"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

In gesprek met Lisette Jonkman

Maandag, 24 juli, 2017

Geschreven door: Lisette Jonkman
Artikel door: Roelant de By

Kun jij in het kort omschrijven wie Lisette is? 
Ik ben een bijna-dertiger, die op school en aan het begin van haar schrijverscarrière steevast werd getypeerd als ‘veelbelovend’ en die daarom nu druk bezig is dat label waar te maken. Verder ben ik druk, snel afgeleid, blij en een beetje gek – maar ik geloof dat iedereen op zijn eigen manier gestoord is, dus dat is dan weer niet vreemd.
Je schrijft fulltime he? Mis je de journalistiek niet? Het werken met anderen? Ervaar jij schrijven als eenzaam?
Ja, fulltime! Of nou ja, ik ben fulltime met woorden bezig: naast het schrijven van mijn eigen boeken vertaal ik ook romans en verhalen uit het Engels naar het Nederlands. Dat vind ik zo leuk om te doen dat ik de echt gave opdrachten aanneem als ze in mijn schema passen. Verder doe ik redactiewerk en andere opdrachten via mijn tekstbureau. Mits ik ze interessant vind – ik ervaar het als een enorme luxe dat ik de krenten uit de pap kan kiezen en de pap mag laten staan, want gadverdamme, wie wil er nou pap.


Eenzaam vind ik mijn baan meestal niet. Ik hou niet zo van mensen. Dat klinkt heel kluizenarig, en geloof me: ik ben dol op mijn vrienden, maar ik wil gewoon graag zelf kiezen wanneer ik me in groepen mensen begeef. Niet voor niets ben ik in the middle of nowhere gaan wonen, zonder buren of afleiding. Dat vind ik heerlijk. Het enige nadeel van mijn beroep is dat ik nooit iemand de schuld kan geven. Als ik een deadline mis, is het mijn eigen schuld. Als ik vast kom te zitten, kan ik mijn werk niet doorschuiven naar iemand anders. Als ik op vakantie ga, ligt er bij terugkomst een gigantische stapel berichten te wachten in mijn mailbox en op social media. Dat aspect vind ik soms wel wat… tja, niet eenzaam, maar wel confronterend. Niemand gaat dat voor me doen. Maar goed: extra kicken als ik mijn shit dan op orde weet te krijgen.
Je roman ‘Helemaal het einde’ heb ik werkelijk in één ruk uitgelezen. Je pakt allerlei emoties vast en combineert de meest heftige met gemak in korte scènes. Is dat een weerspiegeling van hoe jijzelf bent? Schakel jij ook gemakkelijk in denken en doen? Ben je een chaoot? 
Dank je, wat vind ik dat tof om te horen! En já, ik ben enorm chaotisch. Ik ben bijvoorbeeld ook de slechtste gastvrouw op aarde, omdat ik constant afgeleid raak terwijl ik nog ergens mee bezig was. En uiteindelijk heeft niemand drinken, iedereen het verkeerde stuk taart en ren ik gestrest door het huis heen omdat ik geen enkele taak heb afgemaakt. Ik schrijf zoals ik leef: heftig en alles door elkaar. Dat is in mijn ervaring ook hoe het leven is.

Foto’s: Astrid Slootweg
Vertel eens iets over de totstandkoming van dit boek? Hoe is het op je pad gekomen en hoe lang heeft het proces in beslag genomen?
Het concept van iemand die al heel lang niet op de plek waar ze vandaan komt is geweest, kwam in me op toen ik in 2013 naar een reünie van mijn basisschoolklas ging. Op mijn dertiende ben ik uit IJmuiden vandaan verhuisd en sindsdien kom ik er alleen nog om mijn vader te bezoeken. Dat is regelmatig, maar dan rijd ik altijd dezelfde route. Toen ik naar het café reed waar we hadden afgesproken, zag ik ineens dat IJmuiden heel erg veranderd was ten opzichte van hoe ik het uit mijn jeugd kende. Daarbij waren ook mijn klasgenoten enorm veranderd. Niet heel gek, aangezien ik de meesten van hen voor het laatst had gezien in groep 8, maar toch was ik er een beetje van ondersteboven, dat het allemaal mensen waren met een eigen leven dat net zo complex was als dat van mij. Toen begon het idee te borrelen van iemand die terugkeert naar haar geboortedorp, terwijl iedereen verder is gegaan zonder haar. Het schrijfproces heeft van eerste versie tot laatste correctieronde zo’n drie jaar in beslag genomen. Ik broed altijd een tijdje op een idee voordat het een boek wordt, maar dit was een extra lang proces omdat ik het twee keer helemaal herschreven heb.
Roxy, je hoofdpersonage, wát een figuur! Komisch, onvoorspelbaar, dramatisch maar eigenlijk ook heel eenzaam. Waarom heb je een poldermeisje tot rockchick gebombardeerd? En hoe ben je op het idee gekomen?
Roxy is niet likeable, maar toch ook weer wel – vind ik. Ik denk dat Roxy het hele special snowflake-gebeuren van tegenwoordig naar een nieuw niveau tilt met haar divagedrag. Je wilt geen dingen van jezelf in haar herkennen, maar iedereen heeft wel zo’n moment waarop je even de kamer uit bent geweest en vervolgens al pratend weer binnenkomt – alsof de mensen die nog in de kamer zaten niet onderling een gesprek aan het voeren waren, maar in stilte hebben gewacht tot jij alsjeblieft terug zou komen en hen dingen zou vertellen. Ik heb mezelf de afgelopen twee jaar ook regelmatig niet aardig gevonden. Roxy is daar de perfecte vertegenwoordigster van. Ze heeft alles in zich om succesvol te worden en ziet dat aan de ene kant als vanzelfsprekend, en aan de andere kant doet ze er verdomde weinig mee. Mede daardoor wekt ze regelmatig frustratie bij de lezer.

Jij bent van dezelfde leeftijd als Roxy. Zit er veel van jezelf in haar personage? Kun jij bijvoorbeeld zingen of ben jij opgegroeid tussen de koeien en bestaat Arno echt? Vertel eens? 
Haha, bestond Arno maar echt. Al wens ik dat wel vaker van mijn personages. Zo zou ik ook weleens een avond willen doorzakken met Fieke, of Peter een dagje in de stal willen helpen. Roxy is, net als al mijn personages, dankzij het schrijfproces een onderdeel van mijn persoonlijkheid geworden. Toen ik Verkikkerd en Verslingerd schreef werd ik wat mondiger dankzij de bitchy Lucy, en nu werd ik wat lastiger in de omgang dankzij de zelfdestructieve Roxy. En dat hele twintigersdilemma is natuurlijk iets wat speelt. Ik ben nu op de leeftijd waarop ik levenskeuzes maak. Dat deed ik eerder natuurlijk ook al door bijvoorbeeld een studierichting te kiezen en een grotemensenrelatie aan te gaan, maar op een of andere manier voelen de keuzes die je achterin de twintig moet maken nog heftiger. Vooral omdat het één het ander uitsluit: we kopen een huis, dus gaan we geen wereldreis maken. Dat soort werk.
Zelf ben ik op mijn veertiende in het noorden van het land komen wonen. Ik was direct verliefd op de omgeving en de mensen daar. Zingen vind ik erg leuk om te doen, maar ik ben er niet erg goed in. Vroeger zat ik zelfs in een bandje én ik heb een keer – schaam schaam – auditie gedaan voor Idols. Erg ver kwam ik niet. Schrijven is meer mijn kopje thee dan zingen.
Je boek is een feelgood met scherpe randjes, ben je het daarmee eens? Kun je je voorstellen dat je lezers het zo ervaren? Moet ik er wel bij zeggen dat het absoluut geen zwijmelverhaal is.
Ik kan het me zeker voorstellen. Niet voor niets heette het boek eerst ‘Denk maar niet dat dit een liefdesliedje is’.
Kun je iets vertellen over je research voor dit boek? Of is het volledig uit je fantasie ontsproten?
Ik vind ‘volledig aan de fantasie ontsproten’ altijd een beetje een lastige uitspraak. Iedere schrijver werkt met flarden van de realiteit en vlecht daar zijn eigen werkelijkheid van, denk ik. Natuurlijk kopieer je geen mensen één op één uit je omgeving – dat zou niet erg creatief zijn. Ik heb onderzoek gedaan naar de muziekwereld en verslaving. Sommige dingen heb ik moedwillig anders gedaan dan ‘normaal’, juist om Roxy’s ‘laat maar waaien’-persoonlijkheid extra te benadrukken.
Je schrijft ook columns, o.a. voor Viva. (ik ken ze) Voor de lezers die ze nog niet kennen, waar schrijf je zoal over? Zouden De Perfecte Buren bijvoorbeeld een item kunnen zijn voor een column? Ik bedoel daarmee, hoe filter je uit het drukke leven, social media en alles wat onder je ogen komt je onderwerpen?
(en solliciteert intussen gewoon ordinair   )
Haha, ik kan over alles schrijven. Nu heb ik al een tijdje een pauze van het columns schrijven, maar ik begin zo langzamerhand weer trek te krijgen om vaker iets korts uit mijn toetsenbord te ratelen: een observatie,
een blunder… Het liefst doe ik dat op mijn eigen website, maar aangezien ik een tijdlang gehackt was en er ineens allemaal Russische porno op stond, wilde ik eerst zeker weten dat mijn website weer van mij was. Ik wilde geen moeite steken in iets wat toch zou vergaan. En als antwoord op je vraag: alles kan inspiratie zijn. Vaak is iets heel kleins genoeg. Bijvoorbeeld jouw manier van vragen stellen: schriftelijk, maar wel in spreekvorm, als een soort vragencluster.
Als kind was je fan van Paul van Loon, hou je van griezelverhalen nu je ouder bent? Wat lees je zoal?
Ik lees graag feelgood, young adult, science fiction, horror en af en toe wat fantasy. Dus een goed griezelverhaal kan ik nog altijd enorm waarderen!
Social media is niet meer weg te denken uit het dagelijks leven. Wat is voor jou als auteur zijnde de absolute meerwaarde maar wat is ook het grootste nadeel? 
Ik woon op social media, niet alleen omdat ik graag mijn leven documenteer, maar vooral omdat dat de plek is waar ik contact met mijn lezers kan houden. Dat vind ik superhandig én gezellig. Ik heb dan ook echt de liefste en grappigste lezers ter wereld (al is dat met lezers denk ik net als met kinderen: iedereen vindt zijn eigen het leukst). Het enige nadeel van social media vind ik de publicatiedruk. Ik wil graag iedere dag iets unieks delen op minstens één van mijn kanalen. Meestal lukt dat wel, maar als het niet lukt, voel ik me meteen een beetje een sukkel.
Stel: Ik wil ook een boek schrijven en ik wil dat doen net als jij. Hoe pak ik dat aan? Want ik ben totaal niet grappig en heb geen gevoel voor humor. Mission impossible? 
Kijk, iedereen heeft een ander gevoel voor humor. Mij kun je opvegen als er een goede poepanekdote wordt verteld. Andere mensen gaan hard op leedvermaak of moppen. Dat is allemaal prima, want iedere soort humor is in je verhaal te verwerken. Bedenk een situatie waar jij heel hard om moest lachen en stel je voor op wat voor manier je personages daarin terecht zouden kunnen komen. Zorg dat het een essentiële situatie is voor het verhaal, en niet een zij-uitstapje om te laten zien hoe grappig je bent. Als het iets is waar je personages nu eenmaal doorheen moeten omdat het verhaal anders niet verder kan, is het nog sterker. En hou je niet in. Zelfcensuur is voor losers.

Bloggers en recensenten, ze zijn niet meer te tellen. Hoe filter jij je keuzes om op aanbiedingen zoals die van ons in te gaan?
Weet je, ik wil met iedereen wel praten. Als mensen de moeite doen originele vragen te verzinnen, zoals jullie, dan kan het medium me niet eens iets schelen. Als jij moeite voor mij doet, doe ik moeite voor jou. Soms wijs ik interviewaanvragen af omdat het erop neerkomt dat ik dezelfde vragen moet beantwoorden als alle andere geïnterviewden. Ja, schattig, maar als ik graag standaardvragenlijstjes wilde invullen, had ik mijn Cu2 wel gehouden. Voor vragen als ‘wat was je eerste boek’ kun je ook op mijn website terecht.
Tot slot. Lisette over tien jaar. Wat is er dan absoluut van je wishlist afgevinkt waar het tot nu toe nog niet van is gekomen en heb je dan je ‘best book ever’ geschreven denk je?
Ik hoop dat ik dan minstens acht boeken verder ben, misschien zelfs een vertaling en/of verfilming erbij. Of ik dan mijn beste boek ooit heb geschreven? Ik hoop dat ieder boek dat ik schrijf blijft voelen als mijn best book ever, op wat voor manier dan ook.

Lees HIER de recensie van Patrice over ‘Helemaal het einde’.

Meer weten over Lisette?

Volg haar op Facebook HIER
Instagram: lis1988
Foto’s van de boekpresentatie en Lisette met ‘Helemaal het einde’ zijn eigendom van Jessica Dillema, Reviews & Roses en met toestemming van Lisette geplaatst.

Eerder verschenen op Perfecte Buren.


Laat hier je reactie achter:

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Alleen inhoudelijke reacties die gaan over het besproken boek en/of de recensie worden geplaatst.

Boeken van deze Auteur: