"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

De zeearend

Maandag, 1 mei, 2023

Geschreven door: Nienke Beintema
Artikel door: Hanneke Arts-Honselaar

Met machtige, trage vleugelslagen

[Recensie] Tjonge, wat zou ik graag eens een zeearend zien! Dat gevoel houd ik over aan het lezen van De zeearend van Nienke Beintema. Vast onderdeel van de vogelserie van uitgeverij Atlas Contact (ik besprak voor Bazarow al enkele delen) lijkt de bespreking van een jaar rond met de betreffende vogelsoort te zijn, een weerkerend (vertrouwd) structurerend element in de delen van de reeks. In De zeearend vormt dat verslag het derde hoofdstuk van het boek. Maar Beintema geeft meer. Net teruggekeerd uit Noordwest-Canada, bij de grens van Alaska, vanuit de wildernis, trof ze hier in de Biesbosch opnieuw zeearenden. Iets wat twintig jaar geleden een zeldzaamheid was, en zeker niet om te broeden. Te weinig wildernis en de gevolgen van twee eeuwen jacht, vergiftiging, habitatvernietiging, vervuiling, DDT en pcb’s.   

Maar in 2004 besloot de zeearend tijdens de zomer ook in Nederland te blijven, wat in 2005 een paartje opleverde dat een jaar later tot broeden kwam. Het aantal groeide gestaag zodat in 2020 al twintig broedparen werden geteld, van Flevoland tot de Zeeuws-Hollandse Delta en van de Biesbosch tot het Lauwersmeer. Zo kropen er in Nederland al meer dan honderd jonge zeearenden uit het ei. 

Paradoxen
Beintema gaat aan de hand van een speurtocht in boeken, artikelen en haar eigen dagboeken in dit boek in op twee paradoxen. Zij stelt zich enerzijds de vraag hoe het kan dat soorten als zeearend, wolf en lynx, de ultieme vertegenwoordigers van ongerepte natuur (wildernis), zich juist nu in Nederland vestigen. En anderzijds hoe kan het dat we eeuwenlang systematisch zeearenden hebben afgeslacht terwijl we het nu geweldig vinden dat er weer zeearenden in Nederland broeden. Wat bepaalt door welke bril we naar hen kijken en wat zegt dat over onszelf en onze maatschappij? Om deze vragen te beantwoorden neemt ze ons mee naar andere tijden, naar andere landen en naar de mooiste Nederlandse natuurgebieden. 

“Ik ben zelf geen expert en pretendeer ook niet dat te zijn. Daarom is in dit boek een grote rol weggelegd voor de mensen die echt weten waarover ze praten: boswachters, wetenschappers, beheerders, een kunstenaar, een fotograaf, een inheemse dorpsoudste. Zelf probeer ik uit al die verhalen een objectief beeld te destilleren. Maar hier en daar permitteer ik mij ook wel wat subjectieve gedachten en associaties.”

Kookboeken Nieuws

In het eerste hoofdstuk gaat Beintema in op beide paradoxen. Hiertoe geeft zij een inkijkje in de manier waarop de zeearend door de geschiedenis heen in Nederland is benaderd en hoe deze voorkomt in fabels en als totemdier. Op grond daarvan beschrijft ze hoe de genoemde paradoxen hebben kunnen ontstaan. 

Alaska
In het tweede hoofdstuk neemt Beintema ons mee op haar ontmoetingen met de zeearend. We doen daarbij verschillende plekken in Nederland aan (Biesbosch, Zeeuws-Hollandse Delta, Zuidlaardermeer, Ijsseldelta, Oostvaardersplassen en Waterleidingduinen), maar ook Duitsland, Noorwegen en Schotland. In ‘een jaar met arenden’ (het derde hoofdstuk) volgen we Beintema op haar jaar in Canada, langs de grens met Alaska. Om vervolgens in het vierde hoofdstuk inzicht te geven in de redenen voor het herrijzen uit de as. Daarbij gaat ze in op thema’s als neergang en ommekeer, de rol van windmolens, vergiftiging en rewilding. 

Ook dit negentiende deel van de vogelserie vormt weer een aangename mix van informatie en passie. Beintema weet door kleine zinspelingen haar fascinatie voor de grootste roofvogel van Nederland (spanwijdte van 2 meter 40) bij de lezer binnen te laten dringen, om daar zijn werk te doen. Het werkt aanstekelijk, wat zou ik graag een zeearend zien!   

Voor het eerst gepubliceerd op Bazarow