"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Recensie gezondheid & psychologie: Pijn

Donderdag, 23 november, 2023

Geschreven door: Sanne Bloemink
Artikel door: Cyril Lansink

Een zoektocht naar antwoorden

Tijdens een training kickboksen gaat het mis. Plots schiet er een vlammende pijn door het rechterdeel van het lichaam van journaliste Sanne Bloemink. Ze kermt het uit. Strompelend weet ze nog net thuis te komen. Is het een spitaanval, een spierscheuring, of misschien een hernia die zich opeens doet gelden?  

Acute pijn is een gevolg en heeft een waarschuwingsfunctie: er is iets in het lijf kapot gegaan, het lichaam zegt ‘stop’, je kunt niet verder en moet jezelf in acht nemen. De pijn zal verminderen en weer verdwijnen als de schade wordt hersteld, is het niet door het helend vermogen van het lichaam zelf dan wel met medische hulp van buitenaf. Zo gaat het meestal bij sportblessures. 

Chronisch
Maar in het geval van Bloemink blijkt daar geen sprake van te zijn. Haar pijn gaat niet meer weg, houdt zichzelf als het ware in stand, wordt chronisch. Dertien jaar later, na vele dokters en therapeuten, enkele operaties en talloze pogingen tot pijnbestrijding, is de pijn er nog steeds. Als de ongenode kwelgast die ooit langs kwam en nooit meer is weggegaan. Van een eenduidige waarschuwing dat er iets in haar lichaam mis is, is de pijn veranderd in iets dat haar hele leven tekent en haar identiteit mede bepaalt. 

Chronische pijn is een zeer complex fenomeen en laat zich, zoals ‘gewone’ pijn,  niet vangen in een eenvoudig oorzaak-gevolg schema. Met haar eigen pijn als aanleiding, en als ‘motor’, heeft Bloemink deze complexiteit in al haar facetten bevraagd. Dat heeft geresulteerd in een boeiend en soms aangrijpend boek waarin persoonlijke ontboezemingen, journalistiek onderzoek, en historische, literaire en (medisch)wetenschappelijke inzichten overtuigend met elkaar zijn verweven. 

Yoga Magazine

Kennis
Mensen lijden meer (aan) chronische pijn dan aan welke (andere) ziekte ook. Maar wat pijn precies is, waar hij vandaan komt, waar hij ‘zit’, hoe groot hij is en hoe we hem moeten duiden en kunnen verdragen – al de medische kennis ten spijt krijgen we maar moeilijk antwoorden op deze vragen. Pijn, en speciaal chronische pijn, blijft iets ongrijpbaars houden. Pijn is subjectief, niet goed meetbaar en traceerbaar. Communiceren over pijn is vaak frustrerend en vruchteloos. Hoe moeilijk is het om anderen, zelfs je dierbaren, met jouw pijn te bereiken, hoe onmachtig de taal om te beschrijven wat je voelt? Het is een van de verdiensten van Bloeminks boek dat het er zowel in slaagt uitdrukking te geven aan die onmacht als die te overstijgen.

“Een ongecontroleerde beweging leidt tot elektrische sidderalen die zich in razend tempo door het lichaam bewegen, zoals aluminiumfolie dat over een metalen vulling in een kies schuift. Maar dan in mijn rug en been. De zenuwpijn is een gemene tegenstander die geduldig afwacht om bij het kleinste bewegingsfoutje in te pluggen op het zenuwnetwerk en alle contactjes met elkaar te laten reageren tot een overweldigende pijnrivier van rug tot voet. Daarom blijf ik zo stil mogelijk liggen. Daarom moet ik zo goed mijn best doen en zo goed opletten. Daarom ga ik niet naar buiten. Daarom ben ik zo alleen.”

Benadering
Om chronische pijn en de mensen die eraan lijden te verstaan, is in ieder geval een bio-psycho-sociale kijk nodig. Chronische pijn vraagt niet alleen om een fysiologische verklaring maar ook om een psychische en sociale benadering. Bloemink besteedt veel aandacht aan de samenhang van lichaam en geest bij chronische pijn. Geestelijk leed (bijvoorbeeld een onverwerkt trauma) kan ook een bron of een trigger zijn van chronische pijn. Maar omgekeerd zorgen aanhoudende pijnklachten ook voor veel psychische malheur. Iemand met chronische pijn is meestal geen fijn gezelschap, niet voor zichzelf en niet voor anderen. Pijn zorgt voor schaamte, maakt eenzaam en depressief en kan tot suïcidale gedachten leiden. 

Oorzaak
In haar zoektocht naar wat (haar) pijn is en betekent, waar de oorzaak ervan ligt en hoe je (ze) ervan verlost kan worden maakt Bloemink duidelijk dat er geen eenvoudige antwoorden zijn. Kenmerkend voor veel chronische pijnklachten is nu juist dat dé medisch-lichamelijke diagnose en genezing zich maar niet wil aandienen. Als gevolg daarvan wordt die pijn dan al te vaak tot een psychisch probleem gereduceerd: ‘het zal wel tussen de oren zitten’. Met als subtekst: die pijn is niet reëel, heeft geen echte oorzaak. De stap naar ‘victim blaming’ is dan niet ver meer: hij of zij die pijn lijdt beeldt zich immers alleen maar iets in. Bloemink weigert zich te onderwerpen aan deze boodschap van de ‘orenmaffia’: ook al speelt de geest een belangrijke rol bij chronische pijn, de lichamelijkheid van die (haar) pijn valt niet te loochenen.

Hoop
In het laatste deel van haar boek gaat Bloemink in op de vraag die zich voor veel mensen met chronische pijn onvermijdelijk zal aandienen: hoe te leren leven met deze pijn? Want hoewel de hoop op een (medische) oplossing hardnekkig is, dringt de noodzaak tot acceptatie van de pijn en het beperkte leven waartoe die pijn je dwingt zich voortdurend op. Hoe zin te geven aan een pijn en een lijden die nergens goed voor zijn (dwz zinloos lijken) en je misschien soms alle zin in het leven ontnemen? Het aloude religieuze antwoord dat pijn loutert en in het teken staat van een hemelse beloning voldoet (voor Bloemink) niet meer. Hoe past chronische pijn dan wel in haar zoektocht naar reden, zin en betekenis? 

Individueel
Bloeminks tast naar een antwoord. Allereerst probeert ze de pijn die zo individueel en zo ondeelbaar is te verbinden met een ander zelfbeeld en wereldbeeld – een zelf dat fundamenteel kwetsbaar is, en een wereld waarin die kwetsbaarheid de norm wordt, in plaats van een te loochenen of te overwinnen tekort; een wereld waarin de zorg voor die kwetsbaarheid wezenlijk is voor wie we zijn in plaats van de steeds uitdijende kostenpost die we er in onze economisch gestructureerde samenleving in zien. Misschien heeft chronische pijn zo dan toch een ‘functie’, omdat ze ons wijst op een ander verhaal over de mens – een verhaal waarin broosheid, empathie en zorgzaamheid de kernwoorden zijn, in plaats van kracht, succes en zelfgenoegzaamheid. 

Lezenswaardig
Op de tweede plaats is haar boek zelf een antwoord! Bloemink heeft als schrijver iets van haar pijn ‘gemaakt’: ze heeft al is het maar gedeeltelijk en ongetwijfeld soms tegen de klippen op haar pijn weten te sublimeren in een werk, in iets moois, iets lezenswaardigs, dat waardering verdient en het leven glans geeft. 

Daarmee is haar pijn niet weg. En ook niet die van de lezers met wie ze haar verhaal, haar emoties en inzichten heeft gedeeld en die (mogelijk) opgesloten zitten in hun eigen pijn. Maar toch… Haar slotwoorden zijn even realistisch als troostrijk: “Iedereen heeft nog pijn. Maar we zijn niet alleen.”

Voor het eerst gepubliceerd op Bazarow