"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Later

Zaterdag, 10 april, 2021

Geschreven door: Stephen King
Artikel door: Nico Voskamp

Subtiel verhaal met net te weinig suspense

[Recensie] Stephen King fikst het weer: een nieuw boek in zijn steeds verder expanderende universum. Ook na zijn zeventigste verjaardag schrijft de man nog alsof de duivel hem op de hielen zit. Wat misschien niet ver van de waarheid is, gezien zijn gebruikelijke horrorgerelateerde onderwerpkeuze.

Op de horror komen we nog terug. Eerst het verhaal. Dat gaat over Jamie Conklin, een jongeman die is geboren met een bovennatuurlijke gave. Hij leeft samen met zijn moeder in een appartement en samen balanceren ze op de rand van een faillissement. Mama houdt net het hoofd financieel boven water als literair agent. Jamie op zijn beurt ‘ziet’ dingen: ‘I can see dead people’ is voor de filmkenner een bekend citaat, en voor Jamie ook.

Dode mensen zien is voor een kind nogal angstaanjagend. Het moment waarop Jamie ontdekt dat hij die gave heeft, beschrijft King excellent. Jamie en zijn moeder lopen de trap op naar de tweede verdieping van hun appartementengebouw. Ze moeten langs het appartement van mevrouw en meneer Burkett. Jamie merkt dat er iets mis is, want meneer Burkett rookt een sigaret en dat doet hij normaal nooit. Hij staat samen met zijn vrouw voor de deur.

“Mevrouw Burkett droeg een nachtpon en had niets aan haar voeten. De nachtpon was behoorlijk dun. Ik zag bijna haar hele hebben en houden erdoorheen. Meneer Burkett had geen aandacht voor mij…’Tia, ik heb verschrikkelijk nieuws. Mona is vanochtend overleden.’…

Kookboeken Nieuws

Mama nam hem net zo in zijn armen als ze met mij deed als ik me had bezeerd… Op dat moment begon mevrouw Burkett tegen me te praten. Ze was moeilijk te verstaan, maar niet zo moeilijk als sommige anderen, omdat zij nog betrekkelijk jong was… Mevrouw Burkett zei: ‘Als hij niet uitkijkt, schroeit mijn man straks je moeders haar met zijn sigaret.’”

Een interessant uitgangspunt voor een verhaal, al heeft het iets weg van die film. King weet er toch een aardige draai aan te geven. Het is namelijk niet alleen huiveringwekkend als je met doden kunt praten, het heeft ook voordelen. Voordelen die anderen goed kunnen gebruiken. Als Jamie vragen stelt aan de doden, kunnen ze niet liegen. De allereerste die gebruik/misbruik maakt van Jamies onverwachte krachten is zijn moeder, wel met een goed doel, namelijk hun eigen deplorabele financiële situatie opkrikken. Zij laat Jamie met een net overleden bestseller-auteur praten die zij vertegenwoordigt, en hem vertellen wat hij wilde schrijven. Zo krijgt mama de plot van het nieuwe boek van de sterauteur in handen. En kan ze het boek zelf schrijven, c.q. de duizelingwekkende inkomsten opstrijken.

Jamie is door King heel goed neergezet. De recht-voor-zijn-raap taal van met name de jonge Jamie komt levensecht over. Complimenten overigens voor de puike vertaling, die voornoemde taal perfect overzet in het Nederlands.

Dan over de horror. Onzegbare, duivelse krachten die om de hoek lurken is het handelsmerk van King, zo ook hier. Niet alle dode mensen zijn namelijk vredig gestorven, noch hebben een bestaan geleid met een onberispelijk strafblad. Dat weten meerdere mensen, mensen die ook volgaarne gebruik willen maken van Jamies diensten. Goedschiks of kwaadschiks.

In die richting ontwikkelt het plot zich al snel, en helaas wordt het verhaal hier ook enigszins voorspelbaar. Waar het sterk begon met de in het duister tastende en zich langzaam zijn ijzingwekkende noodlot realiserende Jamie, zakt het halverwege langzaam in. Wat op het niveau van King toch wel weer goed genoeg is om te lezen, al is het maar omdat je wilt weten wat het kippenvelopwekkende einde zal zijn.

Ook verschenen op Nico’s recensies