"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Eén jaar uit het leven van P.M.C.J.S.

Dinsdag, 8 maart, 2022

Geschreven door: Rosemarijn Milo
Artikel door: Ingrid den Oudsten

Overleven

[Recensie] Het is een indringend verslag van de zomer 1944 tot de zomer 1945 van Petronella Martha Carolina Juliana Stephanie Milo, geboren Hamer, die Marth of Marthje genoemd wordt en de moeder is van de auteur. Bij leven heeft Marth geen dagboek bijgehouden, maar Rosemarijn heeft dit geschreven naar aanleiding van de gesprekken die zij vroeger had met haar moeder, haar tante en oom, en uitgebreid achtergrondonderzoek. Een moeder, die getekend is door het verleden en waar ze een moeizame relatie mee had. Het dagboek is volgens haar “Een blijk van begrip, misschien wel een late daad van compassie.

Het dagboek begint in juli 1944. Marth (zwanger van haar derde kind), haar man Henk en hun twee zoontjes Rob en Guusje komen uit Nijmegen. Omdat Henk een baan kon krijgen bij de opera wonen ze sinds twee jaar in Amsterdam. Een stad waar ze zich nog steeds niet thuis voelt. In een portiekwoning die ze, vanwege geld- en woningnood, moet onderverhuren.

Marth is niet tevreden met haar leven. Ze is jaloers op iedereen die een beter leven heeft en dan met name vrouwen die gestudeerd hebben en niet vastzitten in het huwelijkse leven. Het feit dat ze van haar halfzus Guusta een geheim hoort over haar te vroeg overleden moeder en dat ze zwanger is van haar derde kind in deze oorlogsomstandigheden dragen ook niet bij aan een goede gemoedstoestand. De muziek die Henk en zijn collega’s bij hun thuis oefent is haar afleiding en met name de Kleengedichtjes van Guido Gezelle die op muziek zijn gezet.

Het verhaal is in eenvoudige taal geschreven alsof het een echt dagboek is. Hier en daar zijn foto’s of tekeningen toegevoegd. Tussendoor wordt het aangevuld met inlegvellen waarin Rosemarijn vanuit het heden toelichting geeft. In het dagboek worden feiten met fictie vermengd, maar tijdens het lezen merk je het onderscheid niet. Vanwege dit dagboek word je meegenomen naar het dagelijkse leven van normale mensen zoals Marth en zie je door haar ogen hoe het was in oorlogstijd. Je weet dat in 44/45 de hongerwinter was waardoor de mensen bloembollen moesten eten; er worden zelfs recepten in de krant gedrukt om de bloembollen iets smakelijker te maken. Maar de zin die in januari 1945 in haar dagboek staat “Met dat beetje brood, de anderhalve aardappel per man per week en een stukje suikerbiet kan je eigenlijk alleen maar doodgaan” maakt het voor mij echt tastbaar, want ik wist niet dat het zo erg was. En niet alleen aan eten is een tekort, maar ook aan hout, gas, wol; eigenlijk aan alles. Daarnaast komen er steeds meer regels en verboden naarmate de geallieerden dichterbij komen. En dan hebben we het niet eens over de allesomvattende angst. Niet alleen de angst over het welzijn van iedereen die haar lief is, maar ook haar angst over haar zwangerschap en de toekomst. “Ik weet niet meer wat ik wil. Overleven

Boekenkrant

Dit boek is het afsluitende deel van een drieluik, maar is heel goed los te lezen. Het is een heftig en indringend verhaal waarin je door de dagboekaantekeningen onderdeel bent van het zwaarste jaar van de Tweede Wereldoorlog. Het boek riep allerlei emoties op zoals verontwaardiging, verdriet en ongeloof. Ik waardeer het boek met 4 sterren.

Eerder verschenen op Perfecte Buren

Boeken van deze Auteur:

Hopeloos verliefd op Frankrijk

Eén jaar uit het leven van P.M.C.J.S.