"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Langzaam afbouwen op deze planeet

Vrijdag, 10 augustus, 2018

Geschreven door: Nico Dros
Artikel door: Anke Cuijpers

Verhalen voor onder de palmboom

[Recensie] Langzaam afbouwen op deze planeet bevat acht verhalen, in diverse stijlregisters verteld, maar altijd in een taal die op momenten een bastion van vergeten woorden is. Waarschijnlijk zou je Langzaam afbouwen op deze planeet een literair statement kunnen noemen, zelfs de titel echoot het opmaken van de balans. Toch heeft Nico Dros vooral verhalen geschreven die lekker weglezen, met een plot dat in bijna alle verhalen pas in de laatste alinea, soms zelfs laatste woorden, wordt weggegeven.

Spel met de fictie

Semi-autobiografische elementen duiken met regelmaat op in het werk van Nico Dros. Neem bijvoorbeeld geboorte-eiland Texel dat vaak plaats van handeling is in zijn verhalen, of hoe hoofdpersoon Iwan in Dromen van de bok net als de schrijver zelf lesgeeft aan een schrijfinstituut. Maagdenbloed, het eerste verhaal in deze bundel, vertelt over een oude vrijster en bibliothecaresse die zich uiteindelijk, of eindelijk, laat verleiden tot een onenightstand en dat met de dood, en dus verbanning uit dat boekenparadijs, bekoopt. Behalve als een geschiedenis over een driehoeksverhouding en een misdaad las ik dit verhaal ook als een commentaar op het stempel waargebeurd, dat veel literaire werken tegenwoordig krijgen opgeplakt alsof het een meerwaarde betreft. We krijgen het verhaal verteld door Niek die ons laat weten dat hij destijds aan het angstzweet der kolonialen schreef, daadwerkelijk een essaybundel van Dros, waarvan het gelijknamige essay handelt over een verhaal dat de inspiratiebron voor de stille kracht van Louis Couperus was. Dit spel met feit en fictie zit vol ironie en verwijzingen, letterlijk naar een verteller als Nabokov, en meer onderhuids naar Couperus en Frans Kellendonk.

In Langzaam afbouwen op deze planeet, het titelverhaal in deze bundel, is het op een andere manier spookachtig. Het verhaal over Max, die met een paar tumoren niet lang meer te leven heeft, en zijn euthanasie al gepland en georganiseerd heeft, is verweven met een atoomexplosie die Jeruzalem heeft weggevaagd. Het verhaal is mijn absolute favoriet in de bundel. Centraal staan de prachtige, filosofisch getinte gesprekken tussen Herman en Max over geloof en de dood, maar ook de mannen aan de bar in het dorpscafé dat plots weer blauw van de rook staat, weten te boeien. Lees bijvoorbeeld hoe iemand zijn aanstaande beschrijft als met ‘tepels als verkouden kinderneusjes.’ De onvoltooid verleden tijd waarin Dros zijn verhalen vertelt versterkt hier het gevoel van onafwendbaarheid. Het verhaal is sowieso een wonderbaarlijke mix door het nostalgische ophalen van herinneringen en het sf-element van de ramp die steeds meer het leven gaat beheersen. De beeltenis van Maria die in een ouderwets zakje koffiedrab verschijnt wordt binnen een uur gedeeld via Twitter en ontketent een ware toeloop naar het kleine dorp. Als dan de stroom uitvalt en vader en zoon met vriend Max gezamenlijk eropuit trekken om te zien wat er aan de hand is, lijkt het einde van de wereld voelbaar nabij.

Boekenkrant

Stijlregisters

Behalve de literatuur is de romantische liefde een rode draad in de verhalen die niet alleen in stijl, maar ook qua setting onderling behoorlijk verschillen. Going native speelt in Indonesië, waar een vakantieliefde opbloeit tussen Niek en Lucia. De tropenzon en het langzame leven in de desa lijkt de geliefden op te slokken: “Ik tuurde naar de verte in de vallei en hoopte dat ergens stof zou opwaaien ten teken dat een voertuig onze kant op kwam. Maar er gebeurde niets. We waren met zijn vieren en er was verder niemand te zien in dit landschap. Wonderlijk dat we op dit overbevolkte eiland nu juist in zo’n verlaten oord terecht waren gekomen.”

Het spannende Waar is Igor? speelt dan weer in Bos en Lommer waar de nachtrust van een echtpaar ruw verstoord wordt door een inbreker. Dros schept hier met sardonisch genoegen allerlei verdenkingen over het waarheidsgehalte van de verteller. Het zijn rafels die niet helemaal ingestopt worden maar de lezer gissend laten naar de precieze toedracht van de hoeveelheid aan bloedsporen.

Elk verhaal in deze bundel heeft een donker en verontrustend randje, iets dat rond blijft zingen als de twee dooilingen in het gelijknamige verhaal. Met dooilingen worden de ontheemde zielen bedoeld die ’s nachts zoekend boven de graven blijven zweven, en te zien zijn als lichtjes. Dit dramatisch aflopende liefdesverhaal van Josef en Nanie speelt in de zeventiende eeuw. Centraal staat een oud Texels gebruik, het queesten. Dat queesten slaat op de nachtelijke bezoeken die jongemannen afleggen aan hun lief door het geopende slaapkamerraam binnen te klimmen. Iets dat de plaatselijke dominee een doorn in het oog is, die er dan ook vanaf zijn preekstoel hel en verdoemenis over uitspreekt en er de oorzaak van de schapensterfte in ziet. Dros vertelt het verhaal levendig, doorspekt met archaïsche woorden en gebruiken. Vrouwen bedekken hun haren bijvoorbeeld met een frisse harseslap, en op de plaatselijke kermis staan kramen met ulevellen en babbeluimen. Dros, die van huis uit historicus is, voelt zich duidelijk in zijn element binnen zo’n historische setting. Het meest bijzondere aan deze verhalenbundel is echter de diversiteit in die acht biotopen waarin de spanningsboog tot het laatst gespannen blijft.

Voor het eerst gepubliceerd op De Leesclub van Alles


Laat hier je reactie achter:

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Alleen inhoudelijke reacties die gaan over het besproken boek en/of de recensie worden geplaatst.

Boeken van deze Auteur:

Willem die Madoc maakte

Langzaam afbouwen op deze planeet

Langzaam afbouwen op deze planeet

Oorlogsparadijs

Oorlogsparadijs

Dromen van de bok