"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Recensie geschiedenis, kunst&cultuur: Oog in oog

Woensdag, 13 december, 2023

Geschreven door: Olaf Kaper, Ben van den Bercken
Artikel door: Chris Reinewald

Onderzoeken, twijfels en interpretaties bij Fajoem-portretten

Het lijkt of de levensechte mensen op de Fajoem-portretten in het cultuurhistorisch museum Allard Pierson gisteren geschilderd werden – en niet tweeduizend jaar geleden. 

De portretpaneeltjes sierden de mummies van Griekse bewoners van de Fajoem-oase in het Egypte onder Romeins bestuur. In de rijk geschakeerde catalogus komt – nog meer dan op de expositie – de context ter sprake. Zo onderzoeken archeologische musea gezamenlijk met multispectrale fotografie de eerste portretschilderkunst van onze kunstgeschiedenis.     

Mummie
Fajoem-portretten zijn boven afgerond gezaagd om op de mummie te passen, maar werden in onze dagen als schilderijtje opgehangen. 

De meeste portretpaneeltjes zijn eind 19de eeuw – tamelijk bruut – opgegraven bij El-Fajoem, een idyllische oase-landbouw nederzetting, circa100 km zuidwaarts van Caïro. In de multiculturele samenleving van het toenmalige Romeinse Egypte woonden gemigreerde grondbezitters van Griekse komaf. Vermoed wordt dat zij eerder in het Romeinse leger dienden. Als pensioen kregen ze lapjes grond en een huis.

Het Weer Magazine

Portretkunst
Het mummificeren is een antiek Egyptisch gebruik, voortkomend uit de circa 500 jaar oudere traditie onder de farao’s. Het levensecht individueel portretteren past echter in de Grieks-Hellenistische traditie. 

Het Westen maakte pas eeuwen na dato kennis met de eerst als minderwaardig geziene portretkunst. Een Oostenrijkse tapijthandelaar/avonturier Theodor Graf liet in 1887 driehonderddertig portretpanelen opgraven bij El-Fajoem en El-Rubayat. 

Terug in Wenen verkocht hij ze in 1894 op een tentoonstelling met Egyptische antiquiteiten. Zo wekte hij ook de aandacht van de Britse amateur-archeoloog William Flinders Petrie die daarop zelf ter plaatse portretten opgroef. Indien “nodig” knapte hij ze zelf op, lees: hij verbeterde ze onherstelbaar. De mummie en de kist gooide hij weg. Zoiets geldt als doodzonde in de archeologie, omdat zo alle cruciale informatie wegraakt. 

Wijnbeker
Soms vinden we nog wel een naam: Ammonios van Antinoöpolis, een voorname jongeman met versierde wijnbeker, bloemenslinger en een takje mirte: symbolen voor het overwinnen van de dood. 

Ongebruikelijk is dat het portretje niet op Europees lindenhout (!) maar op linnen is geschilderd met kleurpigmenten en stroperige bijenwas (encaustiek). In andere gevallen werd met tempera (eiwit en pigmenten) “droger” geschilderd of gearceerd. 

De catalogus belicht het Romeins-Egypte en de oud-Egyptische rituelen rond dood en hiernamaals. Met actuele materiaalproeven voor pigment en grondering poogt men het maakproces te ontleden en zo de praktijk te ontrafelen. 

Ateliers
Waren het kunstenaars of kleine ateliers die met standaard-schetsen werkten? Het feit dat veel geportretteerden erg op elkaar lijken suggereert een vaste iconografie. 

Men ‘poseerde’ met iets naar linksachter gedraaid lichaam en een naar de kijker toegekeerd gezicht: als bij een studiofoto. 

De daaropvolgende vraag is cruciaal: Zijn de levensechte portretten wel zo realistisch? Werden ze bij leven en toch niet post-mortem geschilderd? Lastig te controleren. 

Een aanwijzing is dat veel mensen modieus uitgedost zijn: mannen met een hippe Romeinse keizersbaard, vrouwen met een tiara van de keizerin. 

Maar waren ze allemaal rond de 40 bij hun overlijden? Slechts een enkeling ziet er daadwerkelijk doodsbleek, oud, jong of gewond uit.

Interpretaties
Bijzonder aan de expositie – en nog meer bij het boek – is dat het de kijkers meeneemt naar de onderzoeken, twijfels en interpretaties. De catalogus besluit met een portrettenparade waarbij de paneeltjes geflatteerd-lichter zijn gereproduceerd dan de originelen in de vitrines. Ook in hedendaagse straatcultuur tonen de archeologen interesse. In Egypte vindt men het nu leuk om hedendaagse koppen bij de portretten te zoeken met opvallende overeenkomsten. De Fajoem-mensen zijn nog gewoon onder ons.

Voor het eerst gepubliceerd op Bazarow

Expositie: Tot 25 februari 2024, Allardpierson.nl, Oude Turfmarkt 127-129, Amsterdam.