"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Revolusi

Dinsdag, 12 april, 2022

Geschreven door: David van Reybrouck
Artikel door: Quis leget haec?

Waar Nederland kansen heeft laten liggen

[Recensie] Met Revolusi heeft David van Reybrouck een zeer geslaagde poging gedaan om het verhaal te vertellen van de Indonesische vrijheidsstrijd. Een strijd die losbarstte kort na de Tweede Wereldoorlog, maar die zijn wortels al ver daarvoor had. In een documentaire over de totstandkoming van dit boek vertelt de auteur dat hij als niet-Nederlander los kan komen van het nationale perspectief en dat de geschiedenis van Indonesië een wereldgeschiedenis is, dus ook zijn geschiedenis.

Om dat beeld te schetsen heeft Van Reybrouck talloze interviews gehouden. In Indonesië uiteraard, in Nederland, maar hij heeft ook gezorgd voor verschillende perspectieven. Daarom ging hij ook op zoek naar Japanse ooggetuigen en trok hij zelfs naar Nepal om de Gurkha-strijders te interviewen die ook in Indonesië actief waren.

Dat levert een boek op van ruim 500 pagina’s dat ik met meer dan normale belangstelling heb gelezen. Ik heb zelf in het land rondgereisd en mijn grootvader is direct betrokken geweest bij de acties na de Tweede Wereldoorlog. Acties waar hij nooit echt over heeft willen spreken, maar die hij zeker zijn leven lang met zich mee heeft gedragen.

Inlanders op dek 3
Van Reybrouck vertelt over de geschiedenis van de regio en komt zo tot de landing van de eerste Nederlanders in het gebied. Langzaam wordt de puzzel gelegd en worden de Nederlandse gebiedsuitbreidingen in kaart gebracht. Overigens was territorium niet het doel, dat was de handel, maar het leidde ontegenzeggelijk tot het begin van het kolonialisme. Wat de auteur goed doet is de standsverschillen in de maatschappij beschrijven aan de hand van de verschillende dekken op de pakketboot die de diensten onderhield tussen de verschillende eilanden. Dat waren, even heel algemeen, in het begin de Europeanen op dek 1, veel vreemde oosterlingen op dek 2 (denk aan de Chinese middenstanders) en de inlanders op dek 3. Al naar gelang er veranderingen in de maatschappij voorkwamen, beschrijft Van Reybrouck dat aan de hand van die dekken en dat werkt prima. Als de nationalisten snel een bestuur opzetten als er een machtsvacüum ontstaat bijvoorbeeld:

Foodlog

“Kortom, binnen minder dan twee weken was er een grondwet, een staatshoofd, een parlement, een regering, een soort leger en het begin van een bestuur. Militairen en ambtenaren kregen meteen een plek in de nieuwe staat, duizenden dorpen en eilanden werden bereikt. Dek 2 en 3 klommen samen op naar dek 1. Maar er ontstond gedrang op de trappen.”

Bersiap
De Tweede Wereldoorlog wordt uitgebreid beschreven, de wreedheden die daarin begaan werden, het verblijf in de kampen, maar zeker de periode daarna is een heel interessante. Daarin zie je dat eerst de ‘Bersiap’- periode uitbreekt, een uiterst gewelddadige periode  waarin paramilitaire groepen veel niet-inlanders of van collaboratie met de Nederlanders verdachte inlanders ombrachten. In de ‘Engelse’ periode komt Engeland om de oud-kolonie eigenlijk terug te geven aan Nederland. Iets waar de nationalisten onder leiding van Soekarno uiteraard niet op zitten te wachten. Omdat Nederland nog geen leger heeft zie je dat Nepalese Gurkha’s hier het gevecht met Javanen aangaan. Ik had er nooit bij stilgestaan.

Nederland kan ook niet vasthouden aan zijn oude kolonie. Een akkoord in Linggajati, later het Renville-akkoord en het Roem-van Roijen-akkoord zijn stappen op weg naar onafhankelijkheid, maar kunnen niet voorkomen dat Nederland twee ‘politionele’ acties uitvoert om zogezegd orde en rust te herstellen, maar Van Reybrouck geeft aan dat de acties niet best doordacht waren. Sommigen die uitgezonden werden dachten daar net zo over. Er waren er die deserteerden, zoals Poncke Princen en Piet van Staveren. Met die laatste heeft Van Reybrouck ook gesproken. Er waren er ook die verhaal deden van wat ze zagen tijdens die acties, zoals het beroemde interview van Joop Hueting voor de VARA-televisie in 1969. Ook met hem sprak Van Reybrouck:

“In Jember zag ik voor het eerst een marteling. Een TNI’er was aan zijn voeten opgehangen met zijn hoofd naar beneden. Een Indische jongen van het KNIL martelde hem door het touw meermaals zachtjes te vieren, met kleine schokjes, zodat zijn kop op de grond kwam…Ik liep weg. Ik kon er niet tegen.’ Dat hij enkele maanden later zelf bij wreedheden betrokken zou raken wist hij toen nog niet. Oorlog is geen afgrond, maar een trage helling.”

Ik heb zelfs het hele citaat niet weergegeven, het is nog erger. Hueting werd vreselijk bedreigd vanwege deze onthullingen. Verbijsterend is ook het optreden van de groep van kapitein Raymond Westerling. Die deinsde niet terug voor standrechterlijke executies en heeft voor talloze doden gezorgd, met medeweten van zijn meerderen. Hij is nooit gestraft en dat is moeilijk te begrijpen,  maar Van Reybrouck legt ook uit wat hier achter zit.

Soekarno
Van Reybrouck legt met ons de route af naar onafhankelijkheid en geeft ook het belang aan van de grote conferentie in Bandung in 1955. Daar namen Aziatische en Afrikaanse landen aan deel die recentelijk onafhankelijk waren geworden en die conferentie was uiteraard belangrijk voor Indonesië en Soekarno. Het doel was de stimulering van economische en culturele samenwerking en het weerstand bieden aan (neo)kolonialisme van andere landen.

Voor het geheel van het boek geldt dat het, mede door al die persoonlijke interviews, een uiterst prettig leesbaar boek is en de grote winst vind ik dat er zoveel standpunten in de geschiedenis van verschillende kanten belicht worden. Het is wel eens goed om te lezen waar Nederland kansen heeft laten liggen in de ogen van de auteur. Er zijn talloze boeken en studies in het Nederlands verschenen, vaak vanuit nationaal standpunt beschreven en veel Engelstalige publicaties die weer vaak een Republikeinse invalshoek hebben. Van Reybrouck heeft in ieder geval getracht zoveel mogelijk invalshoeken te gebruiken en dat is prima gelukt. Een aanbeveling voor wie meer wil weten is ook het uitgebreide bibliografisch essay achterin het boek, waarin uitgebreid de gebruikte documentatie wordt beschreven. Ik ga er in ieder geval nog eens wat dieper induiken.

Eerder verschenen op Quis leget haec?