"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

De zaak aan Highway 62

Vrijdag, 10 september, 2021

Geschreven door: Laila Lalami
Artikel door: Marnix Verplancke

Actueel, provocerend en aangrijpend

[Interview] “Wanneer je jong en verliefd bent, zie je er geen graten in om ver weg van je familie een gezin te stichten,” zegt ze. “We bellen wel en ik vlieg iedere vakantie terug naar huis om bij mijn ouders te zijn, neem je je voor, maar na verloop van tijd ga je de feestdagen en de verjaardagen missen en besef je dat je je vaderland aan het verliezen bent.” Na haar studies in Los Angeles besliste de Marokkaanse Laila Lalami begin jaren 1990 om haar hart te volgen, met haar Californische geliefde te trouwen en in Amerika te blijven. De 10.000 kilometer die haar van haar geboortegrond scheidden leken er niet toe te doen tot haar vader zeven jaar geleden plots ziek werd en op korte termijn een vlucht naar Rabat versieren toch niet zo eenvoudig leek. Maar het lukte. Vader was er uiteindelijk helemaal niet zo erg aan toe en de man leeft vandaag nog steeds, maar het voorval leverde Lalami wel inspiratie voor een roman, De zaak aan Highway 62, waarin een dochter terugkeert naar haar geboortestadje wanneer haar vader overreden wordt door een auto en dit volgens die dochter geen ongeval is. “Toen ik in 2014 aan het boek begon werd Amerika opgeschrikt door een reeks haatmoorden tegen moslims,” vertelt Lalami, “mijn tweede verhaallijn lag zomaar voor het oprapen.”

In De zaak aan Highway 62 keert Nora dus terug naar Joshua Tree, een klein woestijnstadje in het centrale deel van Californië. Haar vader Driss, een Marokkaanse restauranthouder die als jongeman op de vlucht ging voor het geweld in zijn land, is op een avond nadat hij zijn zaak had afgesloten aangereden door een auto. De man overleefde het niet en de chauffeur pleegde vluchtmisdrijf. In de ogen van haar moeder is Nora het zwarte schaap van de familie. Ze is niet getrouwd en probeert met componeren aan de kost te komen. Nee, dat zou ze beter een voorbeeld nemen aan haar zus, een tandartse met een leuk gezinnetje. Maar dat doet Nora dus niet. Ze wil daarentegen het fijne te weten komen achter de dood van haar vader en gaat daarom met de mensen praten die ze kent van vroeger, en die ze sinds haar schooltijd niet meer heeft gezien, zoals Irak-veteraan Jeremy bijvoorbeeld, die ook vroeger al een oogje op haar had.

Lalami introduceert in haar roman negen ik-vertellers, ieder met een eigen stem, die elkaars verhaal herhalen en aanvullen, en zo uiteindelijk niet alleen een beeld geven van het gezin waarin Nora opgroeide, maar ook van Joshua Tree en Amerika in zijn geheel. Een fraai beeld is dat niet, want Amerika, het land dat gevormd is door migratie blijkt te teren op haat en geweld tegen migranten. “Dat de VS een natie van migranten zou zijn is een mythe die Amerika zichzelf graag voorhoudt, maar die niet klopt,” aldus Lalami. “Men heeft immigratie hier net altijd proberen tegen te houden. Toen de VS in de achttiende eeuw boven de doopvont werden gehouden, werd wettelijk vastgelegd dat alleen witte mensen Amerikaanse staatsburgers konden worden. Zo staat het in een wet van 1790. Telkens er een nieuwe migratiegolf dreigde, voerde men nieuwe restricties in of werden quota opgelegd. Die wet is trouwens de reden waarom we vandaag nog steeds onderscheid maken tussen wie een echte Amerikaan is en wie niet. Wanneer Donald Trump tegen vier vrouwelijke congresleden zegt dat ze kunnen terugkeren naar waar ze vandaan komen, brengt hij die wet in feite in uitvoering: als witte man is hij meer Amerikaans dan die vier vrouwelijke congresleden die zwart, Somalisch of Zuid-Amerikaans zijn. Ach ja, Trump, zeggen we dan, maar Trump is niet uit de lucht komen vallen natuurlijk. Hij is een kind van Amerika. Dat land mag dan wel het idee uitstralen dat het een natie van migranten is, toch werden pas in 1965 de rassenquota uit de immigratiewetgeving verwijderd. Amerika bestaat uit heel veel verschillende etnische groepen. Ga naar om het een welke grote stad en je merkt dat de VS een heel divers land is, maar dat wil nog niet zeggen dat al die mensen evenveel waard zijn. Haatmisdaden tegen moslims komen hier dus niet toevallig vaak voor.”

9/11 heeft daar wellicht geen goed aan gedaan?

Het Weer Magazine

“Absoluut niet. We zijn nu twintig jaar jaar later en krijgen stilaan een beeld van de gevolgen van de aanslagen. Ze leidden tot de oorlog in Afghanistan die nu zo’n dramatisch einde heeft gekregen en ze gaven Amerika een alibi om Irak binnen te vallen. Minder zichtbaar, zeker vanuit Europa, is wat 9/11 intern met Amerika deed. Toen ik in de jaren 1990 naar Amerika kwam, kreeg ik vaak de vraag waar ik vandaan kwam. Niet iedereen wist dat Marokko in Noord-Afrika lag. Over het algemeen gingen ze ervan uit dat ik Arabisch was. Ik werd dus gedefineerd aan de hand van mijn etniciteit. Na 9/11 werd er een knop omgedraaid en werd ik een moslima. Er zijn 56 landen waar de islam de voornaamste religie is. Die werden allemaal van de kaart geveegd en voortaan waren die mensen allemaal moslims. Opeens werd ik dus gedefinieerd aan de hand van een religie die niet eens de mijne was. En dan zag je op tv hoe er gezegd werd dat moslims zich zus of zo gedroegen en dit of dat dachten. Ik was plots geen individu meer. En ook nu nog word ik vaak een moslima genoemd, of word ik gevraagd deel uit te maken van een panel dat gaat discussiëren over de positie van de islam.”

Nam het geweld daardoor ook toe?

“Dat kende een nooit eerder geziene piek. En de overheid wakkerde het nog aan. Zo kwam er nieuwe wetgeving die bepaalde dat moslims en mensen van Arabische afkomst die geen Amerikaan waren zich moesten laten registreren bij de immigratiediensten. In 2009 stond opeens heel het land in rep en roer omwille van de Ground Zero-moskee. Er werd een plan ontvouwd om een islamitisch cultureel centrum te bouwen in Manhattan. Het zou meer dan tien verdiepingen hoog worden en naast tentoonstellingsruimten, een bibliotheek, auditoria, een zwembad en een restaurant ook een moskee bevatten. Een schande oreerde de rechtse pers, gesteund door Sarah Palin, een moskee op ground zero, terwijl het gebouw twee blokken verder zou komen te staan en je ground zero van daar zelfs niet kon zien. Maar gelukkig lokt iedere actie ook een reactie uit. Voor sommige zichtbare moslims was het ook een kans om hun stem te laten horen en carrière te maken in de media, de journalistiek en de filmwereld. We werden zowel in negatieve als in positieve zin zichtbaarder.”

Is er sinds het aantreden van Biden iets veranderd?

“Dat hij meteen ingezet heeft op sociale maatregelen zoals Child Tax Credit, een soort kindergeld waarbij je belastingvermindering krijgt naar gelang het aantal kinderen je hebt, verandert voor veel mensen echt wel iets. De armoede bij gezinnen is meteen significant gedaald en staat nu op het laagste niveau in vijftig jaar. Maar er is nog zoveel te doen. Hoe zal hij de jaarlijks terugkerende Californische bosbranden ten gevolge van de klimaatwijziging aanpakken? Gaat hij de fossiele brandstoffen-lobby aan banden kunnen leggen? Dat lijkt me een ander paar mouwen.”

Ik kan me voorstellen dat moslimhaat in een klein woestijnstadje als Joshua Tree dieper gaat dan in een stad als LA. Was dat een reden om uw boek daar te laten spelen?

“Er waren verschillende redenen. De eerste was gewoon praktisch. Het boek begint met een geval van vluchtmisdrijf. In hedendaags Amerika kan dat alleen nog in een klein stadje. Grote steden staan zo vol beveiligingscamera’s dat de auto op beeld zou staan en de misdaad op pagina tien opgelost zou zijn. Dat was natuurlijk niet de bedoeling. Bovendien kon ik door mijn boek in Joshua Tree te laten spelen inderdaad een andere dynamiek tonen. De grote steden zijn veel diverser, dat is waar, maar dat neemt niet weg dat ook kleinere steden vrij grote immigrantenpopulaties hebben. Neem Californië. Je hebt de noordelijke Bay Area en Zuid-Californië. Daar tussenin ligt Central Valley, wat vanouds landbouwgebied is. Daar wonen veel migranten omdat er werk is voor hen. Zij zijn aan de slag op het veld en oogsten de aardbeien. En dan heb ik het niet alleen over Zuid-Amerikanen. Er zijn plaatsen in Californië met een grote Punjabi-gemeenschap. Het is dus niet zo dat landelijk Amerika geen migratie kent. Het verschil is dat de dynamiek er subtieler is dan in een grote stad. Mensen kennen elkaar, terwijl in een stad als LA iedereen anoniem is. Als romancier wil je menselijke relaties tekenen, en tegen de achtergrond van een klein stadje is dat makkelijker. En dan is er nog een derde, persoonlijke reden, ik ben zelf heel erg weg van Joshua Tree. Ik hou van het landschap van de High Desert.”

Een van de opmerkelijkste personages is Irak-veteraan Jeremy, die op pijnlijke wijze demonstreert dat je jarenlang in een land actief kunt zijn zonder er ook maar een sikkepit van te begrijpen.

“Militair aanwezig zijn in een ander land staat haaks op er begrip voor opbrengen. Dat zagen we ook in Vietnam en Afghanistan. Je bent daar niet om ook maar iets op te steken over de cultuur die daar heerst, maar om er als Amerikaan je wil op te leggen. Je bent een bezetter, wat maakt dat er van gelijkheid geen sprake kan zijn. Dat blijkt ook uit de opleiding die de troepen krijgen. Culturele achtergrond is daarbij volstrekt afwezig. Soldaten leren alleen hoe ze gevaarlijke situaties kunnen herkennen en hoe ze zich daarbij uit de nood kunnen redden. Alsof de legerleiding bang is dat teveel kennis en contact de veiligheid zou ondermijnen, wordt heel precies bepaald welke omgang er mag zijn met de locale bevolking tijdens het uitoefenen van de macht. De lokale taal wordt niet aangeleerd. Wanneer een patrouille op missie gaat, wordt ze bijgestaan door een tolk. Het blijft dus bij een paar woorden die ze nodig hebben bij het uitoefenen van hun macht, zoals ‘stop’ en ‘toon je papieren’, dat soort zaken. Er zijn natuurlijk soldaten die geïnteresseerd zijn in de cultuur waarin ze terechtkomen en die in hun vrije tijd Arabisch leren, maar dat blijven uitzonderingen. De meesten gaan radicaal de andere kant op. Door het geweld dat ze dagelijks uitoefenen en ervaren, sluiten ze zich nog meer af van de buitenwereld. Het zijn allemaal barbaren en moordenaars daarbuiten. Je kan niemand vertrouwen behalve je strijdmakkers. Het verandert je persoonlijkheid voorgoed en je kan nooit meer de man of vrouw worden die je was voor je op buitenlandse missie vertrok.”

Echt thuis voelt Jeremy zich inderdaad niet meer in Joshua Tree, net zomin als Nora trouwens. Het lijkt wel een thema in uw boek.

“Wellicht wel. Je kan dat invullen als je thuisvoelen in een land waar je gezien wordt als een echte Amerikaan, of net niet, maar je kan je ook thuisvoelen in een gemeenschap. Voor Nora, die in de Bay Area heeft gewoond en gestudeerde vrienden heeft die in kunst geïnteresseerd zijn, is het moeilijk om zich thuis te voelen in Joshua Tree waar meer arbeiders en kleine zelfstandigen wonen die hedendaagse klassieke muziek maar niets vinden. Zelf zat ik daar ook wel mee. Ook al werd ik van kleins af aan gestimuleerd om te lezen en cultuur te beleven, toch lag het idee om zelf schrijfster te worden niet voor de hand, voor mijn omgeving niet en ook niet voor mezelf. Ik kom uit een arbeidersgezin. De grootste zorg van mijn ouders was dat ik goed zou studeren om later een goed betaalde en stabiele job te vinden. Studeren om jezelf te ontwikkelen of te ontplooien kwam gewoon niet bij hen op. Laat staan dat je ergens aan een bureautje zou gaan zitten om een roman te schrijven. Er zit dus wel wat van mezelf in Nora.”

Ook de gespannen relatie met de moeder?

“Nee, dat niet. Dat het niet botert tussen Nora en haar moeder komt doordat zij niet de weg van haar zus is opgegaan is, de tandartse. Want dat is waar iedere migrant van droomt in Amerika, een kind dat arts, tandarts, advocaat, architect of ingenieur is. Nora’s moeder heeft haar nooit aanvaard voor wie ze is, en dat kan zwaar zijn. En dat blijft het, ook wanneer je volwassen bent. De relatie tussen een ouder en een kind verandert nooit. Kinderen willen erkenning van hun ouders, ook als ze volwassen zijn. Nora voelt dat haar moeder haar nooit aanvaard heeft. Ik heb dat gevoel nooit gehad. Toen ik begon te schrijven had ik een respectabele baan. Mijn ouders hebben wel getwijfeld toen ik die opgaf om fulltime te gaan schrijven, maar nu zijn ze heel trots op me.”

Je woont bijna dertig jaar in de VS. Ben je daardoor niet vervreemd geraakt van je ouders?

“Ik ben er wel een buitenstaander door geworden, wat me helpt bij het schrijven. Ik ben beter in staat om mijn eigen ervaring te relativeren en gebeurtenissen vanuit meerdere standpunten te bekijken. Ik schat die vervreemding dus niet meteen negatief in. Ik heb er ook iets uitgehaald. Natuurlijk ben ik al dat gedoe met die vliegtuigen en die afstanden soms beu, maar tezelfdertijd besef ik dat ik een heel andere schrijfster zou zijn als mijn ouders bij me om de hoek woonden. Of als ik in Marokko was gebleven. Door in het Engels te schrijven, een taal die niet mijn moedertaal is, schrijf ik bedachtzamer. Mijn Marokkaans is veel wilder, grenzend aan de overdaad.”

Emigratie is dus een verrijkende ervaring?

“Natuurlijk, ik zou het iedereen willen aanraden. Ik vind het een privilege dat ik dit heb kunnen doen. Het heeft me zoveel rijker gemaakt. Wanneer ik op bezoek ben in Marokko merk ik dat ik een veel bredere kijk op de wereld heb dan mijn familie die daar nog woont, en in Amerika heb ik krek hetzelfde gevoel. Wat is jullie Amerikaanse kijk op de wereld toch bekrompen, denk ik vaak. Er is ook niets bijzonders aan migrant zijn. Het verhaal van de migratie is dat van de mensheid. Lees er de grote religieuze teksten op na, dan zul je merken hoe vaak migratie erin voorkomt, soms gedwongen, soms gewild. Het begon in feite al met Adam en Eva natuurlijk, die de Hof van Eden uitgestuurd werden. Maar later volgden Mozes die zijn volk door de woestijn leidde en Mohammed die van Mekka naar Medina reisde. Ergens anders naartoe gaan en opnieuw beginnen is een terugkerend thema in de geschiedenis van de mensheid.”

En wat voel je na twintig jaar Marokko en dertig jaar Amerika?

“Dat ik een beetje van allebei geworden ben. Wanneer ik in Amerika mijn stem uitbreng ben ik een fiere Amerikaanse en wanneer ik in Marokko feest vier ben ik een gelukkige Marokkaanse. Het heeft dus alles te maken met de omgeving waarin ik me bevind. Ik ben schrijfster, vrouw, moeder, professor, Amerikaanse, Marokkaanse en ga zo maar door. Ik ben wel twintig zaken. En natuurlijk gaat dat niet altijd even vlot. Na dertig jaar Amerika heb ik soms nog het gevoel dat ik het land niet helemaal ken en ik dus geen echte Amerikaanse ben. Iemand vertelt bijvoorbeeld een grap die verwijst naar een cultureel gebruik dat me vreemd is omdat ik hier niet opgegroeid ben. Ik heb dan het gevoel tussen twee culturen in te zitten. Maar dan nog ga ik er niet om zitten treuren. Ik zie het eerder als een mogelijkheid om iets bij te leren.”

Laila Lalami

1992: na studies taalkunde in Rabat en Londen verhuist ze naar Los Angeles, waar ze aan de University of Southern California doctoreert.
2005: haar eerste boek verschijnt, Hope and Other Dangerous Pursuits, een uit losstaande verhalen opgebouwde roman die meteen hoge ogen scoort bij de kritiek en genomineerd wordt voor heel wat literaire prijzen.
2014: haar derde roman, The Moor’s Account (Nederlandse vertaling: La Florida), over de eerste zwarte ontdekkingsreiziger van Amerika, betekent haar wereldwijde doorbraak en krijgt zowel de American Book Award en de Arab American Book Award.
2019: The Other Americans (Nederlandse vertaling: De zaak aan Highway 62) bevestigt het literaire kunnen van Lalami.

Laila Lalami woont in Los Angeles en doceert creative writing aan de University of California, Riverside.

Eerder verschenen in De Morgen

Boeken van deze Auteur:

De zaak aan Highway 62

De zaak aan Highway 62

La Florida