"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Boekfragment filosofie: Ken jezelf

Woensdag, 8 november, 2023

Geschreven door: Tinneke Beeckman
Artikel door: Onbekend

Reis mee met Tinneke Beeckman door de filosofie en de wereldliteratuur en ontdek inzichten over jezelf en het leven

In een moedige zoektocht naar zelfkennis leidt Tinneke Beeckman de lezer langs de grootste geesten uit de filosofie en wereldliteratuur: van Socrates, Hannah Arendt en Albert Camus tot Marcel Proust en Virginia Woolf. Vertrekkend vanuit persoonlijke vragen ontdekt ze hoe hun ideeën je blik op jezelf en het leven kunnen verrijken. Beeckman wekt klassieke denkers tot leven en laat overtuigend zien hoe de filosofie juist vandaag de dag van grote waarde kan zijn.

Fragment uit Ken jezelf
Kan ik de waarheid spreken over mezelf?
Zelfs al wil ik alleen over filosofie schrijven, dan nog krijg ik geregeld vragen over mijn persoonlijke leven: ‘Wie ben je echt? Hoe ben je geworden wie je bent?’ Je moet een verhaal over jezelf kunnen vertellen, terwijl iedereen dit vroeger onbetamelijk vond. Daarbij lijkt het alsof zo’n verhaal meteen waarachtig materiaal oplevert: je vertelt het gewoon zoals het is. Maar kun je wel de waarheid over je eigen leven vertellen? Wie naar de pionier van deze oefening kijkt, Jean-Jacques Rousseau, weet dat dit niet vanzelfsprekend is.

Rousseau (1712-1778) wilde twee opdrachten combineren. Hij probeerde zichzelf te doorgronden, naar de opdracht van het orakel in Delphi. Dat orakel schreef ‘ken jezelf’ voor aan Socrates. Vervolgens wilde Rousseau die waarheid aan de wereld openbaren.
Daarmee zet Rousseau een revolutionaire stap. Hij meent dat zijn waarheid, zijn biecht, de moeite waard is om gelezen te worden, al is hij geen bijzondere persoon. Nee, hij is geen bisschop, zoals de illustere Augustinus met zijn Bekentenissen. Nee, hij is geen edelman, zoals Montaigne, die zijn Essays samenstelde. Net als bij de echt moderne mens weerhoudt zijn banaliteit hem niet om aandacht op te eisen.
Rousseau wil zich beter leren kennen door alles te vertellen. Hij is het best geplaatst om zijn portret te schetsen, omdat hij zijn innerlijke wereld kent. Anderen kennen slechts de buitenkant. Jezelf doorgronden lijkt een eenvoudig proces: je moet de blik naar binnen richten en de eigen gevoelens neerschrijven.
Maar Rousseau ondervindt dat die opdracht knap lastig is. Hij botst op obstakels. Als hij iets vergeet, riskeert hij het verwijt iets te willen verzwijgen. Als hij alles zegt, moet hij zijn leven tweemaal beleven: in het echt en tijdens het schrijven. Hij moet dus ervaringen weglaten. Maar dan komt het project op de helling. Het wordt een eindeloze onderneming: Rousseau weet niet waar zijn autobiografisch project eindigt.

Over de auteur
Tinneke Beeckman (1976) is een van de meest vooraanstaande filosofen in het Nederlandse taalgebied. Ze schreef onder andere het bekroonde Door Spinoza’s lens (2012) en Macht en onmacht (2015). In 2020 verscheen haar bestseller Machiavelli’s lef, waarmee ze de Hypatia-prijs won. Naast haar boeken schrijft Beeckman columns voor De Standaard.

Boekenkrant

Ook verschenen op Boekenkrant