"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Femina

Woensdag, 12 oktober, 2022

Geschreven door: Jamina Ramirez
Artikel door: Marijke Laurense

Een nieuwe geschiedenis van de Middeleeuwen, via de vrouwen die daaruit zijn geschrapt

[Recensie] Niets zo veranderlijk als de geschiedenis. Altijd begrepen dat de plunderende Vikingen gehoornde helmen droegen, blijkt dat een verzinsel te zijn van de man die in 1878 de kostuums ontwierp voor Wagners Der Ring des Nibelungen. Noormannen zouden wel gek zijn om met zulke gevaarlijke uitsteeksels op hun hersenpan uit vechten te gaan. In graven uit hun tijd is er niet een gevonden. Maar ja, zie zo’n vastgebakken beeld er maar eens uit te krijgen bij striptekenaars en verkleedwinkels.

Nu zal geen mens last hebben van deze historische pekelzonde. Maar de ontdekking die een weetgierige Zweedse archeologe een paar jaar terug deed in een grafkamer uit de tiende eeuw, zou het gangbare beeld van de Middeleeuwen toch op z’n kop moeten zetten, ook omdat die zoveel onthult over de arrogantie van onze eigen tijd.

Vooraanstaand krijgsman bleek een vrouw
Wat was het geval? Eind negentiende eeuw legden archeologen meer dan duizend graven uit de verdwenen vikingnederzetting Birka bloot. De dode in het grootste en rijkste graf had heel wat nuttige zaken meegekregen voor in het hiernamaals, zoals twee opgetuigde paarden, een compleet wapenarsenaal en een schaakachtig bordspel. Het ging duidelijk om een vooraanstaand krijgsman, daarover waren de geleerden het roerend eens.

Totdat bottenarcheologe Anna Kjellström in 2017 met de nieuwste technologie zijn DNA onderzocht en vaststelde dat die gevierde Birka-strijder een vrouw was.

Boekenkrant

Nou, dat heeft Kjellström geweten. Ze stuitte op een muur van ongeloof, ook onder medewetenschappers. De onderzochte botten zouden uit een ander graf zijn, iets met verkeerde etiketten misschien, ze zou gesjoemeld hebben. Op internet gingen rea­guurders met dreigementen los op haar en haar team. Nee, zelfs (juist?) in onze moderne tijden kun je klaarblijkelijk niet zomaar morrelen aan de mannelijkheid van de Vikingen en andere Middeleeuwers, ook als blijkt dat die daar zelf aanmerkelijk minder moeilijk over deden.

In het haardvuur
De Birka-strijdster was voor de Britse cultuurhistorica en tv-maakster Janina Ramirez (1980) aanleiding om de geschiedenis van de ‘donkere’ Middeleeuwen eens door te nemen op vergeten, soms zelfs met opzet geschrapte vrouwen.

Voordat u haar beticht van onredelijke achterdocht: het woord femina (Latijn voor vrouw en de titel van haar boek) werd vanaf de Reformatie menigmaal in een kantlijn van een tekst gekrabbeld, ten teken dat die dus het haardvuur in moest. Desondanks stuitte Ramirez op een ris koninginnen die we nu hoogstens nog kennen als vrouw of dochter van, maar die bij nadere beschouwing evenveel en soms zelfs veel meer invloed en macht hadden dan hun beroemdere vader of echtgenoot, ook officieel. Zoals Aethelflaed, dochter van koning Alfred de Grote van Wessex en zelf tussen 911 en 918 heerseres over de Mercianen.

Aethelflaed was vermaarder dan Caesar, vanwege de manier waarop ze haar troepen naar de overwinning op de Vikingen had geleid en de stoffelijke resten van de heilige Oswald uit handen van de heidenen had gered. Tot haar broer Eduard beval haar naam uit alle documenten te verwijderen, ter meerdere eer en glorie van zichzelf.

Op haar tiende werd ze koning
Of neem, vijf eeuwen later, de vroom katholieke Oostenrijks-Hongaarse prinses Jadwiga (of Hedwig), die op haar tiende koning (let wel: geen koningin) van Polen werd en volgens de legende met een bijl voor de liefde van haar leven vocht. Haar huwelijksgeluk offerde ze op aan ’s lands belang door te trouwen met Jogaila, de groothertog van het nog heidense Litouwen, op voorwaarde die zich bekeerde tot het katholicisme.

Ze stierf op haar zesentwintigste, vlak na de geboorte van haar eerste kind, maar had toen al een aantal kloosters gesticht, plus de eerste Poolse universiteit, die tot Ramirez’ ergernis nog altijd naar echtgenoot Jogaila heet, terwijl die zich nauwelijks met de oprichting ervan bemoeid heeft.

Een geschrapte vrouw kun je Jadwiga overigens niet noemen: Johannes Paulus II kwam in 1997 persoonlijk naar Krakau om haar heilig te verklaren en ze is al eeuwen het boegbeeld van het Poolse nationalisme.

Over kloosters gesproken: wie daarbij denkt aan kille oorden om vrouwen in op te sluiten, af te knijpen en uit te buiten, in de Middeleeuwen konden het ook aantrekkelijke en comfortabele plekken zijn waar welgestelde vrouwen intellectueel en sociaal konden schitteren, zonder de angst voor een waarschijnlijke dood in het kraambed.

Het indertijd al wereldberoemde voorbeeld is de twaalfde-eeuwse abdis Hildegard van Bingen, die volgens Ramirez qua veelzijdigheid niet onderdeed voor Leonardo da Vinci een paar honderd jaar later. Ze correspondeerde met keizers en pausen, las die naar believen de les, componeerde, had visioenen, vond vasten en zelfkastijding gevaarlijke onzin en schreef nog altijd populaire verhandelingen over geneeskrachtige planten en kruiden. Ja, ook over hoe je daarmee een abortus kon opwekken, iets waarmee het kerkelijke gezag, weer zo’n verrassing, indertijd kennelijk nog geen moeite had.

Waren deze dames de spreekwoordelijke uitzondering op de regel? De excuustruzen van de geschiedenis? Welnee, laat Ramirez voor elke Middeleeuw zien in negen aanstekelijke, maar ook vaak nogal omslachtige hoofdstukken, in een filmisch format waaruit een hoop professionele ervaring met BBC-documentaires spreekt.

Zo zet ze de deur open naar een nieuw en veelbelovend rijk verleden en stapt ze energiek uit het korset van de victoriaanse geschiedschrijving, waarin vrijwel alleen maar aandacht was voor de (wan)daden van Grote Mannen, een insteek overigens waarvan de meeste historici bij mijn weten decennia geleden al afscheidnamen.

Een prekende vrouw? Ketterij!
Nee, geslachtsneutraal waren de Middeleeuwen zeer zeker niet: ook toen werd het vrouwen voortdurend ingewreven dat ze zich bij hun ‘spinrokken’ moesten houden en theologische discussies aan de heren geleerden moesten overlaten. Een prekende vrouw was helemaal uit den boze, dat wees op ketterij, dat kon in de dertiende eeuw menig kathaarse al gauw niet meer navertellen. En hoewel het door vrouwen gemaakt is, komen ze zelf maar geheimzinnig weinig voor op het nu bijna duizend jaar oude tapijt van Bayeux.

Maar wat te denken van de veroordeling rond 1400 van de Engelse sekswerker John/Eleanor Rykener? Niet omdat die bij voorkeur goed betalende monniken bediende, maar wel omdat die klanten misleid had door zich als vrouw te kleden? Of de autobiografie van de vrijgevochten beroepsmystica Margery Kempe, die veertien kinderen had en gans Europa plus het Midden-Oosten afpelgrimeerde?

Geschiedenis saai, zei u?

Eerder gepubliceerd in Trouw en Marijke Laurense