"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

De vergeten voettocht van Vincent van Gogh

Donderdag, 18 mei, 2023

Geschreven door: Lander Deweer
Artikel door: Gaëtan Regniers

Belangrijker dan de tocht is de reis zelf

[Recensie] In De vergeten voettocht van Vincent van Gogh reconstrueert Lander Deweer de tocht van de schilder naar het gehucht Korsele, een Protestantse enclave in de Vlaamse Ardennen. Deweer wil aantonen dat van Gogh toen beslissend koos voor de kunst. Doorslaggevend bewijs brengt het boek niet aan, maar ook hier geldt: belangrijker dan de tocht is de reis zelf.

Stielen
In 1879 liep Vincent van Gogh drie dagen en twee nachten van de Borinage naar de Vlaamse Ardennen, de streek rond Oudenaarde. De toen zeventwintigjarige van Gogh was een man van twaalf stielen en dertig ongelukken. Hij was net ontslagen als predikant (officieel omdat het in het openbaar spreken hem niet goed afging, al zal zijn sociaal onaangepaste gedrag ook wel niet geholpen hebben) en van Gogh hoopte zijn mentor Abraham Pieterszen te treffen. In Korsele was Pieterszen de dominee van de Protestantse gemeenschap, een eiland in een zee van Katholieke plattelandsdorpen. 

Enclave
Lander Deweers verhaal situeert zich op twee niveau’s: er is de historische voettocht van Vincent van Gogh, maar tegelijkertijd vertelt hij het verhaal van de Protestantse enclave die tot op de dag van vandaag een curiositeit is in het (weliswaar sterk ontkerkelijkte) Katholieke Vlaanderen en waarvan de kudde steeds verder uitdunt. Nakomelingen van Pieterszen slaan de brug tussen het negentiende eeuwse en het hedendaagse verhaal. 

Uitschuivers
Het verhaal is bijzonder knap en overtuigend verteld en kan zich meten met het beste werk van Jan Brokken en Geert Mak. Deweer heeft het bijvoorbeeld over de benen als “aandrijfassen van de geest”. Her en der zijn er stilistische uitschuivers (‘hij droeg zijn neus hoog’) en de naam van de kunstenaar is de ene keer ‘van Gogh’, dan weer ‘Van Gogh’. Voor Deweers centrale stelling – de voettocht was cruciaal in het leven van van Gogh- is er geen staalhard bewijs, maar het is ook niet ondenkbeeldig. Al heeft men daar dit boek niet voor nodig. Een blik op van Goghs biografie leert dat hij zich vanaf 1880 volop toelegde op het tekenen en schilderen. De klassieke cesuur is dat hij in de zomer van 1880 kunstenaar werd, Deweer situeert dit een jaar eerder. Het bewijs dat hij hiervoor aandraagt is een opmerking van in een brief waaruit blijkt dat Pieterszen zijn pupil om een schets had gevraagd. Pieterszen was dominee, maar ook een verdienstelijk kunstschilder. Of het bewuste gesprek tussen beide over het geloof of over kunst ging (of over beide, natuurlijk), blijft een open vraag. Het feit dat Pieterszen nadien volledig uit van Goghs leven verdween, maakt het weinig plausibel om hem een doorslaggevende rol toe te dichten. De vraag is eerder: zou van Gogh ook zonder Pieterszen kunstenaar zijn geworden?

Hereditas Nexus

Hypothese
Was het nu in 1879 of in 1880 dat van Gogh het licht zag en voor de kunst koos? Eigenlijk doet het er niet toe, en Deweer geeft ook ruiterlijk toe dat hij enkel een hypothese opwerpt. Dat doet niks af van de waarde van dit boek. De vergeten voettocht van Vincent van Gogh is vernuftig, meeslepend geschreven, en bovendien een tedere ode aan de zogenaamde ‘Geuzenhoek’ en haar bewoners. 

Voor het eerst gepubliceerd op Bazarow

Boeken van deze Auteur:

De vergeten voettocht van Vincent van Gogh