"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Een tuin in de winter

Woensdag, 22 november, 2023

Geschreven door: Anna Enquist
Artikel door: Quis leget haec?

Een Privé-domeindeel zonder veel pretenties

Het boek telt maar 161 pagina’s en veel staat al beschreven in de biografie die ik over Kouwenaar las, maar dat kon Enquist niet weten toen zij dit boekje schreef;

“Waarom schrijf ik dit allemaal op? Omdat hij er niet is. Omdat niemand meer over hem schrijft. Omdat ik hem mis. In mijn hoofd bestaat dat verwaarloosde huis in Amsterdam nog met Gerrit erin, het rare keukentje waarin nooit iets veranderd mocht worden, want het was door een wereldberoemde architect of meubelkunstenaar ontworpen, de stapels post rondom op de vloer, de stoelen waarin je achteroverviel en waaruit je niet meer overeind kon komen – ik zou er zo naar toe kunnen rijden, aanbellen, de trap op klimmen.”

Goede klik
De wens is begrijpelijk, van een biografie was nog geen sprake. Uiteraard gaat het over hun eerste ontmoeting waarin het zo klikte. Er werd zelfs gefluisterd over een verhouding maar dat was niet aan de orde;

“Ik denk dat ik al snel een ‘goede dochter’ ben geworden, een volwassen kind dat veel wist van ziektes en akelige kwalen, medisch en psychologisch fijn op de hoogte. Een zorgzaam kind met ongeveinsde belangstelling voor zijn werk.”Ik denk dat ik al snel een ‘goede dochter’ ben geworden, een volwassen kind dat veel wist van ziektes en akelige kwalen, medisch en psychologisch fijn op de hoogte. Een zorgzaam kind met ongeveinsde belangstelling voor zijn werk.”

Hereditas Nexus

Gedichten schrijven
Enquist is afgestudeerd als psychoanalytica en doelt daarop in bovenstaand fragment. Het gaat over haar herinneringen aan Kouwenaar en omdat zij ook gedichten schrijft konden ze daar eindeloos over doorpraten. Hoe bouw je de constructie op, waar plaats je de witregels, hoe ga je om met interpunctie, uit welke woordenschat haal je de bouwstenen. Het geeft een inkijkje in de werkwijze van Kouwenaar;

“Hij leerde mij dat in verzen van steeds drie regels met witregels ertussen die drie verbonden regels iets afgeronds moeten weergeven en dat dat moeilijk is. Paren van twee regels zijn nog moeilijker.”

Alzheimer
Het boekje gaat met reuzenstappen door het leven van Kouwenaar heen en de ziekte van zijn vrouw Paula speelt er een grote rol in. Paula moet vanwege haar Alzheimer opgenomen worden en dat zorgt zowaar voor een verstoring in sommige vriendschappen die Kouwenaar heeft. Het verzorgingshuis liet veel te wensen over en Kouwenaar deed er niets aan, ook al was het geld er wel. Enquist;

“Gerrit kon niet ingrijpen in Paula’s situatie. Onmacht, weerzin, zuinigheid? Hij aanvaardde de toestand zoals die op dat moment was en voorvoelde misschien wel dat het niet lang zou duren. Hij deed zijn plicht door elke dag te komen, hij voelde zich gesteund door de vrienden die Paula bezochten en verdroeg de ellende tot het einde.”

Verandert
De sociale onhandigheid die Fortuin al in zijn biografie beschreef wordt hier tastbaar als de dochter van Enquist en haar man op jonge leeftijd komt te overlijden. Kouwenaar komt niet naar de begrafenis maar blijft in Frankrijk;

“Toen hij terug was in Nederland zagen we hem natuurlijk weer. Het was veranderd. Ook dat was veranderd. Ik zat daar wel, in Gerrits huiskamer, maar ik zei niets. Er was een sluier opgehangen tussen ons. Gerrit kon heel moeilijk praten over ons verlies, en dat gaf mij wel eens het idee dat hij het zich niet realiseerde. Dat was niet zo, ik begreep later van anderen dat hij er wel degelijk aan dacht en dat hij zich grote zorgen over ons maakte.”

Eigen verlies
De vriendschap blijft in stand en Enquist en haar man zien van nabij de ongemakken erin sluipen als Kouwenaar met zijn gezondheid gaat tobben. Ze merkt dat hij het niet kan verdragen dat hij niet meer kan schrijven. De troost van het voltooien van een gedicht was hem ontzegd. Het wrange is dat de troost die zijn werk anderen bood hem niets zei, het ging hem om het verlies van zijn eigen ambachtelijkheid;

“Dat die luie lezers vervolgens zijn gedichten gebruikten als pleisters op hun eigen wonden interesseerde hem niets, daar ging het helemaal niet om.”Dat die luie lezers vervolgens zijn gedichten gebruikten als pleisters op hun eigen wonden interesseerde hem niets, daar ging het helemaal niet om.”

Het is te prijzen in Enquist dat ze hem niet in de steek lieten. Ze spraken met Kouwenaar over euthanasie, maar daar schrok hij toch voor terug. Hij hield het vol tot zijn zoon overkwam om hem nog eens te spreken en stierf daarna. Een kort boek met veel bekende feiten, maar als u een beetje bekend bent met het verhaal is zo’n nieuwe invalshoek altijd mooi om te lezen.

Ook verschenen op Quis leget haec?

Boeken van deze Auteur: