"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Jeroen Brouwers: het verhaal van een oeuvre

Dinsdag, 22 december, 2020

Geschreven door: Johan Vandenbroucke
Artikel door: Quis leget haec?

En altijd groeit er wel iets in zijn hoofd, dus wij wachten geduldig af…

[Recensie] Jeroen Brouwers, Het verhaal van een oeuvre van Johan Vandenbroucke verscheen oorspronkelijk als biografie in een reeks schrijversportretten, maar werd in 2015 geactualiseerd voor de vijfenzeventigste verjaardag van de schrijver.

Ik ben van plan meer Brouwers te gaan lezen, dus dit leek mij een aardige introductie tot het werk van hem dat ik nog niet ken. Dat is gelukt, want ik heb inmiddels al weer wat aankopen gedaan.

Natuurlijk is het aardig iemand beter te leren kennen door zijn levensloop te lezen, maar wat ik interessanter vind is hoe dat leven van invloed is geweest op zijn werk. Dat is nu de verdienste van dit boek. Dat begint keurig in Indië, waar Brouwers is geboren, en eindigt in 2015. Daartussen al die gebeurtenissen die vroeg of laat terug te vinden zijn in zijn werk. Kostscholen, het verraad van zijn ouders, zijn jaren bij de uitgeverij, zijn huwelijken en kinderen, zijn werk, zijn drankzucht, zijn huizen en zijn inkomen. Alles verwerkt hij tot romans, waar hij soms jaren over doet. Tussendoor schrijft hij essays, portretten en polemieken.

Die laatste vindt hij zeker zo belangrijk als zijn romans. Hij is vaak fel en de tegengeluiden zijn er, maar wat hem steekt is dat die altijd op de persoon gericht zijn, zelden inhoudelijk. Hij legt uit;

Boekenkrant

“Een polemiek moet knallen, sissen, spuiten. Er moeten grappen in en beeldspraak’. Je moet de polemiek ‘ademloos lezen, ook al interesseert het je niet, ook al handelt het over niks’. Zijn polemieken schrijft hij altijd vanuit een persoonlijk standpunt…’Het gaat over mij: ik ben kwaad’. Of hij dan écht kwaad is? vraagt een interviewer in 1984: ‘Ben je gek! Ik ben eigenlijk nooit woedend. Het is een manier van schrijven, een stijl zoals een roman weer een andere stijl vereist. Polemiek is vermaak….Maar precies daarom worden polemieken ook vaak verkeerd begrepen.”

Het mooie van het oeuvre van Brouwers is, dat het zich prima rechttoe, rechtaan laat lezen. Hij weet zijn essays en polemieken inderdaad zo te schrijven dat ik er in de regel door geboeid ben, ook al raakt het onderwerp mij niet. Zijn romans zijn afzonderlijk te lezen, maar overal in zijn werk vind je dubbele lagen of verwijzingen. Ik heb de Indië-romans al twee maal gelezen en ook Datumloze dagen, maar dit boek zorgt er eigenlijk voor dat ik ze opnieuw wil lezen. Je leert veel over zijn werk. Brouwers zelf vindt dat werken maar een opgave. Hij kan uren of een dag doen over een paar zinnen, om ze vervolgens weg te gooien. Maar hij weet waar hij het voor doet;

“Het leven gaat voorbij, als een bliksemschicht en ik wil niet hebben bestaan zonder dat er later nog iets van mij is terug te vinden. Dat is mijn zin van het leven: al voortgaande laat i sporen achter op mijn weg. Dáárom schrijf ik. Dus ik schrijf voor de eeuwigheid – let wel, ik zeg niet dat ik onsterfelijke werken maak – maar het feit dat ik geschreven heb, dat er boeken van mij zullen zijn te vinden, dat mijn naam “ergens” geboekstaafd is gebleven… dat is belangrijk.”

Hij heeft al gezegd in het harnas te willen sterven. Hij had verwacht 62 jaar te worden, de leeftijd waarop zij van Brouwers plegen te overlijden, maar hij is er nog. En altijd groeit er wel iets in zijn hoofd, dus wij wachten geduldig af…

Eerder verschenen op Quis leget haec?