"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Op een nacht

Zaterdag, 23 juli, 2016

Geschreven door: Anne Eekhout
Artikel door: Anke Cuijpers

Spannende zoektochten naar de werkelijkheid

De werkelijkheid van je personages scheppen met niets dan je verbeelding. Dat is, ietwat ruw samengevat, wat Anne Eekhout probeert in haar romans, zo beweerde ze in NRC. In haar tweede boek Op een nacht gaan verbeelding en werkelijkheid in ieder geval een fascinerend spel aan met elkaar.

Net als in Dogma, haar debuut, kiest Eekhout voor een meervoudig vertelperspectief. James, Ana en Penelope vertellen alle drie, in achtereenvolgende delen, hun verhaal. Het is de nachtmerrie van elke ouder, de vermissing van je kind, die in Eekhouts tweede roman vooral leidt naar de vraag wat werkelijkheid is, wat waan of droom is, verzinsels van een brein, en hoe subject daarbij de waarheid is.

Het verhaal van James

Dat de werkelijkheid van James geen alledaagse is wordt al snel duidelijk. Kopteksten als ‘dag van de wind’ en de niet vaak gehanteerde je-vorm versterken het idee van de irreële wereld waarin James leeft. James zit in eenzame opsluiting. Zijn cel bevindt zich in een macaber gebouw. Hij wordt gemarteld, en met een volstrekte willekeur van eten en douches voorzien. Daarmee is deze gevangenschap, waarin James slechts met een blinddoek uit zijn cel mag, van een wreedheid die ik ken uit verhalen van Edgar Allan Poe. Opgesloten in gebouwen die spookachtig genoeg zijn om er ingemetselde katten of krimpende muren te verwachten:

Het donker is je cel binnengekomen. Het heeft alles omringd. Het is ook jou binnengedrongen, dat moet wel, maar waarom heeft het je dan niet gedood? Waarom in godsnaam leef je nog? Alles wat je wilt is dood zijn. Is dat te veel gevraagd? In plaats daarvan ben je een huls, een huls gevuld met zwarte aarde. Je bent begraven in jezelf.

Boekenkrant

Angst, zo lijfelijk beschreven dat we er bijna doorheen kunnen waden. Het leven van James wordt erdoor opgeslokt. Toch bestaat er een parallel universum dat gemarkeerd wordt door van data voorziene kopteksten. Want als James slaapt leeft hij een normaal, alledaags leven waarin hij getrouwd is met Ana en een dochtertje heeft: Penelope. Vader James wordt continue geteisterd door beelden, of ‘visioenen’ over het noodlottige dat zijn dochtertje zal overkomen. Een angst die elke ouder heeft maar bij James niet in te dammen is. En dan worden Ana en James op een nacht wakker en blijkt Penelope spoorloos verdwenen. Vader James gaat op onderzoek uit, hangt posters op. Ook in de huiselijke, dagelijkse wereld is de nachtmerrie vleesgeworden.

Een plotgedreven constructie

In het tweede deel lezen we het verhaal van Ana. Het huwelijk van Ana en James kraakte al behoorlijk in zijn voegen. Leven met een man die zo geregeerd wordt door ‘visioenen’ over wat er allemaal kan gebeuren met een kind is geen sinecure. Zij gelooft hem dan ook niet als hij meent te weten dat Penelope gepest wordt op school. Wordt ze dat? Kunnen wij als lezer James nog geloven als hij achter een boom staat en het pestgedrag ziet. Is het echt, wat hij ziet, of beeldt hij zich iets in?

De man die ze nooit begrijpt, niet sinds ze Penelope kregen, is een enigma. Waarom hij onheil in gedachten heeft, terwijl niets erop wijst dat er ook werkelijk iets vreselijks gaat gebeuren, waarom hij zijn vrees niet kan loslaten, waarom hij dat zelfs niet kan als blijkt dat Penny — die hij zo liefheeft, daar twijfelt ze niet aan, daar zou niemand aan twijfelen — eronder lijdt. Maar deze ochtend is ze zijn gelijke geworden. Dichter bij hem zal ze nooit komen. Deze dag, deze lange, verschrikkelijke, eenzame dag vol met duizend malende gedachten is de dag die James altijd heeft. De oven piept en ze zet de pizza op het rekje in het midden.

Het verhaal van de nuchtere, aardse Ana is grijpbaarder dan het verhaal van James. Al lezende in dit tweede deel drong zich dan ook vrijwel meteen de idee aan mij op dat hier alle antwoorden te vinden waren over de vermissing van Penelope, maar het plot ontrafelt tot aan de laatste pagina als de spreekwoordelijke draad van Ariadne.

In het derde en laatste deel maakt de roman een sprong in de tijd en komt Penelope aan het woord als jongvolwassene. De tijdsprong geeft Penelope de gelegenheid haar eigen zoektocht naar antwoorden te beginnen. Na de dood van Ana vindt ze op zolder een doos met een schrift waarin haar moeder schreef dat ze vermist was. Ze herinnert zich er niets van. Vijf maanden liefst, een niet geringe periode om te verdringen. Wat is er gebeurd destijds? En waarom heeft niemand haar iets over haar vermissing verteld? Kan ze haar gekke vader geloven en om antwoorden vragen?

Zintuiglijk proza

Het is de verdienste van Anne Eekhout dat een verhaal over verschillende werkelijkheden niet verzandt in onbegrijpelijk proza. Integendeel zelfs. Het is een vlot leesbaar boek, en de zintuiglijke verteltrant maakt de werelden van de personages invoelbaar, en vooral beangstigend reëel. Met Op een nacht levert Eekhout een meerlaagse en spannende roman af. Het klopt allemaal en valt op zijn plek, uiteindelijk. Wie durft laat zich voorlezen.


Laat hier je reactie achter:

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Alleen inhoudelijke reacties die gaan over het besproken boek en/of de recensie worden geplaatst.

Boeken van deze Auteur:

Nicolas en de verdwijning van de wereld

Op een nacht