"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Recensie: Het heerlijke leven in onwetendheid

Zaterdag, 25 november, 2023

Geschreven door: Sejul Nerve
Artikel door: Johan Klein Haneveld

Speculatieve fictie met mooi taalgebruik

Laat de cover van dit boek zien dat het gaat om SF-verhalen? Nee. Blijkt het uit de titel? Nee. Wat we zien is een alledaagse man die met een blik van verwondering over de schouder van de lezer kijkt. Je wilt bijna zelf achter je kijken om te zien wat er plaatsvindt. 

Moderne omgeving
Alleen als je de achterflap leest, kom je achter het beoogde genre van deze bundel. ‘Onze alledaagse werkelijkheid met een sciencefiction-twist’ is hoe de auteur zijn verhalen beschrijft (aangezien dit een boek is dat de auteur zelf heeft uitgegeven, kunnen we ervan uitgaan dat hij ook verantwoordelijk is voor de flaptekst). Dat alledaagse van de cover klopt dus wel. Hij gebruikt verder termen als “een verfrissende blik op onze eigen belevingswereld” en “de verhalen spelen met existentiële en filosofische thema’s”. Op zijn website schrijft de auteur over zichzelf: “Zijn fascinatie ligt vooral bij de onderbewuste invloed van de moderne omgeving op ons psychische functioneren.” Als je ziet door welke andere SF-auteurs hij zich heeft laten inspireren, sluit dat aan bij die bewoording. Op zijn site plaatst hij namelijk biografieën van auteurs met daarbij recensies van gelezen boeken. Voor een deel gaat het om de schrijvers van dystopieën, klassiek (Orwell, Huxley, Bradbury) en moderner (Butler en Liu Cixin). De andere auteurs zijn in te delen in onder meer literair geïnspireerde SF, zowel uit de ‘new wave’ (Dick, Vonnegut) als modernere auteurs (McEwan en Ken Liu). De leus van de New Wave, zoals verwoord door J.G. Ballard, was dat het in de SF moest gaan om exploratie van ‘inner space’, in plaats van ‘outer space’ en dat is precies de insteek van de auteur. Op de achterflap noemt hij zich een ‘specialist in science fiction’ en belooft hij de lezer dat die daardoor kan rekenen op ‘originele invalshoeken’ en ‘verfrissende scifi-concepten’. 

Onorigineel
Met die originele invalshoeken zit het wel goed. Maar de verfrissende scifi-concepten vielen wat mij betreft tegen – de wat meer ‘harde SF’-verhalen in deze bundel, ‘Levenswaarde’ en ‘Zelfverheerlijking tot het einde’, vond ik zelfs ronduit onorigineel (de eerste) en flauw (de tweede). Wellicht valt dit te verklaren uit het feit dat de auteur onder de door hem gelezen SF-schrijvers geen schrijvers van harde SF schaart, behalve Verne en Clarke, en al helemaal geen moderne schrijvers met een stevige wetenschappelijke onderbouwing. Voor iemand die zichzelf profileert als sciencefictionconnaisseur vind ik dat wel een tekortkoming, maar aan de andere kant is het natuurlijk een kwestie van smaak. Zelf ben ik meer van de SF die is geïnspireerd door wetenschappelijke ideeën. 

Wetenschap
Mijn verwachtingen van deze bundel waren waarschijnlijk realistischer geweest als de auteur had gesproken over ‘speculatieve verhalen’ of ‘verbeeldingsliteratuur’, want het ‘fantastische element’ in veel verhalen is soms ongeloofwaardige wetenschap (Japanse reuzenmonsters of zielbehoud met behulp van gammastraling), soms is het een nieuwe vorm van dystopie (zoals in ‘Stoelendans), maar vaak is het eigenlijk magie. Dat laatste geldt voor het tijdreizen in ‘Bolster Centraal in het kwadraat’, de bijzondere omgeving in ‘De goedaardige rots’ en de duivelse draaiorgels uit het verhaal met die titel. Een aantal verhalen zijn eerder ‘slipstream’ te noemen, omdat ze eigenlijk geen fantastisch element bevatten maar wel bevreemdend zijn, zoals een verhaal vanuit een bijzonder gezichtspunt in ‘Onder spanning’ en een verhaal over mogelijkheden in ‘De onbereikbare tuin’. 

Personages
In al deze gevallen gaat het om de reactie van de karakters op de bevreemdende situatie – waarbij meestal de personages al onder druk staan en een uitweg zien in het nieuwe element of daardoor juist over de grens worden geduwd. Uit de verhalen is een aanklacht af te leiden voor het onpersoonlijke in onze eigen samenleving, waarbij de kloof tussen individuen wordt vergroot door stress, onderlinge vergelijking en surveillance. Mentale gezondheid speelde ook een grote rol in de debuutroman van Sejul Nerve en het is duidelijk dat het thema hem is blijven bezighouden. In ‘Verkeerd bezorgd’ weet hij depressie bijvoorbeeld invoelbaar te beschrijven. 

Wending
Het is overigens niet zo dat hij al een antwoord heeft gevonden, wat onder andere blijkt uit het feit dat veel verhalen niet eindigen met een wending of een laatste gevolgtrekking. Vaak zijn het beschrijvingen van een situatie en de reactie van de hoofdpersoon, en mag de lezer daaruit zelf een conclusie trekken. Persoonlijk hou ik van duidelijke eindes aan verhalen, maar anderen worden wellicht juist aan het denken gezet door het onbestemde en het niet perfect afgeronde van een verhaal, wat overigens ook past bij de New Wave-SF van schrijvers zoals de eerder genoemde Ballard. 

Zoals het een liefhebber van meer literaire SF betaamt, besteedt de auteur ook zorg aan zijn proza. Hij wil niet alleen puur toegankelijk zijn of effectief, hij wil daadwerkelijk mooi schrijven. In veel gevallen lukt hem dat ook, met geslaagde beschrijvingen (‘De klimop die langs de muur naar de hemel reikt, bepaalt de grens tussen de vrije groene vallei en de strikte bakstenen beschaving’) en niet voor de hand liggende metaforen (‘Het huiskamertje van Josefien ontwaakt als een lief klein beestje’). Ook de dialogen zijn fris zonder geforceerd over te komen (al zeggen de karakters erg vaak ‘man’ tegen elkaar). 

Vreemd
Toch heb ik het idee dat de auteur iets teveel hooi op zijn vork heeft genomen want ik vond wat kromme zinnen, die wel hadden gelopen als één bijvoeglijk naamwoord of andere kwalificatie was weggelaten (‘De lange gang lijkt eindeloos’ en ‘Hij kijkt zorgelijk achterom terwijl hij Perry behoedzaam volgt’). Ook waren er wat storende fouten, waarvan sommige regelmatig terugkeerden (‘aan weerszijde van’, ‘in gedachte verzonken’). Maar ook werden woorden soms wat vreemd gebruikt, zoals ‘een hypothetische vraag’ in plaats van ‘een retorische vraag’. Ik kan me voorstellen dat heel kritische lezers hierdoor van de verhalen zelf afgeleid zouden worden. Maar wie zich niet op dit soort zaken op focust, zal volop genieten van bijzondere speculatieve verhalen met soms heel interessante situaties. Ik kijk bijvoorbeeld nooit meer hetzelfde naar het spelletje ‘Stoelendans’.

Yoga Magazine

Ook verschenen op Hebban