"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Roelant meets ... Pat Craenbroek - BvdM

Donderdag, 26 mei, 2022

Geschreven door: Pat Craenbroek
Artikel door: Roelant de By

 

Na twee (uitstekende) thrillers is het nieuwste boek van Pat Craenbroek, Het oneeuwige leven van David R., een buitenbeentje. De uitgever van het boek ( de gerenommeerde Belgische uitgeverij Houtekiet) omschrijft het als een verrassend verhaal met de suspense van Stephen King en een vleugje Paulo Coelho. Dat maakt nieuwsgierig. We ontmoeten elkaar na een signeersessie in een klein dorpje ergens in België. Erg fijn om haar live te ontmoeten; ons vorige gesprek was via facetime vanwege de corona.

Pat: ‘De afgelopen twee jaar waarin ik het boek heb geschreven, zijn ontzettend druk geweest voor me. Naast de hectische tijd die corona met zich meebracht voor mij als arts had ik slechts de vakanties, en sommige weekenden en avonden om te schrijven. Het was mijn bedoeling om wat troost te bieden met mijn boek. Een beetje verlichting in deze donkere dagen. Ik wilde een duidelijk statement maken over waar het voor mij nu werkelijk om gaat in het leven.’

Roelant: ‘Dat beschrijf je prachtig in je slotwoord als je het over het leven hebt, ik citeer: We kunnen er iets heel moois van maken of ervoor kiezen elkaar de duvel aan te doen.’

Pat: ‘Dat is de belangrijkste zin uit mijn boek. Mijn basis idee was hoe de wereld eruit zou zien als het als een bedrijf werd gerund door een aantal figuren. Wat zou er dan gebeuren? Je hebt het goede nodig natuurlijk, maar ook het slechte. Maar niet op zo’n katholieke manier.’

 width=

Roelant: ‘Hemel, hel en vagevuur, dat zijn echte katholieke begrippen.’

Pat: ‘Ik zie dat zelf niet zo. Het wordt er nooit in gezegd. Dat maken de mensen er misschien van. Maar ik heb dat opzettelijk nooit zo benoemd. Ik ben ook niet religieus. Als je door de eeuwen heen kijkt naar wat het katholicisme gedaan heeft … Ik kan daar moeilijk achter staan. Ik wilde er een andere fantasie in leggen. Als je nu als opdracht hebt gekregen om te zorgen dat de wereldbevolking blijft bestaan, min of meer in evenwicht, en dat het systeem blijft draaien. Hoe zou je dat aanpakken als je het als een bedrijf zou zien? Dan hebben ze een lijst die vermoedelijk al eeuwen vastligt. Dat was een beetje het uitgangspunt.’

Roelant: ‘Jouw hoofdpersoon, David, is een behoorlijke sul. Net als hij op promotie rekent, wordt hij ontslagen, zijn knappe vrouw gaat vreemd en hun puberdochter vindt hem een grote loser. Je schildert hem niet af als held.’

Pat: ‘Ik wilde juist een antiheld neerzetten. Iemand die overal mislukt, maar in zijn nieuwe baan floreert. Het is wel een lieve man. Hij bedoelt het heel goed, maar hij is braaf en een beetje saai. Zijn vrouw is op hem uitgekeken, maar hij blijft van haar houden. Het is ook een bangige man, maar op het einde maak ik van hem toch een beetje een held. Hij heeft dan de moed om de dood te trotseren. Ik wilde duidelijk maken dat de dood bij het leven hoort. Voor de nabestaanden is het vreselijk wanneer iemand overlijdt. Ik mis mijn overleden ouders nog elke dag! Maar degene die dood is heeft nergens meer last van. Ik heb het niet over het sterven, want dat kan soms vreselijk zijn.’

Roelant: ‘Dat heb je in jouw beroep als arts genoeg meegemaakt, dat begrijp ik.’

Pat: ‘De dood en het sterven op zich zijn twee verschillende dingen. Dat sterven vind ik heel eng en beangstigend en dat kan lang duren, dat kan pijnlijk zijn, noem maar op. Dat is iets totaal anders voor mij. Maar daar heb ik het ook niet over in mijn boek. De dood als eindpunt geeft rust. Dan is het gewoon gedaan. Ik bekijk dat heel rationeel. Ik laat een van mijn personages ook zeggen dat als de dood er niet zou zijn, het leven geen zin zou hebben. Er zou geen nieuw leven gecreëerd kunnen worden, want alles zou overvol zitten, begrijp je? Ik probeer dat zo wat te bekijken. En dat vind ik geruststellend.’

Roelant: ‘Ik moet denken aan het boek van Simone de Beauvoir, Tous les Hommes sont mortels [vert. Niemand is onsterfelijk]. Het hoofdpersonage is een man die vervloekt is tot eeuwig leven en al eeuwen op aarde rondloopt. Iedereen om hem heen gaat dood, al zijn nieuwe liefdes, familie, vrienden. Hij wordt totaal depressief. Haar boodschap is dat juist onze sterfelijkheid als mens een soort verbondenheid geeft.’

Pat: ‘Exact. Ik ken dat boek niet, maar zo zie ik dat ook. Ik heb mijn boek niet eng bedoeld maar eerder geruststellend en troost gevend. Sommige mensen vinden het grappig. Nou ja, zo was het óók niet bedoeld. Dan Brown heeft ooit eens gezegd: je schrijft niet één boek, maar je schrijft miljoenen boeken voor miljoenen lezers. Want elke lezer leest jouw boek op een andere manier. En dan kan je dat als auteur op een bepaalde manier bedoelen, maar lezers interpreteren het toch zelf op hun eigen manier, in hun eigen context, beïnvloed door hun eigen ervaringen en hun eigen visie daarover. Iemand schreef mij dat hij op het eind van het boek een krop in de keel kreeg. Dus ja, dat is de eigen beleving die je hebt. En dat is heel goed.’

 width=

Roelant: ‘Ik moest ook even denken aan Le Petit Prince. Dat is ook een parabel.’

Pat: ‘Ja, dat zijn van die verhalen die ook heel onwerkelijk lijken en iets willen zeggen. Voor mij gaat mijn boek over liefde eigenlijk. David houdt heel veel van zijn vrouw. Ook als zij hem niet goed behandelt, blijft hij van haar houden. Op het eind van het boek laat hij dat nogmaals zien. Dat was voor mij een voorbeeld van onvoorwaardelijke liefde. Ik wil in een boek ook niet alles benoemen. Ik wil dat de lezer er zelf over na gaat denken en dingen gaat invullen. En zelf de logica gaat vinden in bepaalde dingen. Ik vind het ook niet leuk als mij alles wordt voorgekauwd.’

Roelant: ‘Je haalt in jouw boek ook even een boek van Stephen King aan dat je niet met name noemt. Dat is Misery, toch?’

Pat: ‘Natuurlijk is dat Misery! Fantastisch boek. Dat is nou zo’n boek waarvan je jaloers bent dat je dat zelf niet geschreven hebt. Dat is de King waar ik van hou. Niet van die pure horror of van die té vergezochte SF-verhalen.’

Roelant: ‘Je hebt nu drie boeken uitgegeven bij drie verschillende uitgeverijen. Hoe komt dat?’

Pat: ‘Hamley is een uitgeverij die vooral young adults en thrillers uitgeeft. Ik vond mijn nieuwste boek daar niet zo goed bij passen. Niet alleen de auteur maar ook het boek zelf moet in hun fonds horen. Houtekiet is een grote uitgeverij die verschillende soorten boeken uitgeeft. Een uitstekende redactie hebben ze daar ook. Ik laat mijn boeken altijd eerst zelf redigeren [Jacqueline Zirkzee en Maria Genova] voordat ik ze aan de uitgeverij aanbied. Dat komt de kwaliteit alleen maar ten goede. En ik hecht zeer aan kwaliteit.’

En dan opeens komt de brandweer de straat binnen rijden, blokkeert de rijbaan en begint enkele huizen verderop met groot materieel een beginnende brand te blussen. Meteen is Pat alert.

Pat: ‘Dan kriebelt het als wetsdokter wel. Als ex-wetsdokter.’

Roelant: ‘Misschien ligt er een verkoold lijk, denk je dat?’

Pat: ‘Ik hoop daar altijd op, hè. Ze waren onze oprit aan het aanleggen. Krijg ik een telefoontje. We hebben iets ontdekt. Dan denk ik meteen of wel een schat, ofwel een lijk. Het bleek een lege waterput te zijn. Te klein om een lichaam in te laten verdwijnen.’

 width=

Roelant: ‘Om even terug te komen op jouw boek. Er zitten ook wat filosofisch getinte dingen in, zoals ik citeer: “Hoop is een sterk iets. Het is het sterkste wapen dat een mens ooit krijgt.”

Pat: ‘Ja, als je geen hoop meer hebt, is het gedaan. In elk opzicht. Dat geloof ik ook echt.’

Roelant: ‘Maar hoe is het een wapen?’

Pat: ‘Om je te wapenen tegen het opgeven, tegen niet doorzetten, tegen dromen opgeven. Hoop houdt David ook overeind. Pas wanneer hij erkent dat ze hem voor de gek hebben gehouden, laat hij zijn hoop varen en glijdt verder af. Als je niet meer hoopt op iets, dan houdt er heel veel op. Als je kanker hebt en je hoopt niet op genezing…’

Roelant: ‘Wat vind je van Lourdes?’

Pat: [lachend] ‘Wat is dat nou voor een vraag? Ik ben niet gelovig, hè.’

Roelant: ‘In je boek is er sprake van wonderbaarlijke genezingen, die medisch niet verklaard konden worden. Prompt laat je verschillende kampen hun aandeel in dat succes claimen. Medici die geen benul hebben, pochen dat het hún verdienste is, maar gebedsgenezers claimen hetzelfde.’

Pat: ‘Ik zou zelf nooit naar Lourdes toegaan. Gewijd water, daar geloof ik niet in. Maar als mensen daar hoop uit kunnen putten en zich daar zelf goed bij voelen, laat ze dat vooral doen.’

Roelant: ‘Jij geeft een grappige verklaring van die wonderlijke genezingen in jouw boek. Maar tegelijk hou je een pleidooi voor het niet verklaren van alles. Ik citeer: “Zou het niet eenvoudiger zijn om de dingen te accepteren zoals ze zijn?

Pat: ‘Ik denk dat wij mensen de dingen veel te veel willen verklaren en begrijpen. En alles moet logisch zijn. Dan denk ik: soms moet je de dingen nemen zoals ze zijn, punt. En dan zal het leven ook aangenamer en gemakkelijker zijn, denk ik.’

Roelant: ‘En de dingen die wetenschappelijk verklaard worden, veranderen óók elke keer. Het is telkens met de kennis van nu.’

Pat : ‘Ja , natuurlijk, elke keer opnieuw. De geneeskunde verandert zeer vaak van visie en mening. Dat is het voortschrijdend inzicht. Maar mensen kunnen dat heel moeilijk accepteren. Je hebt dat bij de covid-crisis gezien. Hoe dikwijls je dan niet hoort: ja, maar nu wordt er gezegd dit, terwijl in het begin dat over mondkapjes werd gezegd, enzovoorts. Dat is puur voortschrijdend inzicht, omdat we niet beter wisten. Je doet het met de feiten die je hebt. Ik vind het juist een kracht wanneer je van mening kunt veranderen. Maar veel mensen hebben het daar zeer moeilijk mee. Die willen star vasthouden aan hun eigen denkkader, eisen verklaringen. En die nemen het jou zelfs kwalijk als je van mening verandert. Noemen je zelfs wispelturig. Terwijl het er puur om gaat dat je nieuwe informatie hebt gekregen en daardoor van inzicht kan veranderen.’

Dank je wel voor dit interessante gesprek, Pat.

Roelant
Perfecte Buren

Eerder verschenen op Perfecte Buren.

Boeken van deze Auteur:

Het oneeuwige leven van David R.

Uitgekookt

Uitgebroed