"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Interview: De lijst

Zaterdag, 16 december, 2023

Geschreven door: Marelle Boersma
Artikel door: Roelant de By

Roelant de By in gesprek met Marelle Boersma

Marelle Boersma: “Iets wat jarenlang verzwegen en verborgen is gehouden, komt letterlijk uit de beerput bovendrijven. En dan nóg willen bepaalde mensen dat geheim houden. Daar schrijf ik dan graag een boek over.”

Marelle Boersma is iemand die nauwelijks introductie behoeft. Naast een groot aantal boeken dat op haar naam staat, is ze ook schrijfcoach en organiseert meerdere keren per jaar schrijfworkshops, niet alleen in Nederland maar tot voor kort ook in Portugal waar ze enkele jaren gewoond heeft. Nu is ze terug in Nederland en spreek ik haar in haar nieuwe onderkomen. Een schitterend oud en statig monumentaal pand in het midden van het land, met een heerlijke, grote tuin eromheen waar haar honden (meegenomen vanuit Portugal) naar hartenlust kunnen rennen. Na jaren “Ik vertrek…” boeken geschreven te hebben, heeft ze nu ook haar boekenstijl veranderd lijkt het, sinds ze weer gesetteld is in Nederland. De Lijst is haar nieuwste boek, geschreven in de haar kenmerkende heldere stijl, over een maatschappelijk relevant onderwerp. Het heeft vanwege haar gezondheid even geduurd voordat haar nieuwe boek verscheen. Ik begin ons gesprek met haar daarnaar te vragen.

Marelle, hoe is het nu met je gezondheid?

[aarzelend] “Ja, nou, ja. Ik vind: goed. Ik ben, zeg maar heel diep gegaan en ben nu nog steeds aan het opbouwen. Maar het gaat steeds beter. Als dít het is, is het goed. Kijk, door chemotherapie gaat je hoofd gekke dingen doen. Dan krijg je zo’n chemohoofd. Dan kun je de grote lijnen niet meer overzien. Dat is verschrikkelijk. Je herkent jezelf niet meer. Je moet analytisch denken bij verhaallijnen om echt de boel goed in elkaar te bouwen. En daar heb je gewoon een goed hoofd voor nodig.”

Yoga Magazine

Jouw boek speelt zich bijna geheel af in 1995. Je moest helemaal in die tijd duiken.

[enthousiast] “Ja, leuk! Ik vond dat ook een uitdaging. Hoe was die tijd toen? Je hebt het zelf meegemaakt, maar om weer terug te gaan… Wat was er wel en wat nog niet? Mijn kinderen waren toen kleuters, ik was aan het werk. Met name tussen 1993 en 1996 zijn er zoveel ontwikkelingen geweest. Ik moest heel erg uitkristalliseren wat er wél en wat er nog niet was. [glunderend] Ik vind dat heel leuk om uit te zoeken.”

[lachend] Dat World-on-Line waar Wim bij werkt.

“Ik moest iets hebben wat in die tijd een belofte was. En waar zo’n nerd werkte en helemaal in opging. Dat was een echte hype toen. Nina Brink!”

Die haar eigen aandelen al verkocht had de dag vóórdat haar bedrijf naar de beurs ging.

“Dat weten heel veel mensen niet. Ik vond dat gewoon leuk. De personages heb ik bedacht en in die setting geplaatst.”

De moorden beschrijf je niet al te gedetailleerd.

“Ik heb net een boek van Sam Holland gelezen, waar uitgebreid beschreven wordt hoe een serie moordenaar zijn messen in iemand steekt en dergelijke. Ik ben daar geen type voor. Ik laat het liever aan de lezer over om zich daar een beeld van te vormen dan dat ik zulke dingen tot in detail beschrijf. Ik heb de neiging om dergelijke scènes over te slaan. Dat blokkeert voor mij.”

Ben je softer?

“Nou, softer niet, maar ik denk dat minder méér is. Een vrouw in lingerie vind ik sexyer dan een naakte vrouw. Ik probeer eigenlijk altijd het niet té expliciet te beschrijven en de lezer te laten invullen wat er allemaal kan gebeuren. Want soms is het zó erg wat er gebeurt, ook in de wereld.”

Macht speelt een belangrijke rol in jouw boek. Onderlinge machtsverhoudingen.

[glimlachend] “Als mensen macht gaan voelen, kan dat bij een aantal mensen te ver gaan. Het zijn die machthebbers. Macht is iets… [aarzelend] Ik hou daarvan in boeken. [lachend] Ik gebruik het vaak omdat ik het ook om me heen zie. Zodra mensen de macht krijgen… Alleen de goeden, de echt sterke mensen, kunnen met macht omgaan.”

Je hebt het in je boek ook over machtsmisbruik binnen de katholieke kerk. Mensen die met goede bedoelingen beginnen, maar toch de fout in gaan.

“Het Christendom is een prachtig geloof. Ze hebben heel veel kansarme mensen opgevangen. Maar in mijn research kwam ik getuigenissen van priesters en nonnen tegen die daarover hebben gesproken: ‘We hebben ze opgevangen, maar we zijn vergeten om Christen te zijn.’ Die zin heeft mij zó geraakt. Daar zit de basis.”

Prachtig beschrijf je de relatie tussen Erin en haar verloofde Wim. Ik citeer Erin: ‘Ik weet dat lichamelijk contact de basis is, dus trek ik mijn hand niet meteen terug.’ Ik moet dan meteen denken aan de autistische Saga uit de serie The Bridge.

“Ja. Erin is gewoon iemand die als kind geen liefde, veiligheid of zekerheid gekend heeft. Dat heeft ze gemist. Ze heeft geleerd dat zoiets uit de ratio moet komen. Vooral in het begin is zij heel rationeel. Als Wim haar een huwelijksaanzoek doet, voelt zij geen verliefdheid voor hem, maar is hij meer een geschikte partner die voor haar kan zorgen en die zelfs een goede wijn kan herkennen. Laat ik dan maar ‘ja’ zeggen, dan is mijn moeder ook blij, denkt ze.”

Met enkele zinnen weet je heel veel te zeggen over haar verleden. Dat is prachtig. Ik citeer nog even: ‘ik was trots op mijzelf dat ik meteen toestemde… Wim was niet iemand die bij me wegliep, me zou kwetsen of dood zou gaan, zoals tot nu toe iedereen had gedaan.’ Echt heel mooi. 

“Ja, dat is wat ze kende. Iedereen van vroeger was weg. Ik hou er erg van om met een paar zinnen een situatie duidelijk neer te zetten. Niet dat expliciete benoemen. Ik schets een beeld.”

Je beschrijft helemaal niet hoe Erin eruit ziet. Alleen dat ze rood haar heeft.

“Dat maakt niet uit. Dat is toch niet interessant?”

Later in het boek zegt Teun dat ze mooi is.

“Natuurlijk vindt hij haar mooi.”

[lachend] Ja, na de seks!

“Hij is helemaal gek op haar. Hij vindt haar mooi. Sommige mensen kunnen qua uiterlijk oerlelijk zijn, maar als je ze beter leert kennen, worden ze steeds knapper. Het uiterlijk is voor een boek ook niet zo belangrijk. Tenzij het boek over uiterlijke schoonheid gaat en ze moeten leren dat het over innerlijk gaat. Dan is dat het thema. Dat is hier helemaal niet belangrijk. Erin is een soort nerdy vrouw die niet met haar uiterlijk bezig is.”

Erg grappig is de scène waarin Wim en Erin hun huwelijk gaan bespreken. Beide benoemen ze wat voor hun het belangrijkste is op die dag. [lachend] Dan hoor je twee totaal verschillende antwoorden, waarop Wim concludeert: we zijn het helemaal eens.

“Hij begrijpt er ook niks van. Hij is een computernerd die met héél belangrijke zaken bezig is. World-on-Line gaat de wereld op zijn kop zetten. Daar is al zijn aandacht op gericht. Als ze samen telefoneren zit hij ondertussen op zijn toetsenbord. Hij vergeet zelfs te vragen hoe het met háár is, wat zij voelt.”

Het is alsof zij zichzelf moed inspreekt: ‘Ik heb een goede baan, een eigen huis en ik ga trouwen. Dat zijn bewezen ingrediënten voor een gelukkig leven.’

“Zij is alleen maar met bewijzen bezig. Daarom past haar beroep ook zo goed bij haar. Bij de wetenschap en het onderzoeken (ik kom zelf uit de wetenschap) moet alles kloppen. Alles moet bewezen zijn, anders mag je het niet opschrijven. Bij een auteur is dat totaal anders. Daar draait het om emotie. Emotie moet je voelen. Ik vind dat heel erg leuk. Als ik mij als schrijfcoach niet openstel voor het verhaal van een ander, en ik laat niet blijken dat het me iets doet, dan kom ik niet dichterbij. Dan ben ik de ratio met de technieken. Maar daar ben ik niet van. Ik ben van het gevoel. Dat is volgens mij de enige manier om dichterbij te komen.”

Je hebt jouw boek opgezet vanuit drie personages: Erin (de ik-figuur), Charlotte en Max. Drie mensen die elkaar niet kennen, maar waarvan blijkt dat ze op dezelfde lijst staan. Welke lijst dat is, is nog onduidelijk. De verhaallijn van Erin vind ik de meest interessante. Charlotte, de patissier, heeft een kleine rol en Max, de mode ontwerper, vind ik ronduit irritant. Maar ik begrijp dat je totaal verschillende personages nodig hebt om die uiteindelijk met elkaar te verbinden.

“Ik wilde drie locaties in Europa hebben en ik wilde daar drie totaal verschillende mensen in hebben. Ook wilde ik dat ze alle drie iets bijzonders met het huwelijk hadden. Het huwelijk is een heel groot gegeven in het boek. Erin begint met het huwelijk, want ze gaat trouwen. Wanneer Wim haar vraagt wat zij belangrijk vindt, antwoordt ze een mooie jurk en een lekkere bruidstaart. En deze dingen komen later terug. Max is couturier in Milaan en maakt de bruidsjurk, Charlotte is patissier in Frankrijk en verzorgt de bruidstaart.”

Dat huwelijk gaat wel heel snel. Na twee maanden al.

“Ja…ja. Jan en ik wisten het al na een week. Hoe snel wil je het hebben? [we lachen hartelijk] Binnen een half jaar kochten we een huis in Portugal en gingen we emigreren. Ik had Jan ontmoet voor het eerst en kwam die middag bij mijn moeder. Die zei: Nou, vertel maar. Die zag het meteen! Leuk, hè. Die link van het huwelijk is juist wat er níet was voor die jonge meisjes. Naast dat het een verhaal is geworden over liefde en eenzaamheid is het ook een verhaal geworden over de macht van het huwelijk. Dat zit overal een beetje in. Ik vind het leuk om die dingen zo te construeren. Maar ik wil het niet te zwaar aanzetten. Als mensen het niet zien, is het ook goed.”

Erg leuk hoe jij jouw drie hoofdpersonen op het eind van het verhaal naar Ierland laat gaan om elkaar te ontmoeten. En passant geef je een mooi beeld van dat land en zijn bevolking.

“De Ieren zijn heel hartelijke en gastvrije mensen. De legendes die daar zitten, dat bijgeloof. Al die dingen heb ik geprobeerd om via mijn personages naar voren te laten komen. Daar hou ik van, om zo’n bevolking te laten zien. Ga maar eens naar een Ierse pub. Een en al gezelligheid. Ik hou daar van.”

En de plaatselijke dronkenlap, the resident drunk. Oudere mannen die tot het meubilair van de pub behoren en wier drinkgedrag betaald wordt door de gemeenschap. Dat moet wel authentiek zijn.

“Dat gebeurt daar echt. Dat vind ik leuke dingen om iets mee te doen in een boek.”

In jouw boeken stel je graag maatschappelijke misstanden aan de kaak. Bij de ‘Ik vertrek’ serie wat minder.

“Een onderwerp moet mij iets doen, het moet me raken. Ik zal altijd twee kanten laten zien, zal nooit een zwartboek maken. Maar als iets mij raakt zoals deze geschiedenis, dan wil ik het laten zien. Ik wil het zichtbaar maken.”

In je nawoord vertel je dat je de ergste gruwelijkheden niet vermeld hebt. Dat het zonder die details al erg genoeg was.

“Dat is precies wat ik bedoel. Je hoeft al die gruwelijkheden niet te weten. De feiten spreken voor zich. Jarenlang verzwegen en verborgen gehouden. Door toeval komt het boven water, gaat letterlijk de beerput open. En dan nóg willen bepaalde mensen dat geheim houden. Daar schrijf ik dan graag een boek over.”

Een korte versie van dit artikel stond in het decembernummer van de Boekenkrant

Boeken van deze Auteur: