"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Smeergeld

Dinsdag, 2 december, 2014

Geschreven door: Nausicaa Marbe
Artikel door: Twan van Lieshout

Een frisse allemansvriend

Een Haarlemse stadsbouwmeester wordt ontslagen en raakt verzeild in een lange periode van werkloosheid. Tijdens die periode duikt een minnares uit het verleden op om zijn nu toch al wat moeizame huwelijk op de proef te stellen. Het zou zomaar een roman kunnen zijn die je als lezer urenlang in een Vinex-wijk laat dolen en je laat wentelen in de traagheid van het bestaan van een treurige hoofdfiguur die het ook allemaal niet meer weet. Zoals zo vaak in zo Nederlandse literatuur gebeurt. Een groot geluk dat Nausicaa Marbe juist voor een heel andere invalshoek heeft gekozen.

Marbe kennen we tegenwoordig vooral van haar columns in De Volkskrant en De Telegraaf. Na haar debuut Mândraga ontving ze in 1999 het Charlotte Köhler Stipendium. Haar nieuwe roman Smeergeld, net geen 400 pagina’s dik, focust – gelukkig – sterk op het plot.

Hoofdpersoon in Smeergeld is Job van Emmerik, een gerenommeerde bouwmeester. Hij komt al in de eerste hoofdstukken een frauduleus netwerk op het spoor, waarin een aalgladde burgemeester en wethouder van de stad een prominente plek innemen. Als een privédetective stort hij zich op de merkwaardige rekeningen en brieven die hij aantreft. Maar wel een slechte detective, want zijn speurwerk moet hij direct met ontslag bekopen. Job kan zijn dossier niet meer opbouwen en zit plots thuis. Zijn gelukkige huwelijk met Gaby komt door geldzorgen onder druk te staan.

Op dat moment kan de roman nog alle kanten op. Marbe kiest er verrassend genoeg voor om de fraude te laten liggen en een nieuw personage te introduceren: Judith Faber. Judith blijkt al snel een vroegere minnares van Job. Ze is de dochter van een dubieuze vastgoedkoning die Job assisteerde tijdens menige klus in het buitenland. Merkwaardig genoeg sluit Judith een vriendschappelijk en financieel verbond met Gaby, waardoor Job langzaam maar zeker in zijn oude leugens verstrikt raakt. Job zoekt naar wegen om de opdringerige Judith uit zijn gezin te verdrijven. Deze zoektocht wordt intrigerend wanneer Judith en haar vader ook een rol blijken te spelen in de fraudezaak die Job op het spoor is.

Zorgvuldige symfonie, moeizaam slotakkoord

Marbe weeft op een frisse en vrolijke wijze zodoende de twee verhaallijnen in elkaar, in een vriendelijke, lichte stijl. Korte zinnen, veel dialogen. Ook verstaat ze de kunst om van kleine alledaagse scènes iets lichtvoetigs, maar toch wonderlijks maken. Zo schrijft ze over de dynamiek van een klein gezin:

‘Met z’n vieren kun je geen kring maken. Je bent een hoekig gezelschap. Een klein, benauwd vierkant. De dieren die bij ons woonden braken de eenzaamheid van dat getal. (…) Intussen bleven we eenlingen, gericht op elkaar.’

Ook beschrijft Marbe met ironie het leven van de welgestelde netwerker, voortdurend hengelend naar nieuwe opdrachten, financieel onafhankelijk maar onverminderd conformistisch in zijn eigen nette leefomgeving tussen de andere nette mensen. Juist de werkloosheid van Job maakt hem tot een plotselinge paria.  Zodoende sprint Smeergeld van thema’s als trouw en onzekerheid naar snelle spannende beschrijvingen over de fraudezaak die langzaam wordt ontrafeld.

Hinderlijk hierbij is wel de voortdurende neiging van Marbe om het plot al deels te verraden of met truttige teasers zoals ‘dit was het moment dat ik rechtsomkeert had kunnen maken’ de lezer in de laatste zinnen van elk hoofdstuk naar het volgende probeert te lokken. Het geeft de lezer het gevoel dat er wel erg dankbaar is geput uit de trukendoos om een spannend boek te schrijven.

Uiteindelijk draait dit boek om de plot. De aria’s die Marbe zorgvuldig – maar zonder langdradig te worden – heeft gecomponeerd, moeten op het einde bij elkaar zien te komen om te culmineren in een groots slotakkoord. Dit blijkt geen eenvoudige opgave. In opvallend weinig pagina’s gaat veel van deze laatste acte inmiddels aan Job voorbij, waardoor het voor de lezer soms mistig blijft wat er nu precies is gebeurd. Zodoende bevat de grand finale nog iets te veel dissonanten om werkelijk te spreken van een verpletterend slot zoals bijvoorbeeld te vinden is in Het Diner van Koch of Grunbergs Tirza. Niettemin is het onverminderd een prettig en geslaagd boek. Een allemansvriend. Een prima boek dat je aan een vriend kan geven wiens smaak je eigenlijk niet goed kent.


Eerder verschenen op Recensieweb


Laat hier je reactie achter:

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Alleen inhoudelijke reacties die gaan over het besproken boek en/of de recensie worden geplaatst.

Boeken van deze Auteur: