"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Roelant meets ... Eva Nagelkerke

Vrijdag, 3 januari, 2020

Geschreven door: Eva Nagelkerke
Artikel door: Roelant de By

Soms komen er boeken voorbij van, voor mij, onbekende schrijvers waar je aangenaam verrast door bent. Nog zeldzamer is het als ik er helemaal van ondersteboven geblazen word. Stille Wateren van de zussen Alexandra en Victoria Nagelkerke is er zo eentje. Een pareltje van een boek. Een uiterst boeiend, intiem klein drama, prachtig verwoord. We hebben afgesproken in de koffie corner van een boekhandel in Hilversum.
Roelant: ‘Het is niet zo handig van mij om een kritisch interview te beginnen met een grote lofzang op jullie boek, maar ik kan even niet anders, want ik vond het een geweldig boek.’
Alexandra: [lachend] ‘Wij voelen ons wel heel ontspannen nu. Dat is toch ook fijn?’
Victoria: ‘Ik ben wel heel benieuwd naar al die aantekeningen die met post-its uit ons boek steken.’
Roelant: ‘Daar komen we vanzelf op. Duo’s die samen een boek schrijven doen dat op de meest diverse manieren. Je hebt schrijvers die om en om een hoofdstuk schrijven. Andere duo schrijvers, zoals bijvoorbeeld Nicci French, schrijven ieder apart, de een op zolder, de ander beneden in hetzelfde huis, en mailen elkaar de bladzijden. Hoe doen jullie dat?’
Victoria: ‘We zitten altijd naast elkaar als we schrijven, aan hetzelfde bureau, achter één laptop. Een van ons typt dan.’
Alexandra: ‘Ik zou het ook niet met iemand anders kunnen dan met een zus. Je bent heel veel bij elkaar. Dat zou ik met een ander iemand niet kunnen. In principe doen we dat drie dagen in de week, van tien tot vier, zeg maar.’
Roelant: ‘Echte werkdagen. Je houdt elkaar scherp op zo’n manier. Geen tijd verlummelen met bellen, de was doen enz.’
Victoria: ‘Wel even lekker lunchen tussendoor. Af en toe even eruit, wat wandelen.’
Alexandra: ‘Ik heb twee hondjes, die kunnen we meteen uitlaten. We zitten daarom meestal bij mij thuis.’

Roelant: ‘Dit is jullie eerste boek bij de HarperCollins. Hiervoor hebben jullie geschreven onder de naam Eva Monté. Wat dachten jullie? Een nieuwe uitgever, een nieuwe naam?’

Alexandra: ‘De uitgever wou dat ook graag. Dit boek is een iets ander boek dan onze vorige boeken. Dat waren toch meer spannende romans.’

Victoria: ‘Wel thriller, maar niet echt psychologische thriller.’

Alexandra: ‘Dan waren we helemaal nieuw zeg maar.’

Victoria: ‘Hoewel we in de boekhandel brochure toch als Eva Monté vermeld stonden. Toen dacht ik even: waarom hebben we dan een andere naam, hahaha?

Alexandra: ‘Het was ook wel leuk om onze eigen achternaam te gebruiken.’

Victoria: ‘Monté is de achternaam van onze oma.’

Roelant: ‘Na dit boek ben ik meteen jullie Storytel verhaal De Mooiste Tijd van je Leven gaan beluisteren. Heel wat anders, maar wel met een hoofdpersoon, Daatje, waar je meteen mededogen en sympathie voor krijgt. Daar zie ik meteen de overeenkomst met jullie boek Stille Wateren waar dat eveneens zeer goed gelukt is met jullie hoofdpersoon Sophie.’

Victoria: ‘Dat was op zich best lastig, omdat zij iets doormaakt wat niet heel herkenbaar is voor de meeste mensen. We moesten haar ook niet zó gek laten worden dat je er als lezer niets meer mee hebt.’

Roelant: ‘Haar gezinssituatie is uiterst beklemmend en prachtig door jullie beschreven. Dat brengt me naar jullie gezin. Twee zussen, afkomstig uit het Gooi?’

Victoria: ‘We zijn met drie zussen, er zit er nog één qua leeftijd tussen ons in. Alle drie geboren in Amsterdam, maar opgegroeid in Loosdrecht.’

Alexandra: ‘Na jouw geboorte zijn we verhuisd [kijkt naar Victoria]. Het huis werd te klein. Ik was toen zes en vond het vreselijk om te verhuizen. In Amstelveen had ik allemaal vriendjes en vriendinnetjes en in Loosdrecht niemand. Jij had nergens last van, jij was een baby. Maar de schooltijd hier in Hilversum was wel leuk.’

Victoria: ‘Nee, die vond ik verschrikkelijk. Middelbare school was echt een straf.’

Alexandra: ‘Ik heb op drie verschillende gezeten. Eerst het Stedelijk gymnasium in Hilversum. Maar daar ben ik een beetje van af gepest in de brugklas. Mijn ouders vonden het zó zielig voor me en vonden dat ik het nu héél leuk moest krijgen. Vervolgens naar het Montessori in Zeist. Nou dat klopte wel, was superleuk, maar ik deed niets meer. Dat was in de jaren 70, één grote, gezellige toestand. Ik was blijkbaar niet voor Montessori in de weg gelegd.’

Victoria: [lachend] ‘Ik ook niet.’

Alexandra: ‘Je werd niet gedwongen, dus je deed ook niks. Ik las heel veel, maar dingen als wiskunde, scheikunde, natuurkunde…. Ik deed er helemaal niets aan. Toen ik bleef zitten in de derde, ben ik terug naar Hilversum gegaan, naar het Alberdingk Thijm college. Dat was prima en heb de school gewoon afgemaakt.’

Victoria: ‘Ja! Op een gegeven moment moest ik zelfs mijn mond houden als het over moeilijke woorden ging. Maar als niemand het wist, mocht ik het zeggen. Dat was leuk.’

Roelant: ‘Ik moet meteen aan Sophie in jullie boek denken die tegen haar moeder zegt: “Maar waar was jij nu trots op bij mij?” Huil, huil, zo pijnlijk. [de zussen knikken instemmend] Maar goed, en jij Alexandra, wat heb jij gedaan na dat eerste jaar Italiaans in Amsterdam?’

Alexandra: ‘Daarna ben ik naar het conservatorium gegaan, in Utrecht. Klassiek zang. Dat Italiaans kwam daar goed van pas. Na die opleiding aan de slag als klassiek zangeres. Ik had een grote stem en zodoende erg geschikt voor groot, massaal werk als Mahler en Sjostakovitsj. Dat heb ik gedaan tot aan de geboorte van mijn eerste kind. Daarna een tweede kind. Op de een of andere manier is dat huwelijk altijd goed blijven gaan, hahaha. Ik weet het ook niet.’

Victoria: ‘Dat stond net in de krant, dat huwelijken die al langer duren, vaak standhouden.’

Alexandra: ‘Mijn man zit ook in de muziek, hij speelt bas. We moeten veel oefenen natuurlijk. Dat is voor de buren niet altijd leuk. Op een gegeven moment gingen we verhuizen naar een oude schuur in Barneveld. Lekker ongestoord en onbevangen repeteren. Maar het was daar vreselijk. Dat hadden we nooit moeten doen. Ik kon daar zoveel schreeuwen als ik wilde, maar dat was dan ook het enige. Het was het niet waard. Er kwam niemand meer langs! In die tijd, studentenperiode, had niemand nog een auto natuurlijk. En met het OV was het niet te doen in die uithoek. Ik heb me zo eenzaam gevoeld daar. In Barneveld heb ik mijn dochter gekregen, dat was het enige positieve. Door die zwangerschap kreeg ik wat contact met andere aanstaande moeders. Maar verder kwam je er niet tussen in die gesloten gemeenschap. Daarna weer terug naar het Gooi. Na de komst van de kinderen ging dat zingen op een laag pitje. Ik ging boeken vertalen voor HarperCollins, onder meer de Harlequin serie. Dat kon ik lekker thuis doen, bij de kinderen. Daarnaast gaf ik zangles, ook thuis. Dat ging prima allemaal. Heel veel lezen ook. Tot wij op een dag besloten om samen een boek te gaan schrijven.’

Victoria: ‘Het was na een vakantie. We hadden beide de behoefte om wat te gaan doen waar je meer van jezelf in kwijt kon. Ik ben altijd werkzaam geweest in de sociale kant. Jongerenwerk gedaan in Amsterdam. Toen mijn kind geboren was, ben ik er even tussenuit geweest. Verhuisd naar Soest en in Amersfoort aan de slag gegaan bij een zorgorganisatie. Onder meer projecten voor ouderen opgezet. Dat was heel grappig. Daarna heb ik me meer gericht op vrijwilligers beleid. En dat doe ik nu nog steeds. Lezen doen we allebei veel en dan is het heerlijk om het er samen over te hebben. Na die vakantie hadden we beide een boek gelezen dat behoorlijk bejubeld was en waar we beide van dachten: is dít het nou? Dat moet beter kunnen. Onze vader was net overleden en we besloten samen een boek te gaan schrijven.’

Roelant: ‘Wat mooi is dat. Dat de dood van jullie vader je nader tot elkaar brengt.’

Alexandra: ‘Klopt. Daarvoor hadden we een periode dat we elkaar wat minder zagen. Door het sterfbed van mijn vader zagen we elkaar heel intensief, elke dag. Toen hij was overleden, voelden wij ons erg verbonden met elkaar. Toen besloten we om het gewoon te gaan doen, dat boek schrijven. We hadden dat idee van een heel foute makelaar die in de crisis jaren (2012-2013) nog wél huizen kon verkopen. Met allerlei trucs en misleiding. We hebben dat boek stikkend van de lach geschreven. Dat druipt ook van dat boek af. Het was wel een chaotisch proces. Wij wisten natuurlijk totaal niet hoe dat allemaal in zijn werk ging, zo’n boek schrijven. Dat is echt iets wat je moet leren.’

Victoria: ‘Zo halverwege hebben we toch maar een schrift aangeschaft om alles in op te schrijven, waar het eigenlijk heen ging. Want we waren zomaar gewoon begonnen.’

Alexandra: ‘We begonnen met de personages en hun onderlinge relaties. Toen kregen we het leuke idee om bij al die huizen die te koop stonden een makelaarstekstje te zetten. Dat werkte heel grappig. Te Koop was de titel van dat boek. [uitgebracht bij De Crime Compagnie onder de naam Eva Monté] Wat we wel echt hebben moeten leren, is het doseren van de informatie. In het begin legden we meteen al onze kaarten op tafel, maar dat is juist niet leuk in een thriller. Daar zijn we nu echt veel beter in geworden. Steeds een kruimeltje informatie toevoegen, net genoeg om nieuwsgierig te maken, maar te weinig om iets te verklappen.’

Roelant: ‘Dat kun je wel zeggen! Stille Wateren hebben jullie prachtig opgebouwd. In het begin denk je echt: Wat ís dit? Wat is er nou eigenlijk gebeurd? Waar gaat dit naar toe? En dan móet je wel doorlezen… Dit is jullie derde papieren boek, naast twee Storytel originals. Hoe verloopt dat proces van schrijven voor Storytel?’

Alexandra: ‘Voor Storytel schrijf je een boek van 90.000 woorden in tien afleveringen. (9.000 woorden is ongeveer een uur voorleestijd). Daar werk je echt per hoofdstuk, per 9.000 woorden dus. Dat stop je in een document waar zij aan meelezen. Dan krijg je onmiddellijk je feedback.’

Victoria: ‘Dat is heel lekker werken. Je zit er nog helemaal in terwijl je meteen je feedback krijgt. Van tevoren moest je bij Storytel een samenvatting inleveren met een uitdieping van de personages en in ruwe lijnen wat er per aflevering ging gebeuren. Dat is heel fijn, want dan staat het geraamte van het boek alvast. Je hebt verder alle ruimte om dingen te veranderen of zo, maar die structuur is wel heel prettig. Zo’n manier van werken waren we niet gewend, maar die hebben we ons snel eigen gemaakt. Na ons Storytel verhaal werden we benaderd door HarperCollins, uitgeverij. Of we interesse hadden om bij hun ons nieuwe boek te laten uitgeven.’

Alexandra: ‘Vanwege mijn vertaalwerk van Harlequin kenden ze me al. Maar we moesten nog beginnen met dit boek. Op een gegeven moment hadden we de eerste 50 pagina’s en stuurden die op. Onmiddellijk reageerden ze enthousiast en vroegen naar de rest.’

Victoria: ‘Maar daar moesten we nog aan beginnen! Eh, bijna zeiden we, hahaha.’

Roelant: ‘Maar nu ligt het boek in de winkel en kan iedereen ervan genieten. Ik dank jullie wel voor dit bijzonder gezellige interview.’

Roelant
Perfecte Buren

 

Eerder verschenen op Perfecte Buren.


Laat hier je reactie achter:

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Alleen inhoudelijke reacties die gaan over het besproken boek en/of de recensie worden geplaatst.

Boeken van deze Auteur:

Niet mijn droom

Stille wateren

De perfecte engel

De perfecte engel