"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Nog meer vogels

Maandag, 29 maart, 2021

Geschreven door: Koos van Zomeren
Artikel door: Quis leget haec?

Alle vogels worden gevierd

[Recensie] Omdat ik zo’n plezier beleefde aan Alle vogels van Koos van Zomeren, kon het vervolg Nog meer vogels niet uitblijven. Waarom een vervolg? (overigens maar 115 pagina’s leesvoer dus een stuk dunner dan zijn voorganger). De auteur:

“Op donderdag 11 mei van dit jaar zou in kleine kring de verschijning van Alle vogels worden gevierd. In de trein naar Amsterdam moest ik opeens aan twee eksters denken. Ergens in mijn boeken waren ze opgevlogen, en even later kon je al niet meer zien welke de ene was en welke de andere. Zoiets. Vermoedelijk in een van mijn thrillers. Jammer dat ik daar nu pas aan dacht.
Dit was de aanleiding om eens in die thrillers te duiken. Tot mijn niet geringe verbazing, en schrik, bleek het daar te wemelen van de vogels.”

Reden voor de schrijver om een aantal van deze fragmenten te bundelen, maar ook andere stukken waar hij nog op geattendeerd werd vonden hun weg naar dit boek. Dat levert weer een aantal mooie fragmenten op, zij het meer versnipperd dan in het vorige deel. In het boek staan ook weer aan groot aantal penseeltekeningen van Erik van Ommen. De schrijfstijl is dezelfde dus ik las het in één adem uit. Een fraai fragment over de zang van vogels is deze;

“Op zichzelf geeft een zingende vogel de wereld een buitengewoon eenvoudig signaal. Ik zit hier, hier zit ik. Maar in zijn uitwerking is dit signaal zo eenvoudig niet…Het begint er al mee dat een zingende vogel met een welhaast artistieke bravoure zijn eigen publiek uitkiest. Een vink zingt uitsluitend voor vinken…Je kunt een vink begraven onder de winterkoninkjes, dat doet hem niks…Maar ook binnen het selecte gezelschap van goede verstaanders heeft een vink met één en hetzelfde zangetje een dubbele boodschap. Voor mannetjes-vinken betekent het: ik zit hier, blijf jij maar uit de buurt. Voor vrouwtjes-vinken daarentegen: hier zit ik en ik zou het heerlijk vinden als je bij me kwam zitten.”

Boekenkrant

Deze stukken boeien mij meer dan de bijeengezochte stukken uit zijn fictieve werk, hoewel daar ook moois tussen zit. Maar het liefst hoor ik de schrijver en liefhebber zelf aan het woord, zoals in dit interview met Hans Neervoort:

“[…] Maar in de eerste plaats geloof ik dat vogels ook wel buiten mijn stukjes om bestaan. Een winterkoninkje dat ik zie heeft mijn stukje helemaal niet nodig om te leven. Ik kan bovendien wat daar zit niet verbeteren, maar ik kan er wel iets anders van maken. En dat anders is gelegen in de vraag: wat doet dat vogeltje met mij? Want dan kan ik weer wat met dat vogeltje doen. Daar gaan al die stukjes over.”

Dat is dan ook precies wat mij er zo in aanspreekt.

Eerder verschenen op Quis leget haec?