"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Erfelijk belast

Dinsdag, 4 juli, 2023

Geschreven door: Virginie Loveling
Artikel door: Jan Stoel

Een verdoemde liefde

[Recensie] Het is fijn om eens terug te pakken op ‘literatuur van toen.’ Wie kent Virginie Loveling nog? Nee, dat is geen Engelstalige auteur, maar een Vlaamse schrijfster (1836-1923). Ze werd geprezen om haar werk en werd met haar roman Een dure eed (1892) bekroond met de vijfjaarlijkse staatsprijs voor proza. In 1912 werd ze gehuldigd in haar woonplaats Gent en zelfs benoemd tot Ridder in de Orde van Oranje Nassau (een Nederlandse onderscheiding!). Loveling was een vrijzinnige vrouw die stelling nam in een aantal ideologische debatten die in haar tijd gevoerd werden. Ze was op taalgebied een vernieuwer. Nu is van haar Erfelijk belast opnieuw uitgebracht, een roman die dateert uit 1905. De oorspronkelijke versie, de eerste druk, is te vinden op dbnl.org. Voor de editie die nu door het Davidsfonds opnieuw is uitgebracht is de tekst enigszins aangepast, zo is te lezen in de verantwoording.

Eugenetica
Loveling was een auteur die er niet voor terugschrok om gevoelige onderwerpen aan te snijden. Je ziet dat ook in Erfelijk belast. Erfelijkheid (eugenetica), geloof versus wetenschap, zijn onderwerpen die je tegenkomt in deze roman, die zich afspeelt in het denkbeeldige dorp Vroden, gebaseerd op Nevele (bij Deinze), de plek waar Loveling geboren werd.

Drie protagonisten bepalen het verhaal: Colette, Otto en Berenice. Colette is een vijfenveertig jaar oude vrouw, die meteen scherp neergezet wordt: “Wanneer de droge zaadplant ritselt in de najaarswind, denkt niemand aan de bloesem die er eenmaal over geurde.” “Traag in al haar bewegingen, met een lang bleek gezicht, alles recht naar beneden, neus, mondhoeken en kin.” Ze is tevens de opvoedster van Otto, haar neefje, die ze als knaap in huis had genomen en voor dokter studeert. De broers van Colette hebben ook zo hun eigenaardigheden, lijken ook ‘belast’ te zijn.

Otto is 23 jaar. Hij denkt dat hij zwak van gestel is en oogt als iemand die geen bult heeft, maar er wel een zou moeten hebben. Hij is erfelijk belast (“zijn moeder is aan tering weggekwijnd, zijn vader […] lam, blind, onnozel gestorven! […] Wat een erfdeel”. Otto wil het doorgeven van ziektes en zwaktes voorkomen: eugenetica. “Nooit zal ik trouwen, nooit de wereld met rampzaligen helpen bevolken, nooit.” Hij vraagt zich af waarom er geen wetten zijn die voorkomen dat er hele geslachten van zwakke schepsels komen. Dit boek werd geschreven lang voor de Tweede Wereldoorlog waarin Hitler een zuiver Arisch ras nastreefde.

Boekenkrant

Dan is er nog Berenice, de kleindochter van Madame D’Haeyer. Zij komt naar Vroden omdat haar stiefvader hertrouwt en geen plek meer voor haar heeft. Berenice is leergierig, raakt nauw bevriend met Colette, en heeft toegang tot de kamer en de bibliotheek van Otto. Daar kan ze zich terugtrekken. Ze ontwikkelt zich intellectueel en vindt in Otto een gelijkgestemde. “In Vroden had hij (Otto) geen leeftijdsgenoten van zijn geestelijk niveau.” Aan het begin van het verhaal is Berenice nog erg jong, maar ze ontwikkelt zich snel tot een aantrekkelijke jonge vrouw vol levenslust. Maar zij heeft ook haar verleden: haar moeder was alcoholiste en is overleden aan een delirium tremens, vader een mislukte componist en een man die gek werd van de wereld. Haar oma, madame D’Haeyer, lijdt aan elefantiasis en zit al zestien jaar in een stoel zit. Als ze haar rok omhoog doet worden “twee olifantspoten, grauw purperachtig, ontzaglijk dik” zichtbaar. Loveling voegt daar meteen een beetje cynisch aan toe: “De mens munt graag uit, om ’t even waarin, ook in een ziektegeval, en hier droeg de arme zeker de palm weg.” Bernice blijkt later ook flauwtjes te hebben. Is het een zenuwaandoening? Is zij dus ook erfelijk belast?

Wappies
Er ontstaat een spannend liefdesverhaal waarbij Loveling diep in de psyche van de personages duikt. Otto en Berenice lijken verliefd te zijn op elkaar en Colette “bevorderde het samenzijn van de twee jongelui op alle mogelijke wijzen. Otto had in Vorden iets gevonden wat zijn belangstelling werkte, er was een magneet die hem aantrok.” Aan de andere kant is Otto voor Colette de verzekering voor de oude dag, de man die ervoor zorgt dat ze een dak boven het hoofd heeft en niet eenzaam is en zou een huwelijk slecht uitkomen. Ingrediënten te over voor een dramatisch slot.

Je beleeft het verhaal vanuit het perspectief van de hoofdpersonages, woont als het ware in hun hoofd. Otto en Berenice zijn in Vorden twee mensen die eigenlijk niet in het dorp passen. Loveling werkt het verschil tussen gewone mensen en intellectuele op die manier uit, maar ook tussen wetenschap en geloof (een prachtige passage over het ontstaan van het heelal versus het scheppingsverhaal), noodlot of zelfbeschikking. Het verhaal past ook in de naturalistische traditie van die tijd: de zwakke, ‘zieke’ protagonist, de aandacht voor wat erfelijk bepaald is, de ontnuchtering in de loop van het verhaal, oog voor de kleine man, maatschappijkritiek en aandacht voor de evolutieleer. Soms leidt dat tot wat wij hilarisch zouden vinden. Otto’s oom Martinus vindt de oorzaak in allerlei ziektes in “de vervalsing van voedingswaren” en de drukte van het verkeer. Wappies zouden we dat tegenwoordig noemen. Door zo’n detail wordt deze roman naar de huidige tijd getrokken. Zijn wij ook niet erfelijk belast?

Verdoemde liefde
Er valt veel te genieten van de taal in dit boek. Loveling munt uit in natuurbeschrijvingen, vooral als ze die verbindt met wat haar personages beweegt. Bijvoorbeeld wanneer ze heimweegevoelens (“landziekte”) van Berenice beschrijft: “De arme, ongesnoeide plant, eensklaps uit haar grond gerukt en in aarde gestopt waar haar wortels niet in wilden, niet in konden.” De natuurbeschrijvingen roepen een heel andere natuur op dan die wij kennen: “De sleutelbloemen – tijlozen geheten – hieven hun gele beiaardjes hier en daar tussen ’t heestergewas boven de grond.” Loveling weet personages ook genadeloos in een paar woorden, een enkele zin neer te zetten, zoals oom Eedje die geen gedachten uitdrukte “waarschijnlijk omdat hij er geen had.”

Er valt ontzettend veel te genieten in deze roman. Leen Huet, die een verhelderend nawoord bij Erfelijk belast heeft geschreven noemt het “een roman over een verdoemde liefde.”



Voor het eerst gepubliceerd op Bazarow