"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Een misdaad in Holland

Zaterdag, 27 mei, 2023

Geschreven door: Georges Simenon
Artikel door: Nico Voskamp

De man achter 500 boeken

[Recensie] Om de zoveel jaar beleeft de waardering voor Georges Simenon een upgrade. Volkomen terecht natuurlijk. Hij is bekend als de createur van de onverwoestbare commissaris Maigret, die hij in ongeveer 100 boeken en verhalen (lange en korte) portretteerde. Minder bekend is zijn andere oeuvre van ruwweg 400 (!) andere boeken, variërend van korte detectives tot psychologische romans.

Hieronder een bespreking van de misdaad Maigret – Een misdaad in Holland, en de psycholoog Maigret – Zondag:

Hoe komt het dat deze commissaris zo populair is? Misschien omdat hij het prototype is van de onkreukbare detective. Sterker: hij is de altijd scorende detective. De man bijt zich vast in elke zaak totdat de dader gevonden is. Het zijn sterke verhalen, ze spreken tot de verbeelding, en geven een duidelijk goed versus kwaad beeld van de mensheid. Minstens zo belangrijk voor die brede bekendheid is uiteraard de filmindustrie, die veel Maigret-verhalen in beelden heeft omgezet.

Maigret – Een misdaad in Holland
Hoe verloopt zo’n typische commissaris-vertelling? Laten we eens kijken naar waarschijnlijk de allereerste Maigret: Een misdaad in Holland, originele titel Une crime en Hollande, uit 1931. Het boek is als onderdeel van een prachtig gepimpte reeks opnieuw uitgebracht door De Bezige Bij. Nieuwe omslag en vooral een nieuwe vertaling, wat hard nodig was. Het speelt in Nederland: in Delfzijl gaat Maigret uitzoeken waarom iemand van moord wordt verdacht.

Boekenkrant

De flaptekst:

“Tijdens Maigres’ officieuze onderzoek, waarbij hij zich vooral laat leiden door de talrijke liefdesgeschiedenissen van het slachtoffer, maakt hij geen vrienden. De flamboyante Parijzenaar zaait verwarring en onrust in het nette stadje, waar alle brave burgers beducht zijn voor een schandaal.” Klinkt alsof Simenon het Nederlandse dorpsgevoel uitstekend heeft aangevoeld.

Het verhaal start in een droge, feitelijke stijl. Een leraar aan de zeeschool, de heer Poppinga, is waarschijnlijk door de Franse professor Jean Declos vermoord. Maigret komt aan in Delfzijl:

“Een kleine stad met hooguit tien tot vijftien straten, met fraaie rode klinkers die zo recht waren gelegd als tegels in een keuken. Lage huizen, ook van baksteen, waarvan er talloze getooid waren met betimmeringen in vrolijke, lichte kleuren.

Het leek wel een maquette. Die indruk werd versterkt door de dijk die de stad volledig omringde…”

De dorstig geworden Maigret gaat een café binnen:

“Slechts ;één tafel, met alle dagbladen aan koperen stangen. De baas, die bier dronk met twee gasten, stond op om Maigret te ontvangen.
‘Spreekt u Frans?’ vroeg deze.
Ontkennend gebaar. Enigszins opgelaten.
‘Ik wil graag een bière… Bier!’

Toen de commissaris, die nog geen Nederlands geld had, een biljet van honderd franc wilde wisselen, kreeg hij te horen: ‘Morgen! Morgen!’
Morgen! Hij kon gewoon morgen terugkomen!
Dat was gemoedelijk. Het had iets heel simpels, of zelfs naïefs.”

Een aardig beeld van de Nederlandse mentaliteit destijds. Kijken we weer naar diezelfde flaptekst: “Georges Simenon bedacht het personage Jules Maigret toen hij op vakantie was in Delfzijl. De rest is geschiedenis: de Maigretverhalen vlogen over de toonbank en werden vele malen verfilmd. Een misdaad in Holland, is het schoolvoorbeeld van een whodunnit.”

Een prima karakterisering van wat de commissaris doet: ‘wie heeft het gedaan?’

Dan de andere kant van Simenon’s productieve schrijversleven: de zogenaamde ‘psychologische romans.’

Het handelsmerk van deze romans is een gekwelde, in psychische nood zittende, ja zelfs een getormenteerde hoofdpersoon. Laten er eentje pakken met de prachttitel: Zondag.

Zondag
Dat boek bewijst trouwens dat toeval bestaat. Net voor ik dit schreef, las ik een interview met Simenons zoon, die zijn vader afschilderde als een ietwat maniakale workaholic die desalniettemin de kunst van het verhalen vertellen tot in de toppen van zijn vingers beheerste. Van de psychologie in die romans wilde ik meer weten.

Toevallig dus wandelde ik een tweedehandsboekhandel binnen en spotte de detective-hoek. Daar op de bijna onderste plank zag ik de imposante rij boekenruggen met titels waar ‘Maigret’ in voorkwam. Allemaal uitgegeven in ‘De zwarte beertjes’ reeks; goedkope pockets met een slordige vertaling, die zoals de naam veronderstelt, in je binnen- of broekzak passen. Funfact: de zeer herkenbare omslagen zijn gemaakt door onze eigen Dick Bruna. Van Nijntje het konijntje, ja.

Ik zakte door mijn knieën, liep de merendeels gebarsten ruggetjes na en jawel, er stonden niet alleen Maigrets, maar ook andere titels van Simenon. De neger bijvoorbeeld, alleen door de titel al politiek incorrect en een aardige indicatie over de tijd waarin het geschreven is. En Zondag dus. Die titel sprak me aan door de eenvoud.

Het boek bleek in 1962 te zijn uitgegeven. Ik gaf toe aan de onweerstaanbare zin om dit verhaal direct te lezen. Gewoon het pocketje openklappen en beginnen. Daarvoor moest ik het eerst kopen, wat ik deed. 1 euro 80 lichter vertrok ik naar huis om in een luie stoel dit werkje te proeven. En het viel niet tegen. Sterker: het las uitstekend weg.  

Dat laatste is een handelsmerk maar ook een onmiskenbare kwaliteit van Simenon. Hoe snel hij ook zijn boeken uitpoepte, de verhalen lopen altijd als een trein. De opbouw is ook professioneel te noemen.

In Zondag maken we in hoofdstuk 1 meteen met alle belangrijke personages kennis. Emile is de belangrijkste – door zijn ogen en met zijn stem wordt het hele verhaal verteld, dat begint op een zonnige zondagmorgen. Emiles vrouw Berthe vinden we samen met hem in het ochtendlijke bed – maar het is duidelijk dat ze geen warme gevoelens meer voor elkaar koesteren. In het kamertje boven hen hoort hij intussen Ada ontwaken – de dienstmeid en zijn soort van geheime maîtresse.

We zijn in Frankrijk, de Cote d’Azur in herberg La Bastide, waarvan Emile eigenaar is. Emile heeft een ironische kijk op dit soort herbergen:

“La Bastide leek wel op een toneeldecor, een herberg in de Provence zoals de mensen uit Parijs en uit het noorden zich een herberg in het zuiden voorstellen, met een rood betegelde vloer, zichtbare bakstenen rond de ramen, okerkleurige muren en grote geverniste vazen van aardewerk. De bar was opgesteld op oude schroeven van een wijnpers en de tafels van de eetzaal waren natuurlijk bedekt me geruite kleedjes.”

Emile bestiert de zaak maar zijn vrouw Berthe is de echte eigenaar. Ze heeft hem met een snood huwelijk erin geluisd en hij moet de dagelijkse werkzaamheden opknappen. Dat doet hij verrassend gelijkmoedig. Emile is de wraak voorbij, het kan hem allemaal niet zoveel meer schelen. Als hij zijn spelletje Jeu des Boules met de buurtbewoners maar kan spelen en ’s ochtends het vaste glas rosé kan heffen met de postbode, is hij niet ontevreden.

Dat verandert als Ada in zijn leven komt, een nieuwe dienstmeid. Nu wel uit wraak (Berthe is niet erg tegemoetkomend wat betreft zijn seksuele verlangens), maar ook erg gedreven door die onbedwingbare lusten slaapt hij bijna elke dag met Ada. Zijn vrouw bewaakt hem met argusogen maar hij weet op slinkse wijze toch zijn pleziertjes te verwerven. Haar bezitterige gedrag hindert hem echter mateloos en daarom heeft hij Een Plan gemaakt. Een plan dat op deze zondag uitgevoerd gaat worden.

Zo begint het. Sluwe schrijver als Simenon is, zet hij het aas voor de lezer uit op de slaperige zondagmorgen in dit eerste hoofdstuk. De volgende hoofdstukken gebruikt hij om op zijn gemak af te zakken naar het verleden en de hele ontstaansgeschiedenis uit de doeken te doen. Pas in het laatste hoofdstuk keert hij weer terug naar het heden en laat Emile zijn geniepige plan uitvoeren.

Ouderwets lezen is best lekker. Het betekent niet alleen het licht gehavende pocketboek in handen houden en door de vergeelde bladzijden duimen, maar ook je overgeven aan de vergane zestiger jaren sfeer. Frankrijk 1962 betekent roken als een ketter, zuipen als een tempelier, vrouwen beschouwen als een lekker snoepje voor tussen de middag en zonder angst voor (en waarschijnlijk kennis van) huidkanker liggen bakken op het strand in de Zuidfranse zon. O ja, en volop onbeschermd seksen zoals Emile dat ongeremd en bij veel ‘vriendinnen’ doet.

Wat me brengt op het verhaal achter dit verhaal. Zondag lijkt niet voor niets uit de donkere hoek in de tweedehands boekhandel naar me gelonkt te hebben. Het boek vertelt me iets. In dit boek lijkt regelmatig de echte Simenon tussen de regels op te duiken. Soms via het personage Emile, soms door het verhaal.

Wijn en vrouwen
Van Simenon is bekend dat hij, laten we zeggen, zijn leven tot het maximum leefde. Hij werkte als een bezetene, dronk als een alcoholicus en had het naar eigen zeggen met tienduizend vrouwen gedaan. Die eigenschappen komen onverkort terug in ‘Zondag’. Emile werkt de klok rond. Hij drinkt niet veel maar wel regelmatig. De hele dag door eigenlijk. ’s Ochtends een wijntje bij de visboer, rosé een uurtje later, rode wijn bij het middageten en wat sterkers zoals pernod en cognac voor later op de dag. De avond is er voor een afzakkertje, een whisky misschien, of een Drambuie.

Ja, en dan de vrouwen. Emile woont inmiddels een aantal jaren in La Bastille en heeft in de omgeving drie, vier, vijf adressen waar vrouwen wonen die zijn maîtresse zijn. Allemaal? Ja, allemaal.

Emile: “Maar was hij niet vaak, en dikwijls met een zekere opwinding, met meisjes naar bed geweest die hij een uur daarvoor niet eens kende?

Die werden meteen kameraden. Wat ze samen uitvoerden , deden ze voor hun beider genoegen. Er ontstond tussen hen een opgewekte medeplichtigheid.

Na afloop bleef het mogelijk grapjes te maken: ‘Nou zeg, jij had er een reuze zin in!’
Of: ‘Jij bent een rare snuiter!’
Waarom niet? Hij oefende zijn functie van jong mannetjesdier uit…”

En toch, ondanks dit bruine leventje, vindt Emile geen echt geluk. Hij is rusteloos, voelt zich ondergewaardeerd en evolueert qua gevoelsleven langzaam maar onontkoombaar tot een alles verdovende onverschilligheid.

Eén ding houdt hem op de been: zijn Geheime Plan. Het Plan dat al zijn problemen zal oplossen. Als hij dat dan eindelijk, eindelijk op deze haast mythische zondag kan gaan uitvoeren, ligt een grote bevrijding voor hem klaar. Theoretisch. Maar er valt zand in zijn geoliede machine.

De clou die Simenon bedacht, laat ik ter ontdekking aan andere lezers. Het is een plot dat nu, na zoveel jaren andere ontelbare spannende romans, een beetje afgekloven aandoet. De psychologische onttakeling van Emile weet Simenon echter haarscherp te typeren.

Hulde voor de man die net als onze Vestdijk, sneller schreef dan God kan lezen.

Voor het eerst verschenen op Bazarow. Ook verschenen op Nico’s recensies.

Boeken van deze Auteur:

Een misdaad in Holland

De blauwe kamer

Het lijk bij de sluis