"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Zeven

Zaterdag, 17 juni, 2023

Geschreven door: Luc Vos
Artikel door: Roelant de By

Roeland de By in gesprek met… Luc Vos

“Zeven is voor mij ook een bijzonder getal. Het is mijn geluksnummer”

[Interview] Luc Vos (1968) schrijft boeken, e-books, thrillers, sci-fi, fantasy, kortverhalen, spannende verhalen en detectives voor alle leeftijden. In 2003 maakte hij de eerste paar schuchtere stappen in het Fantasy genre. Later gevolgd door een zoektocht in andere genres.

Over het boek:
Op een warme zomerochtend worden er zeven lege doodskisten via een anonieme website onder de aandacht van inspecteur Anne Verelst gebracht. Het lijkt een flauwe grap tot er elke zeven uur een onbekende vrouw of man in een van de kisten verschijnt en er een aftelklok start. Elk spoor naar deze mensen en hun ontvoerder ontbreekt. De politie van Antwerpen zet alles op alles in een zenuwslopende race tegen de klok. Wie is deze dader, waarom verschijnen juist deze mensen in de kisten en wat is het verband met inspecteur Verelst? Luc Vos (Heultje-Westerlo, 1968) is al vele jaren in de ban van het schrijven. Korte en langere verhalen wisselen elkaar in hoog tempo af en vallen met grote regelmaat in de prijzen. Met deze nieuwe thriller zet Luc een volgende stap en laat hij zijn lezers kennismaken met inspecteur Anne Verelst van de Antwerpse politie.

Interview met Luc Vos:
Eén van de Vlaamse auteurs die de laatste jaren flink aan de weg aan het timmeren is, is Luc Vos. Niet alleen zie je zijn naam geregeld opduiken bij schrijfwedstrijden, ook zijn thriller Zeven is erg goed ontvangen bij de lezers. Een mooie aanleiding om een gesprek met hem te hebben. We ontmoeten elkaar bij het treinstation van Tilburg. 

Boekenkrant

Jouw boek Zeven brengt onmiddellijk associaties met zich mee van de film Seven. Is die film een inspiratiebron voor je geweest?

“Eigenlijk niet. Ik heb die film lang geleden wel gezien, maar het verhaal is los daarvan.”

Natuurlijk is het een compleet ander verhaal, maar zowel de titel als de gruwelijkheid doen me daar aan denken. Zelfs de eind scène wanneer Anne oog in oog staat met de killer heeft de sfeer van die film.

“Ja, ja, nee, eigenlijk niet. Het is los daarvan ontstaan. De obsessie van het hoofdpersonage voor het getal zeven is zo enorm. Het boek kón gewoon geen andere titel hebben.”

Heb je iets met numerologie?

[lachend] “Ik ben niet zo geobsedeerd door dat getal als mijn hoofdpersonage, maar zeven is voor mij ook een bijzonder getal. Het is mijn geluksnummer. Ik woon op nummer 7, mijn wekker staat op 7 na half 7 enzovoorts.”

Je herkent Roberts obsessie wel dus?

“Ik geloof wel dat wanneer iemand zich daar echt op begint te focussen en als niet alles goed zit in iemands leven, dat het dan gemakkelijk een uit de hand gelopen obsessie kan worden.

Absoluut. Want dat is iets waar ik altijd mee bezig ben: hoe komt iemand ertoe om zulke dingen te doen? Wat drijft iemand? Ik geloof dat mensen niet geboren zijn als psychopaat of als slecht mens. Ze worden zo door hun omgeving , hun jeugd, door wat ze meemaken.”

Zowel in Zeven als in jouw recent verschenen korte novelle Spijt? komt de slechterik niet tot inzicht. Hij blijft door en door slecht.

¨Klopt, spijtig genoeg zijn sommige mensen niet meer te helpen. Dat geloof ik ook wel. Maar ik zoek wel altijd naar de oorzaken waarom iemand zo geworden is. Een paar jaar geleden hebben wij in België de moord op Julie van Espen gehad. De man die haar vermoord had, was in zijn jeugd misbruikt. Daar is hij nooit mee geholpen. De instanties hebben daar niets aan gedaan. Kijk, het is geen excuus natuurlijk, hij had het nooit mogen doen, maar het is wel de drijfveer geweest van zijn handelen. Dat komt in mijn boeken terug. Ook in mijn nieuwe boek, Paternoster, dat in juni zal verschijnen.”

Dat is al lekker snel. Wordt de stijl van de cover zoals je die met Zeven en Spijt? neergezet hebt, doorgezet? Dat vind ik prachtige omslagen.

“Zeker. De cover blijft duister, deze keer donker blauw in plaats van zwart. Oorspronkelijk had ik in mijn hoofd om op de cover van Zeven een paar doodskisten zetten. Daar ben ik van teruggekomen. Het kan ook mensen afschrikken. Ik heb zo’n paar dingen geprobeerd. Maar toen ik de foto van die boze blik tegenkwam, ben ik daarmee aan de slag gegaan. De countdown klok werkt ook goed.”

Schitterende cover, die echt past bij het verhaal. Ik las dat je sinds 2003 aan het schrijven bent.

“Twintig jaar, dat is best al lang. Mijn eerste twee boeken waren fantasy boeken, destijds uitgegeven door uitgeverij Kramat. Maar dat heeft me niet het succes opgeleverd dat ik gehoopt had. Toen ben ik wat minder gaan schrijven, maar ben wel doorgegaan. Een reeks korte verhalen, die ik zelf gepubliceerd heb, van verschillende genres. Ik heb ondertussen wel ontdekt dat thrillers schrijven veel meer mijn ding is. Met de opkomst van de e-books heb ik daar een aantal dingen voor geschreven. En toen heb ik vier jaar geleden de Nederlandse schrijfwedstrijden ontdekt, onder andere bij Godijn.”

Met Zwarte Sneeuw heb je gewonnen. Dat was een groot succes.

“Dat was mijn doorbraak als je dat zo mag zeggen. Het heeft mijn schrijven een enorme boost gegeven. Dat was fantastisch. Die wedstrijden zijn prima schrijfoefeningen, en tevens heel goed voor je naamsbekendheid. Vervolgens heb ik Zeven geschreven. Theo vond het goed [Theo van Rijn, zijn redacteur en uitgever bij Letterrijn] en zijn proeflezers vonden het ook goed. En toen dat boek gelanceerd werd, was dat ontzettend spannend. Hoe zou het publiek dat boek ontvangen? Gelukkig waren de recensies zeer positief.”

Voor je dagelijkse werk zit je in de IT?

“Ik werk als zelfstandige, ZZP-er noem je dat in Nederland. De laatste vier jaar doe ik IT projecten, maar daarvoor deed ik ook andere projecten zoals marketing, customer care enzovoorts.”

Uit wat voor een gezin kom je?

“Mijn ouders waren landbouwers in Belgisch Limburg. We waren met zes kinderen. Opgroeien op een boerderij wil zeggen: er is werk en je pakt het. Je kan niet zeggen dat je nu even geen zin hebt. Je kijkt naar het weer. Vandaag schijnt de zon, dan moet vandaag het hooi van het veld. Zo’n houding heeft mij en mijn broers wel gevormd. Niet bij de pakken neer gaan zitten, maar gewoon doen. Toen ik twaalf was, is mijn vader ernstig ziek geworden. Ze zeiden in het ziekenhuis dat hij niet meer naar huis zou komen. Maar hij heeft nog zeventien jaar geleefd. Hij kon alleen niet meer werken. Mijn moeder moest toen de boerderij (met zes kinderen) alleen voortzetten. Haar broers hebben haar geholpen. En mijn oudste broer is snel volledig in het bedrijf gaan werken. De mentaliteit van in een hoekje te gaan zitten omdat je geen zin hebt, zit er niet in. [lachend] Mijn moeder is nu 89 en woont naast de boerderij. Ze werkt niet meer, maar gaat elke dag kijken.”

En jouw broer werkt nog steeds op de boerderij. Had jij geen ambities om daar ook te blijven werken?

“Nee, ik hou van het buitenleven, maar ik wilde toch wat anders doen.”

Jouw liefde voor het buitenleven komt niet tot uiting in jouw boeken. Die spelen zich helemaal (of grotendeels) binnen af.

[lachend] “Mijn verhalen spelen zich meer af in Antwerpen, in de binnenstad. Daar wonen we zelf niet, maar onze zoon woont daar sinds vijf jaar, zodat we de stad iets beter hebben leren kennen. Bijvoorbeeld de straat waar Anne Verelst woont ken ik goed, omdat ik daar zelf gewerkt heb.”

Heb je zelf in Antwerpen gestudeerd?

“Nee, ik heb in Diepenbeek gestudeerd. Mijn master in Handelswetenschappen daar behaald. Toen ik was begonnen met werken heb ik mijn vrouw ontmoet. Dat is nu zo’n 30 jaar geleden. We hebben één zoon.”

Dus je was al tien jaar samen met je vrouw alvorens je begon te schrijven.

“Dat was in een periode dat ik eigenlijk veel te veel werkte. Ik werkte toen voor Planet Internet. Dat was laptop open doen vanaf het moment dat je wakker werd, tot aan het moment dat je ging slapen. En toen kwam er de internetbubbel barst. Er werden reorganisaties aangekondigd op het werk. Ik ben toen niet moeten gaan, maar het heeft me wel wakker geschud. Ik zat daar 12, 13 uur per dag te werken en vanaf vandaag op morgen kunnen ze zeggen dat je mag gaan. Misschien is er nog iets anders in het leven ook? Toen ben ik begonnen met schrijven. Mijn dagen zijn niet minder gevuld dan vroeger, maar wel evenwichtiger. Naast werken en schrijven hou ik van reizen en wandelen met de hond. Ook onderweg ben ik vaak aan het schrijven, soms ultra korte verhaaltjes. Als ik ergens in een verhaal vastzit is wandelen geweldig. Gewoon nergens aan denken en de uitweg komt er wel.”

En dan schrijf je dat op je telefoon?

 “Ja, en dan werk ik dat thuis verder uit. Ik doe dat niet op Word, maar op een speciaal programma, Ulysses. Dat programma maakt ook automatisch een sync en backup. Dat geeft wel een veilig gevoel. Al die korte verhalen die ik daarop heb staan… Als je die zou kwijtraken… Daar moet je niet aan denken.”

Wie is jouw voorbeeld voor die korte verhalen?

[bedachtzaam] “Stephen King ook, denk ik. Ik hou van zijn lange verhalen, maar ook zijn korte verhalen vind ik heel goed. Ik zit in een Facebook groep waar we elke dag een ultrakort verhaal op zetten van 99 woorden. Wanneer ik er dan 120-130 heb, moet ik gaan schrappen zonder de essentie te verliezen. Dat is soms wel een uitdaging, maar het lukt altijd.”

De kunst van het weglaten.

“Een ander verhaal van me had 7000 woorden, maar dat moest teruggebracht worden naar 3000. Het zijn van die oefeningen die heel goed zijn om alle ballast eruit te halen. Precies zoals je zegt: de kunst van het weglaten.”

Je hebt de naam van Stephen King al laten vallen. Is er nog een andere auteur waar je grote bewondering voor hebt?

“Jules Verne. Zijn boek 20.000 mijlen onder zee is fenomenaal. Ik was daar compleet van ondersteboven toen ik het gelezen had. Gewoon fantastisch. En als derde wil ik Isaac Asimov noemen. Zijn Foundation serie staat samen met de Dark Tower serie van King op eenzame hoogte.”

Dat zijn echt science-fiction boeken.

“Dat heeft mij ook doen beseffen dat ik denk dat ik dat niet zomaar kan. Die compleet andere wereld bouwen, stellaire dingen, noem maar op. Dat is niet aan mij gegeven. Om Zeven te laten kloppen had ik al een hele excel sheet vol staan met uren, plaatsen, enzovoorts.”

Dat kan ik me voorstellen. Met die enorme tijdspanne die erin zit, maak je het jezelf niet gemakkelijk.

[lachend] “Een aantal keren heb ik de zon op laten komen, maar dat kon niet op dat moment. Moest ik het weer veranderen.”

Wanneer Jenny opgesloten zit, geef je haar wat gedachten mee. Ik citeer: “Opnieuw kijken de heiligenbeelden op haar neer, dwingen haar tot onderdanigheid. Het respect voor de heilige kerk verdween door de jaren…Nu dringt een verlangen naar boven om troost te vinden.” Ben jij gelovig?

“Voor mij is er een groot verschil tussen gelovig zijn en het instituut de Kerk. In welk geloof dan ook. De vermenselijking van het geloof, of het geloof in iets groters, zijn voor mij twee verschillende dingen. Wat de mens ervan gemaakt heeft is niks om fier op te zijn, maar dat wil niet zeggen dat er niks kán zijn. België staat bekend als katholiek land, hoewel dat erg aan het minderen is. Er zijn ook steeds minder priesters. In mijn nieuwe boek Paternoster komt dat ook naar voren. Er worden zelfs priesters in vermoord.”

Zowel in Spijt? Als in Zeven is de dader uitermate obsessief. Zulke mensen interesseren jou?

“Ja. Er zijn mensen die oogkleppen ophebben en niks anders zien. Waarom is dat? Dat intrigeert me. Spijtig genoeg zijn er echt van die gevallen. Terroristen, religieuze fanatici, dat soort mensen.”

Marc Dutroux.

“Ja, die ook. Dat zulke mensen niet inzien dat ze fout zijn. Dat ze gaan klagen dat ze niet goed behandeld worden in de gevangenis. Sorry hoor. Als je zoveel mensen hebt vermoord, is jouw recht op veel begrip ook een stuk minder geworden. De familie van de slachtoffers is recht op gelukkig verder leven ontnomen door die lui. Maar dat soort dingen blijft moeilijk. Als er íets is dat ik in mijn leven geleerd heb, is het dat er niets alleen maar zwart-wit is.”

Voor het eerst gepubliceerd in Bazarow Magazine