"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Recensie: Goudjakhals

Woensdag, 8 november, 2023

Geschreven door: Julien Ignacio
Artikel door: Anke Cuijpers

Indringende mozaïekroman over migratie

Zo divers als de vertellers zijn die Julien Ignacio aan het woord laat in Goudjakhals, een ding hebben ze gemeen met elkaar: ze zijn allemaal ontworteld. Zelfs Ma Mercedes die haar hele leven op Aruba woont, is dat gedeeltelijk omdat een van haar kinderen overzees studeert. En alhoewel je alle verhalen in deze roman los van, en door elkaar zou kunnen lezen, mis je dan veel. Knap verweven in de opeenvolging van de verhalen is wat het betekent om al dan niet te kunnen thuiskomen.

Medemenselijkheid
De roman opent met een verhaal waarin een GPS systeem aan de dood ontsnapt. Het AI-systeem is ontworpen om migratiestromen in kaart te brengen. Op zoek naar wat hem deed ontsporen, herkent AI zich in de mens die vastloopt in de onmenselijke bureaucratie rondom asiel zoeken. Al lezend navigeer je langs waargebeurde, en universeel herkenbare geschiedenissen als van de verdronken Aylan Kurdi, liggend in de branding. Een gevoel van vervreemding en onmacht evoceert dit verhaal, als juist dit AI-systeem steeds menselijker wordt, terwijl de mens, een Iraanse Koerd, opgesloten zit in een systeem waarin asielzoekers als misdadigers en makkelijke verdienmodellen worden behandeld.

Verrassend is Het silvere koord, waarin prostituee Sjaan Cos in sappig Jordaans over haar leven en einde vertelt. Als ze wacht op haar terechtstelling en kijkt naar de hoge heren en de predikant die hen voorgaat in een gebed:

“Godskolere, wat een achenebbisj sooitje. Aan die miesjgassers met hun kapsones geef je toch geen draad sjoege. Van mij kenne se me allemaal de bout hachele.”

Yoga Magazine

Wat verraderlijk, met hoeveel plezier ik dit verhaal las van de kaneelkleurige Sjaan die te vondeling werd gelegd, en op het schavot belandt omdat tsaar Peter de Grote een executie wil bijwonen, en de geplande executie niet doorging.

Identiteit
Een groot deel van het overkoepelende plot scharniert rondom Tarik, die we eerst van veraf te zien krijgen. Een spelend kind dat vanuit een taxi gezien wordt. Hoe belangrijk deze korte blik op Tarik is, wordt pas duidelijk bij het lezen van De host dat, deels, door Tarik verteld wordt. Tarik laat het meest van alle personages in deze mozaïekroman zien hoe kapot je kunt gaan, door oorlogsgeweld, maar ook door bureaucratie en onverschilligheid. En het is precies deze Tarik die lege blikjes met graffiti van hun achteloze wegwerpen door de samenleving probeert te redden. Een gebaar dat je doet beseffen dat er iets ook heel erg niet kapot is gegaan in Tarik, empathie. Al beseft hij zelf waarschijnlijk niet hoezeer die blikjes symbool staan voor zijn eigen lot. Uiteindelijk is hier de psychiater met haar onbevooroordeelde blik degene die de lezer in staat stelt om te begrijpen wat er in Tarik omgaat.

Zwerfgast
De goudjakhals uit de titel is een dier dat zich in Nederland alleen als zwerfgast laat zien. Hij prijkt in graffiti op de omslag van deze roman. In een podcast in het verhaal De host wordt over de graffiti handtekening gezegd:

“Het was de basis voor een complete transformatie, als de cape en het masker van een superheld. Het was mijn nom de plume en nom de guerre. De voorwaarde een ander te worden. Een nieuwe identiteit aan te meten.”

Tarek, de graffitikunstenaar wordt in hetzelfde verhaal een drone genoemd die boven de stad zweefde, een gezichtsloze maker. Het zijn telkens kleine schakels in de ketting van identiteit en migratie. Zo voelt de schrijver zicht een zwerfgast als hij merkt hoe de literaire verwantschap die hij voelt met Reve wankelt vanwege de racistische grappen die in de verhalen van Reve aanwezig zijn. Tegelijkertijd is de wereld zelf een dorp geworden sinds we ons makkelijk van continent naar continent kunnen verplaatsen. Zo is de vanuit Libanon gevluchte familie Mansurs waar Ma Mercedes poetst in Radio gaga, dezelfde familie als waar het naamloze hoofdpersonage in Chatilat Road op weg naar toe is. De Arubaanse Ma Mercedes is een warme moederkloek, die niet zonder haar radio kan, maar vooral haar jongste zoon in dat verre Nederland mist:

“In het luipaardlicht hief ze haar kapmes en hakte vier rijpe cassavewortels een halve meter boven de grond af. Zonder hun wortels krulden de bladeren op en lieten hun groene hoofden hangen. Zo moest Urleson zich voelen, dacht Mercedes, ver weg van zijn geboortegrond.”

Vrijheid
De Songs of Freedom, zoals de ondertitel van deze roman luidt, lijken op de muziek zelf te slaan, die het hart weet te raken over de grenzen van de taal heen. En natuurlijk aan de zang van de tot slaaf gemaakten, die zowel zongen om de hoop levend te houden als om te protesteren. Muziek, er is natuurlijk een playlist bij de roman, is een van de verbindende motieven in dit welluidende koor van stemmen dat Ignacio geschapen heeft. Een bijzonder hecht gecomponeerd en raak geschreven roman.

Voor het eerst gepubliceerd op Bazarow

Boeken van deze Auteur: