"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Recensie kunst: Keten & stompen

Zondag, 14 januari, 2024

Geschreven door: Elmer Schönberger
Artikel door: Ger Groot

Musicale vriendschap van Elmer Schönberger en Louis Andriessen

Vriendschap is de ultieme vorm van het ‘ondanks’. Ze hoeft de ogen niet te sluiten voor zwakke, hinderlijke, soms zelfs onuitstaanbare hebbelijkheden van wie niettemin een vriend blijft, al dan niet voor het leven. Ook Elmer Schönberger betoont zich in zijn innemende vriendschaps- & afscheidsboek jegens Louis Andriessen verre van kritiekloos. ‘Camera’s en microfoons halen niet altijd het beste in hem boven,’ schrijft hij. ‘Ik moet bekennen dat ik altijd een voorkeur voor de niet-uitvergrote versie heb gehad.’

Toonzetter
Juist die niet-uitvergrote versie krijgt in Keten & stompen alle ruimte. Bewondering is niet eens de belangrijkste toonzetter van het boek. Het is de diepe genegenheid van een man die zich, naar eigen zeggen, nooit de mindere van Andriessen hoefde te voelen om in hem toch de meerdere te erkennen. Generositeit is misschien wel het diepste geheim van alle vriendschap – en daarin betoont ook de schrijver Elmer Schönberger zich, in dit in korte herinneringsflitsen geschreven boek, een meester.

Verre van een biografie te zijn (daar werkt de musicologe Jacqueline Oskamp aan) is dit boek een soms nostalgische maar altijd dankbare herinnering aan de ruim vier decennia waarin Schönberger met Andriessen verkeerde, reisde, kaartspeelde, discussieerde en musiceerde. En elk stuk dat hij waarvan hij de ontstaansgeschiedenis vertelt, zijn eerste en latere indrukken boekstaaft, de soms anecdotische en soms compositorische eigenaardigheden verhaalt, zou je stante pede willen horen. 

Humor
Daarbij gaat Schönberger alle zwaarwichtigheid uit de weg. Zijn herinneringen vloeien hem ogenschijnlijk hap-snap uit de pen, niet zonder humor bovendien. Want ook al kon Andriessen nogal stellig en, zij het in afnemende mate, dogmatisch zijn, er moet ook flink wat humor in hem gestoken hebben. Zoals wanneer Reinbert de Leeuw in een stuk van Stockhausen onverwacht een octaaf-interval ontdekt (‘zo ongeveer het grootste taboe in de seriële muziek van de jaren vijftig’, legt Schönberger uit) en daar opgewonden kond van doet. ‘‘Onmiddellijk de politie bellen,’ roept Louis.’

Schrijven Magazine

Méér nog dan naar de persoon Louis Andriessen keert dit boek steeds weer terug naar zijn muziek, op een even beeldende als enthousiasmerende manier die doet verlangen naar de noten en de klanken zelf. Zo hoort het in een musicale vriendschap, en zo hoort een literaire ‘tombeau de Louis Andriessen’ geschreven te zijn. Als een miniatuurtje dat vooral tot klinken wil komen. Een kleinood dat tot de mooiste vriendschapsbetuigingen behoort die ik ken.

Ook verschenen op Twitter/X en Linkedin

Boeken van deze Auteur:

Maar ik ben al thuis