"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Recensie: Het levende standbeeld

Zaterdag, 28 oktober, 2023

Geschreven door: Günter Grass
Artikel door: Chris Reinewald

Middeleeuwse drinkt graag cola

Niet iedere greep uit de la met onuitgegeven manuscripten van een overleden schrijver leidt tot een publicabel boek. De auteur heeft het immers niet voor niets onder zich gehouden. Anders ligt dat bij de mooie postume novelle van Nobelprijswinnaar Günter Grass (1927-2015) die pas verscheen.

Het waren trouwens niet alleen krabbelige aantekeningen maar ook de altijd wat ouderwetse tekeningen van Grass die Hilke Ohsoling, zijn secretaresse aantrof. Net als Jan Wolkers of Hugo Claus was hij een minder interessant kunstenaar. Alle drie stopten hun beeldende kwaliteiten in hun teksten.

Grass begon rond 2003 aan het verhaal. Ofschoon het als novelle een mooi afgerond geheel werd had hij het ook aan verschillende kanten kunnen uitbouwen. Het verhaal draait om een Middeleeuwse standbeeld dat iedereen wel moet kennen: één van de dertien realistische standbeelden die bij de kathedraal van Naumberg staan, markgravin Uta. Het is een rijzige jonge vrouw die met strenge blik vanachter haar opgeslagen kraag de wereld inkijkt.

O zeker, suggereert Grass, ziet ze meer naderende rampspoed dan wij opmerken.

Boekenkrant

Het is deze diabolische suggestie die de tekenaars van Disney inspireerden tot Sneeuwwitjes boze stiefmoeder met daarbij ook wat trekken van de filmster Joan Crawford. Daarover rept Grass trouwens niet.

Boe of ba
Nadat Grass en zijn vrouw Ute […] tijdens een bureaucratisch uitstapje naar de ehemalige ‘Arbeiders- en Boerenstaat’ Uta voor het eerst aanschouwen, is hij gefascineerd. Zijn fantasie slaat op hol. Hoe mooi zou het niet zijn de dertien aan tafel uit te nodigen en hun verhalen te horen. Maar is dat even jammer: aan de dochter van de Naumbergse goudsmid die model zou staan voor Uta is geen luxe eten of tafelconversatie besteed. Geen boe of bah. Niks lust ze, nou ja alleen vissticks en een glas cola.

Na het vallen van de Muur komt Grass Uta op allerlei andere plaatsen tegen in haar hoedanigheid als levend, grijs gegrimeerd standbeeld.  Daar staat ze als onbeweeglijk poserend ikoon voor een kathedraal. Keulen, Milaan.

Wat hem minder bevalt is een Arabisch ogende jongeman in haar omgeving. Hij verzamelt het geld dat zij ophaalt. En zo ontspint zich in het schrijvershoofd een obsessie die tot uiting komt tijdens een schrijverscongres in Palermo. Hij heeft het over een levend standbeeld en haar pooiervriendje én de nood van de Middeleeuwen die ons altijd is ontgaan. Licht geraakte collega’s interpreteren het als het manipuleren van de geschiedenis, eigen aan Duitsers. Uiteindelijk sust een ongenoemde Italiaanse mediëvist en bestsellerauteur alle commotie. Dat moet Umberto Eco geweest zijn.

En zo cirkelt het sprookje verder om het droombeeld heen die als ongeschminkte vrouw van vlees Jutta blijkt te heten. Als Grass haar in Frankfurt voor de Europese bank ziet poseren – met dat nare vriendje in de nabijheid – nodigt hij haar schriftelijk uit voor een hapje in het stationsrestaurant. Ze komt zowaar. Jutta neemt wat ze altijd eet, zegt ze. Linzensoep, schnitzel en cola. Desgevraagd vertelt Jutta over haar wijze vriend. Een tot de Islam bekeerde Kazachstaan is hij.

Nee, dat einde van het sprookje hadden we niet zien aankomen.

Voor het eerst gepubliceerd op Bazarow

Boeken van deze Auteur: