"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Jezus en de vijfde evangelist

Zaterdag, 27 februari, 2016

Geschreven door: Fik Meijer
Artikel door: Roeland Dobbelaer

Speculeren over Jezus 2000 jaar na dato.

Wat weten we nu eigenlijk van de historische figuur Jezus? Dat hij echt heeft bestaan, daar wordt tegenwoordig niet aan getwijfeld. Maar, speelde hij daadwerkelijk een rol van betekenis in het bezette Judea aan het begin van onze jaartelling? Voor de religieuzen onder ons is er geen twijfel mogelijk. Het belang van Jezus – ‘zoon van God’ – is enorm. Lees er het Nieuwe Testament maar op na. Maar het Nieuwe Testament is een verzameling verhalen en geen harde historische studie. Door de eeuwen hebben de nodige geschiedkundigen een poging gedaan om meer te weten te komen over de historische Jezus. Boeken hierover komen altijd op hetzelfde neer: dat we eigenlijk niet zo veel weten over Jezus. Ik was daarom benieuwd wat classicus Fik Meijer in zijn Jezus en de vijfde evangelist wilde toevoegen aan de kennis hierover.

Het boek van Meijer is eigenlijk een portret van twee Joden uit die tijd. Uiteraard Jezus, maar zeker zo interessant is Flavius Josephus, een Jood die ca. 37 n. Chr. werd geboren en een spannend leven leidde in en buiten het leger, eerst strijdend voor de Joden en tegen de Romeinen en daarna strijdend voor de Romeinen en tegen de Joden. Flavius eindigde in Rome, als geschiedschrijver van het Joodse volk met een riant pensioen. Voor de Joden was hij een vuige verrader, maar zo zag hij dat zelf niet. Hij schreef in Rome een aantal standaardwerken over de voor hem toen recente Joodse geschiedenis: De Joodse Oorlog en De oude geschiedenis van de Joden.

Meijer neemt ons in het eerste deel van Jezus en de vijfde evangelist mee naar de tijd waarin Jezus leefde en predikte. Hij beschrijft aan de hand van Josephus’ boeken de onderdrukking van het Joodse volk door de Romeinen en de grote opstand tegen de Romeinen waar tijdens het leven van Jezus al veel Joden op uit waren. De opstand eindigde met de verwoesting van de tempel in Jerusalem, 70 n. Chr., waarmee het Joodse verzet definitief werd gebroken en Judea een Romeinse provincie werd. De Romeinen waren niet zachtzinnig met de Joden. Meijer gebruikt het woord genocide niet, maar daar leek het in veel gevallen wel op. Nadat de Joden zich overgaven, moorden de Romeinen hele steden uit. De Romeinen kenden geen enkele vorm van medelijden. Ik moest veel aan het huidige Syrië denken bij het lezen over de lijdensweg van het Joodse volk aan het begin van onze jaartelling.

Tot zover deel 1 van het boek van Meijer. Tot zover geen klachten. In deel 2 gaat Meijer in op het leven van Jezus. Op de achterflap van het boek lezen we: “Fik Meijer vertelt over het waarheidsgehalte van de geboorteverhalen van Jezus, de rol van Maria Magdalena, de betekenis van exorcisme [etc. etc.]… Zo komt de historische Jezus tot leven.” En daar wringt het. De historische Jezus komt helemaal niet tot leven in het boek. Meijer gebruikt de boeken van Josephus om de tijd van Jezus te beschrijven, dat lukt aardig. Maar Josephus’ boeken zijn volkomen ongeschikt om de historische Jezus te beschrijven. Simpelweg vanwege het feit dat Josephus in al zijn boeken slechts een regel of tien aan Jezus wijdt, dubieuze regels bovendien, die mogelijk na zijn dood erbij zijn gezet door fanatieke Christenen. En hiermee wordt dus alles wat Meijer over Jezus zegt, net zo als in veel boeken over Jezus, giswerk. Hoewel er natuurlijk wel wat meer bekend is over de historische Jezus beperkt Meijer zich ruwweg tot het evangelie. Meijer vertelt wat er over Jezus in de vier evangeliën wordt gezegd en kijkt dan of het kan kloppen met de kennis die hij heeft uit de boeken van Josephus en de met kennis van nu. En dan wordt Jezus en de vijfde evangelist opeens een saai boek. Natuurlijk berusten de evangeliën niet op waarheid. Stukjes, delen misschien. Alleen diepgelovigen nemen nog aan dat Jezus over water liep, doden liet leven, inclusief zichzelf, blinden liet zien etc. Het nieuwe testament is een mooi verhaal dat in die tijd een nieuwe gedachte bracht, het idee van vergeving en zachtmoedigheid. Dat het in die barbaarse tijd aansloeg, verbaast me niets. Zouden we nu ook wel weer kunnen gebruiken. Fransciscus doe je best!

Boekenkrant

De voornaamste conclusie na het lezen van Meijers boek is eigenlijk dat de historische Jezus in zijn tijd een volstrekt geringe betekenis had, anders had Josephus wel meer uitgeweid over Jezus. De geschiedschrijver schreef namelijk wel uitgebreid over andere Joodse predikers uit die tijd. Meijer geeft dat gewoon toe. Eigenlijk laat Meijer zien dat dankzij de kracht van de werken van Paulus en het eerste evangelie, dat van Marcus en door de Christenen van het eerste uur, Jezus een religieuze figuur van formaat werd. Tijdens zijn leven was hij dat waarschijnlijk niet. Maar goed, dat verkoopt allemaal minder en vandaar dat Meijer zijn boek heeft moeten optuigen met beschrijvingen over allerlei zaken uit het Nieuwe Testament die niet overeenstemmen met de (historische) werkelijkheid. Oude wijn in nieuwe zakken. En wat er al helemaal niet klopt aan het boek is de titel. Flavius Josephus heeft enkele eeuwen geleden de benaming ‘de vijfde evangelist’ meegekregen. We weten nu dat het een volstrekt verkeerde naam is. De evangelisten vonden Jezus zo belangrijk dat ze een heel boek over hem schreven. Josephus vond hem volstrekt onbeduidend en noemde hem nauwelijks.


Laat hier je reactie achter:

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Alleen inhoudelijke reacties die gaan over het besproken boek en/of de recensie worden geplaatst.