vooral niet te denken in goed en slecht of in gelijk en ongelijk. Niemand is helemaal zuiver op de graat, en ook niemand is helemaal evil, want zo werkt het in het dagelijks leven gewoon. Ik denk ook niet dat het hebben van heel veel geld een mens wezenlijk verandert. Ik denk dat het uitvergroot wat je al in je had. Als je al licht egocentrisch was, of juist oog had voor anderen, die dingen worden met geld alleen maar groter. Nu ik ook zelf kinderen heb, zie ik hoe er al een persoonlijkheid in die mensjes zit gebakken. Volgens mij is er best wel veel nature en maar een klein beetje nurture.”

Ik wil daar iets tegen in brengen en dat is angst. Kleine kinderen kennen geen angst, dat wordt ze ingebracht, vooral door de moeder. Angst voor honden, angst voor de tandarts, noem maar op. Het is de moeder die angstig is en dat doorgeeft aan haar kind. Zo’n kind begrijpt het niet, maar voelt het. Dat is heel erg afhankelijk van de manier van opvoeden.

“Dat is waar. Van nature gaan de kinderen met open ogen eropuit.”

Maar goed, terug naar het boek. Je schrijft, ik citeer: “Eerlijkheid en rechtvaardigheid zijn dingen die mensen verzinnen om hun zin te krijgen”.

“Dat zegt de moeder van Daniel. Ik vond dat een heel leuk karakter om te schrijven. Ik heb een heel cv over haar gemaakt als achtergrond. Wat allemaal niet in het boek kwam te staan. Zij is zelf van oligarchen komaf. Maar toen Putin aan de macht kwam, heeft hij snel korte metten gemaakt met alle oligarchen families die niet tot zijn clan behoorden. En zo ook haar ouders, heb ik bedacht. Haar wereldbeeld bestaat uit ouders die rijk zijn geworden door misbruik te maken van het systeem, en vervolgens iemand anders die misbruik maakt van het systeem en korte metten maakt met haar familie. Zij ziet alles wat mensen doen als een manier om jezelf veilig te stellen. En eigenlijk gaat ze ook zo met haar zoon om. Ze doet alsof ze hém wil helpen, maar eigenlijk wil ze zichzelf beschermen. En wanneer Daniel dat dan tenslotte doet en haar aan de kant wil zetten, verzet ze zich daartegen. [lachend] In tegenstelling tot mijn eigen moeder.”

In boeken zoek ik altijd naar autobiografische zaken, maar die kon ik in jouw boek niet ontdekken.

“Ieder boek, welk genre dan ook, werkt alleen maar als je als lezer je kunt verhouden tot het kernconflict. In mijn boek is de kern: een jong gezin dat veilig wil zijn. Ik heb drie jaar over dit boek gedaan, mijn dochter is nu drie; dat kan geen toeval meer zijn. Maar terwijl ik dit plot uiteen aan het zetten was, had ik dat oprecht niet door. Intuïtief denk je na over een spannende manier om je verhaal te vertellen. Ik kom dan uit op een jong gezin waarin de vrouw op haar manier probeert om haar gezin veilig te houden. Dat is precies hoe ik sta in het leven. Dat is niet bewust geweest.”

Voor het eerst gepubliceerd op Bazarow