"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Recensie: 9 sprookjes + 1 extra

Zaterdag, 20 januari, 2024

Geschreven door: Josef Čapek, Karel Čapek
Artikel door: Chris Reinewald

Zat ik niet in een sprookje, dan zou ik zeggen dat het niet eens kan

Karel Čapek (1890-1938), Tsjecho-Slowaaks schrijver, laat zich zonder morren van zijn verhaal afbrengen. Met veel plezier komt een andere verteller zijn moderne sprookjes onderbreken.
Zo’n kletskous van een huisdokter, postbode, watergeest of politieagent, die zíjn absurde anekdote vol hilarische opsommingen ab-so-luut ook nog even kwijt wil.
Even geduld a.u.b. We gaan na deze tussenzinnen gewoon verder.
Wie Čapeks ouderwets meanderende verteltrant aanstaat kan zijn lol op met deze ook alweer zo prettig door Edgar de Bruin vertaalde bundel. Voor lezers van 10 tot 100.

Welke figuur blijft mij het meest bij uit deze, niet eerder in Nederland te lezen, Čapekiaanse sprookjes? Dat moet Doctor Corpus in het Grote Kattensprookje zijn. Corpus is een volstrekt onrechtvaardige rechter die een onschuldige kattenredder verrot scheldt – “smiecht, galgenbrok, tuig van de richel, moordenaar, mispunt, dierenbuil, stuk uitschot: gaan we bijdehand lopen doen?” – en hem onverbiddelijk veroordeelt tot het cachot, de petoet, de nor, het gevang, de lik, achter tralies.
Daar neemt hij de gedaante aan van een Messias; afgaand op de nonchalante lijntekening waarmee Karels broer Josef het sprookje illustreert. En ook Josef, de tekenaar niet de timmerman dus, draagt een vertelling bij: over hoe hun beider overgrootvader zaliger een gruwelijk-gevaarlijk roversbende te slim af was.  
Een 10-jarige lezer zal het niet opvallen bij zulke verhalen, maar ik (bijna zeven keer ouder immers) wèl. De combinatie van bureaucratie, lulligheid, machtsmisbruik en absurdisme kom je ook tegen bij Franz Kafka, eveneens een Tsjech uit Praag – al schreef híj in Boheems-Duits, bij Milan Kundera (‘De Grap’), die lieve, gestoorde Maarten Biesheuvel en de ernstig onderschatte Neder-Tsjech Jan Stavinoha schieten mij te binnen.

Opsommingen
Čapek schreef honderd jaar terug op het scharnierpunt tussen traditie en moderne tijd.
Zijn verhalen lijken oude volksvertellingen met officieel erkende sprookjesfiguren; zoals daar zijn: jichtige watergeesten, hondenfeeën, landlopers, tovenaars, koningen, prinsesjes, kabouters, rovers, vogels en een doedel (wiens geschreeuw in bossen onschuldige wandelaars verschrikt tot hij met een zware keelontsteking naar de dokter moet.)
Ondanks hun eeuwenoude reputatie moeten deze types zich in de twintigste eeuw ook nog staande houden tussen narrige politiemannen, slaafse postbodes, ijdele huisartsen en een even irritant-schrandere als reislustige detective uit het verre Amerika.
(Ja, die klassiek Griekse opsommingen werken besmettelijk.)

Traceerbare Tsjechische plaatsnamen Kardašova Řečice, Žernov, Hořička, Havlovice, maken de Midden-Europese exotiek compleet. Čapek, begenadigd auteur en toneelschrijver schreef zijn meeste kinderverhalen voor kerstbijlages van de kranten Lidové noviny en Národni listy (Volkskrant en Nationaal Dagblad) Misschien was het nooit de bedoeling alles te bundelen waardoor je nu merkt dat Čapek nog wel eens in herhaling vervalt, zich herhaalt dus.

Kookboeken Nieuws

Maar is dat ook niet de eeuwige wetmatigheid van het sprookje? Dat het zichzelf altijd opnieuw zal blijven willen vertellen (en nog een keer)?|
Fijn dat dankzij Uitgeverij Voetnoot en hun eigenzinnige vormgever Henrik Barends na Čapeks koddige honden-en kattenverhalen nu ook de sprookjes in het Nederlands beschikbaar maakten.  
Want: wie heeft er nu nooit ‘ns willen weten wat er zich ’s nachts afspeelt in het postkantoor, die geheimzinnige plek met bijzondere krachten? Daarom liet postbode Kolbaba zich na werktijd insluiten. ’s Nachts ging hij met de daar aanwezige postkabouters klaverjassen met brieven en ansichtkaarten. En daardoor kon hij met een teruggevonden liefdesbrief een romance redden.

Leefden ze lang en gelukkig? Nu ja, dát vertelt Čapek niet. Wèl dat ze allemaal goed op hun bestemming kwamen, en wij ook. Zo!

Voor het eerst gepubliceerd op Bazarow en Alleroogen

Leesadvies voor jongeren

Leuk voor als je van afwijkende, sprookjesachtige verhalen houdt en de grappen van de schrijver begrijpt. Bij het lezen loop je rond in het Midden-Europa van je overgrootouders.