"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Interview thriller: Toen waren er vier

Zaterdag, 30 maart, 2024

Geschreven door: Carla Kovach
Artikel door: Roelant de By

Roelant de By in gesprek met de Engelse thrillerauteur Carla Kovach

Carla Kovach: “Ik denk dat veel mensen met wraakgevoelens rondlopen, maar daar uiteindelijk niks mee doen omdat we bovenal evenwichtige mensen zijn.”

Carla Kovach is een Engelse auteur van thrillers met telkens hetzelfde hoofdpersonage, politie inspecteur Gina Harte. Op 26 maart van dit jaar verscheen het negende deel van de serie in Nederlandse vertaling, Toen waren er Vier. Ik spreek Carla in het Ambassade hotel te Amsterdam waar zij enkele dagen verbleef. Omdat haar echtgenoot, Nigel, herstellende is van een recente operatie, nam ze haar (volwassen) dochter mee naar Amsterdam. De voertaal is Engels.

Inmiddels is het al deel 9 in de Gina harte serie die in het Nederlands vertaald.

“Ja, en dan te bedenken dat in de UK zojuist deel 15 uitgekomen is, en ik deel 16 aan het afronden ben. Vorige week heb ik zojuist een nieuw contract met mijn uitgever getekend voor nog eens drie nieuwe delen. Ik blijf volop met Gina bezig.”

Pf

Op jouw website las ik dat je ook actrice en zelfs producent bent geweest.

“Ik heb veel op de planken gestaan. Ik heb ook mijn man leren kennen toen we samen in toneelstukken speelden. Het waren geen high-profile stukken, gewoon kleine theaterproducties. We zijn ook betrokken geweest bij een paar locale, voornamelijk korte films. Eén daarvan was de horrorfilm House of Scream and Death. Ik speelde een heel klein rolletje. Als je even met je ogen zou knipperen, had je mijn bijdrage al gemist. Daarnaast was ik bezig om mijn eigen toneelstukken te schrijven. Die heb ik, naast het spelen, ook zelf geregisseerd en geproduceerd. Dat waren allemaal komedies. Van daaruit hebben mijn man en ik een bedrijf opgericht om fotografie en video opnames te maken. Voornamelijk in opdracht: bruiloften en partijen, bedrijfsfilms dat soort dingen. En ook wat wat korte films en muziekregistraties. Dat is inmiddels alweer een tijdje geleden. Wat ik kortgeleden wél weer heb opgepakt om op de planken te doen, is een cursus stand up comedy. [lachend] Ik hou wel van een uitdaging af en toe. Gewoon kijken of je grappig kunt zijn op een podium.”

De Gina Hart serie schrijven is heel wat anders dan comedy.

“Een tijdje geleden ben ik met het schrijven van komische toneelstukken gestopt. Ik wilde iets maken dat wat langer meeging. Bij een toneelstuk heb je de première, de voorstellingen en daarna is het helemaal voorbij. Daarom ben ik begonnen met het schrijven van een boek. Ik ging nadenken waar ik zelf van hield. Ik ben dol op horror dus iets in die richting. Maar wel een beetje horror-light, meer een Young Adult met bovennatuurlijke dingen erin. Dat werd Flame, wat ik zelf uitgegeven heb. Daarna schreef ik een psychologische thriller, toen een gewone thriller en daarna een romantische komedie, een feelgood, want daar houd ik ook van. Van daaruit ben ik op het thriller idee gekomen om te gaan schrijven met een vaste hoofdpersoon, een politie inspecteur. Dat werd Gina Harte. En nu zijn we zoveel boeken verder.”

Gina beschrijf je altijd in de derde persoon, terwijl je wél een ik-figuur in je boeken hebt. De ene keer is dat een oudere vrouw in een rolstoel, de andere keer is dat de moordenaar. Waarom bouw je zo’n constructie?

“Ik hou ervan om soms wat dieper in iemands hoofd te zitten, dat karakter wat meer uit te diepen. Gina is duidelijk en komt genoeg aan bod. Dat gaat prima in de derde persoon. Dan is het juist handig om bijvoorbeeld de moordenaar als ik-figuur te gebruiken omdat de lezer dan wel in zijn hoofd gaat zitten, maar geen idee heeft wie het is. [lachend] Ik vind het leuk om mensen te verrassen en op het verkeerde been te zetten.”

De motieven die de moordenaars hebben in jouw boeken zijn voornamelijk jaloezie en wraak. Het gaat nooit over geld.

“Ik hou meer van basale menselijke emoties. Geld, tja. [aarzelend] Ik geloof best dat mensen kunnen moorden voor geld, maar in mijn boeken is een dergelijk motief nog niet opgekomen, dat klopt. Het moet gewoon passen in de verhaallijn.”

Het voordeel van wraak als moordmotief is dat de moordenaar zijn daden ruim van tevoren kan plannen en voorbereiden. Van zo’n minutieuze voorbereiding maak jij graag gebruik. Ik noem als voorbeeld de grafkisten die de moordenaar lang van tevoren maakt om zijn slachtoffers levend in te stoppen [uit Zwijg als het Graf]. Dat is nog eens voorbedachte rade!

[lachend] “Ik denk dat veel mensen met wraakgevoelens rondlopen, maar daar uiteindelijk niks mee doen omdat we bovenal evenwichtige mensen zijn. In mijn boeken gaat het vaak om mensen die iets aangedaan is, vroeger, wat ze niet kunnen verkroppen en die wachten op een kans om zich te wreken. Ze willen hen laten lijden zoals ze zelf ook geleden hebben. [lachend] En dat alles in de naam van Entertainment.”

Je beschrijft in dat boek dat er uit die grafkist een touw loopt dat een eindje verder verbonden is met een bel. Alleen zit er geen klepel aan. Hoe kwam je aan dat idee?

“Heel vroeger was het de gewoonte om bij mensen die begraven werden, een touw aan een bel in de kist te leggen. Wanneer ze toch nog wakker zouden worden, konden ze die bel luiden zodat ze weer opgegraven konden worden. [we lachen allemaal] Dat werd echt gedaan in Roemenië. Er zijn van die aandoeningen waarbij mensen overleden lijken, maar het toch niet zijn, en vervolgens snel onder de grond worden gestopt. Al die medische apparatuur van tegenwoordig hadden ze vroeger niet. Vandaar die bel. Je kan niet weten…”

Wat is jouw link met Roemenië?

“Daar komt mijn moeder vandaan. Kovach, mijn schrijversnaam, is haar meisjesnaam. Wel enigszins aangepast qua spelling om het makkelijker te kunnen uitspreken in het Engels. Vroeger vertelde ze me altijd dat ik een afstammeling was van graaf Dracula. Zij hield ook van horrorverhalen. Als kind was ik al gefascineerd door het theater, wilde daar ook iets mee doen als ik groot was. Maar mijn vader wilde dat ik iets degelijks ging doen. Zo ben ik accountant geworden. Dat vond ik vreselijk. Ook helemaal niet creatief. [lachend] Als je creatief bent als accountant, eindig je in de gevangenis. Daarna ben ik met theater begonnen wat me veel meer beviel.”

Kom je uit een groot gezin?

“Nee, ik ben enig kind. Net als mijn beide ouders. Ik ben een ongelukje geweest. Mijn moeder had helemaal niet in de gaten dat ze zwanger was. Ze dacht dat ze wormen had of iets dergelijks. Toen bleek ze zwanger van mij te zijn tot haar grote teleurstelling. Zelf heb ik ook slechts één dochter. [tegen haar dochter Chloe: ‘No pressure, dear’] Mijn man, Nigel, heeft twee kinderen uit een eerdere relatie.”

In je boeken maak je veel gebruik van appjes, smsjes en dergelijke. Die worden door de personages altijd bekeken, zelfs als ze van een anoniem nummer afkomstig zijn.

[Lachend] “Ik neem zelf ook altijd op als een anoniem nummer belt. Of tenminste, dat deed ik altijd. Je bent toch nieuwsgierig.”

Ben je zelf een nieuwsgierig persoon?

“Eigenlijk valt dat wel mee. Naar de grote vraagstukken van het leven ben ik nieuwsgierig, maar niet wat de buren uitspoken of iets dergelijks. Dat interesseert me niet. Ik kijk niet uit het raam om te kijken wat er gebeurt.”

In één van je boeken citeer je een zin uit de bijbel. Ben je religieus?

“Nee, mijn hoofdpersoon Gina is dat ook niet. Ik wil geen mensen van streek maken, maar ik geloof eigenlijk nergens in. Ik ben meer iemand die van wetenschap houdt. Je moet iets kunnen bewijzen. Ik geloof pas ergens in als het is bewezen.”

Het probleem daarmee is dat we alleen iets kunnen bewijzen met de kennis van nu. Nieuw bewijsmateriaal kan de hele boel weer omgooien.

“Ik ben dol op nieuw bewijs! Ik wil graag steeds nieuwe dingen leren. Ik ben gefascineerd door het heelal. Telkens wordt er iets nieuws ontdekt. Maar ik ben nooit benauwd dat er een geest onder mijn bed ligt of zo. Geesten bestaan niet dus word ik nooit bang. Ik ben nergens bang voor.”

Levend begraven worden zoals in één van je boeken?

“Ja, dat is vreselijk eng. [lachend] Daar ben ik heel bang voor.”

Als we nu jouw laatst vertaalde boek nemen, Toen waren er vier, de jonge mensen die je daarin beschrijft, hebben een zeer losse seksuele moraal. Zie jij de jeugd van tegenwoordig op een dergelijke, losbandige manier? [ik kijk naar haar dochter die naast ons zit en heel hard lacht]

“Ik heb mijn dochter uitvoerig uitgehoord wanneer ze een weekendje ging kamperen met vrienden! Nee hoor, ik maak een grapje. Ik heb voornamelijk naar Amerikaanse series gekeken wat jongeren allemaal deden wanneer ze, buiten het zicht van hun ouders, feestjes gingen bouwen, vol met seks, drank, drugs en harde muziek. Ik denk dat mensen tegenwoordig veel meer kunnen experimenteren dan in de jaren 80 en 90 waarin ik opgroeide. In die tijd was het vooral sterke drank die we op straat dronken, maar zeker geen kampeeruitjes. Ik weet niet of de jonge mensen tegenwoordig méér promiscue zijn maar ze zijn zeker meer open dan toen en vertellen er uitgebreid over.”

Wanneer de politie getuigen of verdachten ondervraagt, beginnen die mensen altijd met ontkennen. Zelfs een gebruikt condoom dat onder zijn vrachtauto ligt wordt door de chauffeur niet erkent, totdat zijn DNA erin blijkt te zitten.  

“Als iedereen meteen de waarheid zou zeggen, zouden we geen boek hebben. Iedereen heeft wel iets te verbergen om wat voor reden dan ook.”

Je geeft jouw personages ook een motief mee, een reden waarom ze doen wat ze doen.

“Meestal wel, ja. Mensen die anderen veroordelen hebben vaak zelf ook iets waarvoor ze veroordeeld zouden kunnen worden. We hebben allemaal wel eens iets gedaan waar we niet trots op zijn. [lachend] Ik kan me even niet herinneren wat de mijne zijn…”

Moeders wiens kind als moordenaar ontmaskerd wordt, krijgen meteen een schuldgevoel in je boeken.

“Als moeder zou ik die schuld ook voelen. Dan zou ik mijzelf afvragen wat ik verkeerd had gedaan? Waar het verkeerd is gegaan? [dochter Chloe bezweert haar moeder lachend dat ze haar nooit in die positie zal brengen] De maatschappij vraagt dat ook een beetje van ons. Die willen een verklaring. Hoe heeft dat zo kunnen komen? Had die moeder echt niks in de gaten? Dat vinden mensen moeilijk te geloven.”

Er is veel geweld tegen vrouwen in jouw boeken.

“Ja, natuurlijk is er ook misbruik en geweld tegen mannen, maar het merendeel van de slachtoffers zijn nu eenmaal vrouwen.”

Wat me verbijsterde in jouw nieuwe boek, Toen waren er Vier, was dat de naam en het adres van een zedendelinquent algemeen bekend is. Het minste of geringste hoeft er maar te gebeuren en de vinger wordt naar hem gewezen. Zonder enige vorm van proces wordt zo iemand al veroordeeld door de publieke opinie.

“Ook de social media doen daar stevig aan mee. Het beschuldigen en lasteren daar is vreselijk. In een oogwenk kunnen mensen daar met valse beschuldigingen soms zeer beschadigd raken. Heel wat mensen geloven alles wat ze lezen. Waar rook is, is vuur denken ze dan. Daar is weinig tegen te doen, helaas. Je kunt mensen die lasteren aanklagen bij de rechter, maar dat is een grote stap die ook nog eens geld kost. De meesten laten het er maar bij zodat de daders er mee weg komen.”

Van welke schrijvers hou je zelf?

“De auteur die me echt in het thrillergenre geduwd heeft, is Val McDermid. Ik hou ook van Karin Slaughter. De medische thrillers van Robin Cook en Tess Gerritsen vind ik ook fijn. En niet te vergeten de afdeling Q boeken van, hoe heet hij ook al weer? Jussi Adler Olsen, ja. Verder vind ik komische boeken leuk, en niet te vergeten horrorverhalen. Vooral verhalen die zich afspelen in een spookhuis ben ik dol op. Rammelende kettingen, spoken, heerlijk.”

Hoe kom je aan ideeën voor een nieuw boek? Telkens moet het gaan om iets wat Gina bezighoudt. Je zit vast aan een bepaald format met haar als hoofdpersoon.

“Op dit moment staan er vier boeken op stapel, die ik al gepitcht heb. Dus het verhaal van elk staat al in de steigers. De komende twee jaar ben ik bezig om die boeken te schrijven. Terwijl ik dat doe, komen er kleine ideeën, gedachtes of openingen bij me op, die ik opschrijf. Wat als dit of dat zou gebeuren? Zou het niet vreselijk zijn als… Ik heb heel wat willekeurige notities opgeschreven die ik op een later tijdstip met elkaar ga verbinden, kijk waar ik Gina in kan passen, en vervolgens ga bespreken met mijn redacteur. Die kiest er dan een paar uit waar ik mee aan de slag kan gaan. Inmiddels heb ik een heel archief waarin al die gedachtenspinsels opgeslagen zijn.”

Je bent nu fulltime schrijver. Hoe ziet jouw werkweek eruit?

“Ik schrijf vier of vijf dagen per week. ’s Morgens ben ik zo’n drie à vier uur bezig met de eerste versie van een nieuw boek en ’s middags doe ik dingen als redigeren, mailtjes, dergelijke dingen.”

Op jouw website zag ik dat je ook schildert.

“Ja, ik hou ook van schilderen. Dat is ook typisch iets om ’s middags te doen. Ik teken en schilder veel honden en katten, ook in opdracht. We hebben thuis een kat, dat is gemakkelijker dan een hond. Als ik met een nieuw boek bezig ben, schrijf ik vaak in bed. Laptop op schoot, maar gaat de kat dan het liefst bovenop zitten. Herschrijven en redigeren doe ik in mijn kantoor.”

Voor het eerst gepubliceerd op Bazarow

Foto’s: Daniël Brüggen

Boeken van deze Auteur:

Zwijg als het graf

Gina Harte 6 - Haar laatste fout

Gina Harte 5 - Haar duistere hart

Toen ze verdween