"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

De voyeur

Vrijdag, 24 januari, 2020

Geschreven door: Christophe Boltanski
Artikel door: Ger Leppers

Reconstructie van een schimmig bestaan

[Recensie] Het was meteen raak toen de Franse journalist Christophe Boltanski (1962) zich voor het eerst aan een roman waagde. Zijn debuut De schuilplaats, over zijn joodse familieleden en het Parijse herenhuis dat zij tientallen jaren bewoonden, werd in 2015 bekroond met de gezaghebbende Prix Fémina, die al sinds 1904 jaarlijks wordt toegekend door een jury die uitsluitend uit vrouwelijke intellectuelen bestaat.  

In zijn nieuwe roman De voyeur neemt Boltanski opnieuw de vervlechting van zijn familieverhaal met de grote geschiedenis als uitgangspunt. Dit keer schrijft hij over de strijd waarmee de Franse kolonie Algerije zich in de late jaren vijftig en de vroege jaren zestig los maakte van het moederland – een periode vol geweld waarmee Frankrijk net zo moeizaam en besmuikt omgaat als Nederland met de politionele acties in Indonesië.  

Wanneer je ouders sterven en je bij het opruimen van hun huis of appartement stuit op de spullen uit hun vroegere leven, ontdek je onvermoede kanten van mensen die je je hele leven hebt meegemaakt en die je misschien dacht door en door te kennen. Na het overlijden van Boltanski’s moeder bleek dat zij enkele zeer verschillende levens achter elkaar had geleid. Het was een intrigerend raadsel hoe die op elkaar aansloten en in elkaar pasten.

Boltanski had zijn moeder meegemaakt in haar meest succesvolle jaren, toen ze manager was bij de Franse openbare omroep, altijd druk in de weer en met een stoet van jongere minnaars. Nooit is zij de bezuinigingsoperatie te boven gekomen waarin ze vervolgens op straat werd gezet. Kettingrokend, vroeg in de ochtend het eerste glas wijn wegtikkend en honderden detectiveromans verslindend zwierf ze in haar latere jaren van het ene appartement naar het andere, hulp afwijzend. Sporadisch verrees ze van haar matras om boodschappen te doen en haar hond uit te laten. Wel schreef ze tientallen aanzetten tot detectiveromans, maar ze vond nooit de kracht om verder te komen dan een bladzijde of vijf, zes. “Ze had,” schrijft Boltanski vol mededogen over die ontluisterende neergang van zijn moeder, “wel wat blessuretijd verdiend.”  

Boekenkrant

Maar het belangrijkste en meest meeslepende avontuur in haar leven, ontdekt Boltanski, had zich afgespeeld in haar studentenjaren, juist voor zijn geboorte. Zij was toen betrokken bij het Parijse studentenverzet tegen de Franse koloniale politiek in Algerije. Parijs was het toneel van ideologische debatten op het scherp van de snede, bomaanslagen door voor- en tegenstanders en ook een genadeloze onderdrukking van protesterende Algerijnen, waarvan er op een donkere avond door toedoen van de politie tientallen zo niet honderden in de Seine zijn verdronken.

Boltanski’s moeder hoorde bij de jongeren uit een burgerlijk milieu die zich, gedreven door rechtvaardigheidsgevoel, zin voor avontuur en de drang iets nuttigs met hun leven te doen,  in Parijs inzetten voor de Algerijnse zaak – als koerierster, als onderduikadres of brievenbus. De schrijver zoekt in de oude papieren van zijn moeder, neemt contact op met personen die toen een rol speelden in haar leven, en probeert het schimmige bestaan dat zijn moeder in de jaren leidde te reconstrueren. De concrete resultaten zijn tamelijk beperkt, maar het gevoel van onmachtige ontroering waarmee de schrijver achterblijft is misschien wel de mooiste hommage aan zijn moeder.

Bij dit boek met zijn mooie beschrijvingen van het Parijs van de vroege jaren zestig, zijn ongrijpbare personages met duistere activiteiten en onmogelijk meer te achterhalen namen is het moeilijk om niet te denken aan het werk van Patrick Modiano. Maar  Boltanski schrijft een ‘memoir’ en geen roman – zoals de uitgever ons wil doen geloven – en hij speurt naar de werkelijke toedracht van de gebeurtenissen. Modiano daarentegen laat in de magische zinnen van zijn romans het mysterie van het ongrijpbare intact en stelt dat ongrijpbare zelfs centraal. Daarom is hij wellicht ook de betere schrijver van de twee. Modiano maakt op schrijnende wijze voelbaar dat het hele verleden voorgoed en onachterhaalbaar voorbij is, Boltanski confronteert zijn lezers met de onmogelijkheid om zelfs iemand die je zo nabij staat als je eigen moeder ooit helemaal te doorgronden.

Niets dan lof voor het beknopte, heldere nawoord van Ariejan Kortweg, dat precies de informatie geeft die de Nederlandse lezer van nu nodig heeft om dit boek in zijn historische context te kunnen plaatsen – en dat je daarom het beste voorafgaand aan de roman kunt lezen.

Eerder verschenen in Trouw

Boeken van deze Auteur: