"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Recensie: Het paradijs

Vrijdag, 29 maart, 2024

Geschreven door: Nicolien Mizee
Artikel door: Nico Voskamp

Tuinperikelen

Een lieflijk handzaam boekje is het, op voor- en achterkant verlucht met bloemen, plantjes en dartele vlinders. Als dat geen tafereeltje van tuinliefde is? Eh, nee dus. Mizee vertelt over haar tuin in zeven korte verhalen die er niet om liegen.

Het eerste verhaal De tuin in vertelt over het ontstaan van haar volkstuin. Ze koopt twee struiken, neemt ze mee naar huis en de man bij wie ze een paar maanden eerder is ingetrokken roept: “Waar wil je ze neerzetten? De tuin is af!” Daar is ze het niet mee eens.
“Er viel een pijnlijke stilte. Ik zette de twee struiken neer en dacht aan het bord met het opschrift ‘Volkstuinen te huur’ dat ik in de buurt van het station had gezien.”

Mizees bekende zelfspot
Een vreedzaam begin, zolang het duurt. In de haar kenmerkende hak-op-de-tak-stijl legt ze de do’s en dont’s aangaande het tuinieren bloot. Die stijl is overigens goed te verteren. Doordesemd met een lichte zelfspot gaat ze het leven te lijf, een leven dat ook op de moestuin niet altijd meevalt. 
Ze spaart zichzelf niet; een tuin hebben is hard werken. Spitten, zaaien, onkruid wieden, water geven (sjouwen met de emmer uit de naastgelegen sloot), snoeien, hakken & zagen en het veel meer energie slurpende dan het lijkt: oogsten. Daarnaast komt ze erachter dat het soms nodig is om … je grenzen te bewaken. 

Paal en perk: met het zwaard in de hand
Grenzen bewaken komt aan de orde in het mooiste stukje proza van dit boek: het verhaal Paal en perk. Het begint met een oude wijsheid:

Archeologie Magazine

“Volgens tovenaar Merlijn, de huisleraar van de jonge koning Arthur, is er maar één geldige reden om oorlog te voeren: wanneer iemand jouw land binnenvalt. Daar moet je direct paal en perk aan stellen, met het zwaard in de hand.”

Ons volkstuinencomplex is eigenlijk een straat zonder muren. Hagen en schuttingen zijn niet toegestaan. Een smal pad van aangestampte aarde scheidt de ene tuin van de andere. Dat is de grens en die wordt door niemand ongevraagd overtreden…

De schok was dan ook groot toen er enige tijd geleden ineens een vrouw op mijn tuin stond. Ze droeg een lange, paarse rok en putte met een emmer water uit de sloot… Dit moest de nieuwe buurvrouw zijn…
“Hallo,” zei ik, “Ik ben Judith.”
“Froukje, zei de vrouw. Ze had een klein, bleek gezichtje.
“Nou, welkom! Veel succes. Mocht je iets nodig hebben of iets willen vragen, laat het dan vooral weten.”
Ze knikte peinzend. ‘Kan ik een schep lenen om te spitten?’”

Meer citeer ik niet – u moet het verhaal, en het hele boek vooral, zelf maar lezen. Tipje van de sluier: Merlijn de tovenaar had het goed gezien met zijn zwaard.

Voor het eerst gepubliceerd op Bazarow.

Leesadvies voor jongeren

Lekker werken in je volkstuin? Nou.. hier niet. Verhalen van Mizee