"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Recensie theologie: De mooiste bijbelverhalen

Zondag, 29 oktober, 2023

Geschreven door: Nico ter Linden, Rosita Steenbeek
Artikel door: Evert van der Veen

De bijbel dichterbij

Voor veel mensen heeft Nico ter Linden met zijn levendige, menselijke verteltrant de bijbelse verhalen weer in hun oorspronkelijke en tegelijk actuele kracht laten leven. Theologisch behoorde hij tot de Amsterdamse School, een richting die uitgaat van het verhalende karakter van de bijbel. Hierin ligt niet de nadruk op historische feitelijkheid van de bijbel want dat is dikwijls onzeker. Deze richting onderzoekt ook niet de ontwikkelingsgeschiedenis van teksten – latere menselijke interpretaties van wat er mogelijk is gebeurd – maar gaat uit van wat er nu voor ons ligt. Niet de feitelijkheid maar de boodschap staat daarin centraal en dat betekent kort en populair gezegd: wat er staat is wel waar maar het is niet – altijd – waar gebeurd.

Zo is ook de manier waarop Nico ter Linden in De mooiste Bijbelverhalen vertelt: lichtvoetig en menselijk, ook als het over God gaat want het zijn mensen die over God spreken. Hij legt ook uit, geeft waar nodig achtergronden die de betekenis van het bijbelverhaal verhelderen.

Rosita Steenbeek, schrijver van romans en non-fictie die zelf ook theologie studeerde en daarna moderne Nederlandse letterkunde, bewaart zelf positieve herinneringen aan haar jeugd, waarin zij met de bijbel is opgevoed. Zij selecteerde de verhalen in De mooiste bijbelverhalen en ziet ook de actualiteit van bijbelse verhalen. In een ontmoeting met Nico ter Linden zei deze tegen haar over de bijbel: “Wat je er verder nog meer over kunt zeggen, het is wereldliteratuur!” (p. 14).

In een interview zei hij eens: “Wat we theologisch allemaal al ruim een eeuw weten, komt nog steeds niet, of gebrekkig, op de kansels door”.

Geschiedenis Magazine

Enkele impressies
Uit de vele verhalen noem ik enkele die mij opvielen door de wijze waarop Nico ter Linden ze benadert en uitlegt: “Wie is mijn naaste?” (de gelijkenis van de barmhartige Samaritaan) en ‘Heb uw vijanden lief’ (uit de bergrede van Jezus in Matteus).

Het menselijke karakter komt mooi naar voren in dit citaat, in het verhaal over Jezus’ intocht in Jeruzalem, getiteld ‘Laag te ezel’: “Ja, zo zal Marcus Jezus’ intocht in scène zetten: als vervulling van het visioen van Zacharia…. Dat ezeltje heeft Marcus nodig, nu de Zoon van David de weg gaat die zo nog nooit een mens gegaan is” (p. 273).

De maaltijd die Jezus met zijn leerlingen en die in de kerk nog altijd wordt gevierd, is omgegeven met ‘diepzinnige geheimtaal’. Zo probeert Nico ter Linden Jezus’ woorden over brood als zijn lichaam en wijn als zijn bloed uit te leggen.

Mooi is de toepassing van de gelijkenis van de verloren zoon, al is het een beetje jammer dat Nico ter Linden deze bekende aanduiding hanteert omdat het in deze gelijkenis gaat om de relatie tussen de vader en zijn beide zonen en die tussen de twee zonen.

Het verhaal over vrouw die vanwege overspel bij Jezus wordt gebracht, eindigt met de woorden: “Geprezen zij de man of de vrouw die deze geschiedenis voor vergetelheid behoedde” (p. 387).

Maria Magdalena ontmoet Jezus en ziet Hem als opgestane Heer eerst voor de tuinman aan. De vergelijking van deze ontmoeting met Adam en Eva en het citaat uit Hooglied is opmerkelijk en ook wel gewaagd. Subtiel lijkt Nico ter Linden aan de speculatieve traditie te refereren dat Jezus en Maria Magdalena een verhouding zouden hebben gehad.

Nico ter Linden is bekend geworden als predikant van de Westerkerk in Amsterdam waaraan hij van 1977 tot 1995 verbonden was. Hij overleed in 2018. Daarna presenteerde hij op tv het programma Op verhaal komen in de Wester en was columnist in Trouw. In 1998 leidde hij de huwelijksdienst van prins Maurits en Marilène. Hij publiceerde de zesdelige serie Het verhaal gaat, waaruit dit boek een selectie is. Voor kinderen schreef hij Koning op een ezel en Moet je horen.

Voor het eerst gepubliceerd op Bazarow