"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

De buurman

Vrijdag, 30 maart, 2012

Geschreven door: J.J Voskuil
Artikel door: Rein Swart

De moeizaamheid van menselijk contact

Voskuil heeft een imposant romanoeuvre op zijn naam staan, beginnend met Bij nader inzien (1963), dat een uitgebreide schets is van een stel studerende vrienden. Later volgde het zevendelige Het Bureau (1996-2000) waarin Voskuil uitgebreid verhaalt over de werkervaringen van zijn alter ego Maarten Koning. Daarna volgden nog andere romans die als aanvulling op deze boeken kunnen worden gezien. Ook De buurman valt in deze categorie.

In deze roman krijgen de Amsterdamse grachtbewoners Maarten en zijn vrouw Nicolien een nieuwe buurman in het achterhuis, een oudere man die teruggetrokken leeft. Zijn naamplaatje zorgt meteen al voor onenigheid tussen het stel: de naam Stallinga duidt volgens Maarten op een Fries, volgens Nicolien hoeft dat helemaal niet zo te zijn. De man komt meer naar buiten vanaf het moment dat Peer, een jongere man, met een matras op zijn rug bij hem intrekt. Hun homoseksualiteit vormt blijvend een twistpunt tussen Nicolien en Maarten.

Nicolien neemt het principieel op voor de homo als underdog, Maarten is meer gereserveerd. De onenigheid tussen Nicolien en Maarten wordt gevoed als blijkt dat Maarten vooral Stallinga onsympathiek vindt. ‘Ik keek naar zijn gezicht en stelde, niet voor de eerste keer, vast dat ik hem maar een kwaadaardig mannetje vond met die scheve ogen en dat dunne baardje dat uit dat wat roodaangelopen gezicht tevoorschijn kwam.’ Maarten wil zijn gevoelens en gedachten onder woorden brengen, maar voor Nicolien betekent dat al een gebrek aan solidariteit voor de underdogs in de samenleving. Dat ze zelf last heeft van stemmingswisselingen als gevolg van de overgang maakt haar standpunt nog grilliger.

De goedmoedige Peer, die graag fotografeert en een handige klusser is, compenseert de nukkigheid van Stallinga. Toch blijkt Peer ook een agressieve kant te hebben, die ten slotte ook bij Nicolien haar enthousiasme voor de homo’s doet bekoelen.

Boekenkrant

Voskuil werpt opnieuw een blik in de slangenkuil van de menselijke verhoudingen. Dit doet hij met veel directe rede en korte zinnen. Vooral de bezoekjes die de vier bij elkaar afleggen vormen een onophoudende bron van discussie tussen Maarten en Nicolien. Na afloop beoordelen ze de ontmoetingen en hebben er dan verschillende gedachten over. De echtelijke scheldpartijen, die daarop volgen, worden soms wel eens wat veel voor de lezer. Vooral als Nicolien weer eens ‘Hou je bek!’ schreeuwt. Soms echter blijft een opmerking van Nicolien uit, dan accepteert ze bijvoorbeeld opeens een verklaring van Maarten over het vrouw-zijn. ‘Dat ze deze verklaring accepteerde verraste me. Het gaf me een geluksgevoel, alsof het ons dichter bij elkaar bracht.’

Mooi zijn de observaties van de schrijver, zoals van de eerste keer dat Maarten en Nicolien bij de homo’s op bezoek zijn en hij op de bank plaatsneemt. ‘De leuning was te hoog om mijn arm op te leggen. Ik liet me wat onderuitzakken om te demonstreren dat ik me op mijn gemak voelde.’ Of over de schuwheid van Stallinga: ‘Onder het praten keek hij steeds van me weg, naar de grond, maar bij de laatste woorden wendde hij zijn hoofd naar me toe, alsof hij daar beneden op de grond de kracht had gevonden om die vreemde indringer in de ogen te zien.’ De uitgave van De buurman is door Lousje, de vrouw van Voskuil, speciaal uitgesteld tot de dood van de persoon die achter Stallinga schuilgaat om hem niet te kwetsen, zo staat te lezen in het woord vooraf.

De wantrouwige houding van Maarten en Nicolien ten opzichte van de buitenwereld en hun poging controle daarover te houden, komt in de verhouding met hun buren duidelijk aan het licht. De breekbaarheid en de moeizaamheid van menselijk contact wordt met veel voorbeelden aanschouwelijk gemaakt. Zo weet Nicolien niet wat voor soort nieuwjaarskaart ze de buren moet sturen, waardoor Maarten tot driemaal toe een andere kaart moet ondertekenen. Vaak wacht men af om zichzelf in het trappenhuis te vertonen tot de ander de deur uit is. Ook de vraag of Maarten voor op de achterflap van een boek een foto van Peer moet accepteren boven een foto van beroepsfotograaf Bert Nienhuis wordt een enorm dilemma. Dit soort inkijkjes in menselijk gedrag staan garant voor vele uren leesplezier.

Het is alleen jammer dat de buurmannen niet het kaliber hebben van Frans Veen, de homoseksuele vriend uit Het Bureau, die in De buurman af en toe wordt genoemd. De vergelijking tussen Frans en de buurmannen valt altijd uit in het voordeel van de eerste.
De gebruikelijke minutieuze weergave van gebeurtenissen en gesprekken lijdt daardoor aan een gebrek aan inhoud. Daarnaast is het eind van De buurman wat onbestemd. De lezer blijft in het vage over hoe het afloopt met de agressie van Peer jegens zijn buren. Samen met de nietszeggendheid van de buurmannen valt De buurman daarom uiteindelijk tegen.


Eerder verschenen op Recensieweb


Laat hier je reactie achter:

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Alleen inhoudelijke reacties die gaan over het besproken boek en/of de recensie worden geplaatst.

Boeken van deze Auteur:

De buurman

De buurman

Auteur:
J.J Voskuil
Categorie(ën):
Literatuur

Binnen de huid

Het bureau