"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Recensie filosofie: Faut-il brûler Sade?

Woensdag, 1 mei, 2024

Geschreven door: Simone de Beauvoir
Artikel door: Onbekend

Angst voor het einde

“We weten het: de burger van vandaag is bang.” Bang voor “de dood van Europa, de ondergang van het Westen, het einde van een wereld, het einde van de wereld.” Zo begint Simone de Beauvoir haar essay over “Het rechtse denken van vandaag”, het tweede van de drie die zij in 1955 samenbracht in de bundel Faut-il brûler Sade?. Bijna tachtig jaar later lijkt er op het eerste gezicht nog maar weinig veranderd.
Die indruk verdwijnt bij het lezen snel. Het einde van de wereld dat De Beauvoir de bourgeoisie ziet vrezen heeft met klimaatverandering, vluchtelingenstromen of nieuwe economische grootmachten niets te maken. Met klassenstrijd des te meer. In haar wereld is het communisme nog springlevend als de aankondiging een rechtvaardigheid van andere snit dan wat de burgerij en een groot deel van de intellectuelen volgens haar daaronder verstaan.

Vooral die laatsten krijgen er bij De Beauvoir van langs. Bij sommigen is dat begrijpelijk: de collaborateur Drieu La Rochelle of Thierry Maulnier, medewerker van de Action Française. Maar ook Brice Parain, Raymond Aron en, nog opmerkelijker, Karl Jaspers. Aan Maurice Merleau-Ponty, die in die tijd het communisme afzwoer, wijdt zij het een uitvoerig slotessay, waarin ze als een nauwgezet apologete Sartre tegen diens aanvallen verdedigt.

De paradox van Sade
Het wonderlijkst is het titelessay van de bundel, dat dateert uit 1951. Argumenten om het werk van De Sade te verbieden waren er genoeg. Pas na een reeks van processen mocht het uitgegeven worden. De wreedheid die De Sade beschrijft, in de eerste plaats jegens vrouwen, volstond om het als ‘zedeloos’ in de ban te doen.
Opmerkelijk genoeg gaat De Beauvoir, twee jaar na de publicatie van de feministische klassieker De tweede sekse, daar achteloos aan voorbij. Wat haar interesseert is de vraag hoe Sade als edelman zijn geprivilegieerde bijzonderheid wist te bewaren terwijl de Franse Revolutie ‘het goede’ juist een universeel gezicht probeerde te geven. Daarin faalde hij, zo constateert zij – en juist in dat falen ligt ‘la suprême valeur’ van dit oeuvre.

Focus op klassenstrijd
Klassenstrijd, niet vrouwenstrijd was haar primaire focus – tot ‘De tweede sekse’ in de jaren zestig een standaardwerk en zij een feministische icoon werd. Eén keer wordt in deze bundel de ‘seksuele mythologie’ man-vrouw terloops aangeduid, één keer noemt zij het idee van een specifieke ‘vrouwelijke gevoeligheid’ een typisch ‘psychofysiologisch subjectivisme’. Beide zijn bij uitstek burgerlijk, aldus De Beauvoir. Ook dat zul je vandaag de dag niet vaak meer horen.

Sociologie Magazine

Vervlogen ideeën
Daarmee roept Faut-il brûler Sade? een vervlogen tijd op, die nog maar nauwelijks na te voelen is. De schrijfster ervan heeft weinig raakpunten met de Beauvoir die vandaag de dag bewonderd en vereerd wordt. De ‘hoogste waarde’ van deze bundel ligt misschien wel in het besef hoezeer de betekenis van een auteur en een oeuvre door de tijd en omstandigheden heen verschuiven kan.

Ook verschenen op X / Linkedin