"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Mauk

Dinsdag, 11 juli, 2023

Geschreven door: Jan Vantoortelboom
Artikel door: Jan Stoel

Verbeelding is de enige redding

[Recensie] Mauk is de zesde roman van Jan Vantoortelboom (1975). Met zijn debuut De verzonken jongen (2011) won hij de Bronzen Uil 2011 voor het beste debuut en de Prijs Letterkunde West-Vlaanderen 2012. De opvolger, Meester Mitraillette (2014), werd een bestseller. Een prachtige entree in de letteren.

Centraal in Mauk staat de verbeeldingskracht. Voor het hoofdpersonage, Mauk, is het de enige kans op redding. Bij hem lopen realiteit en fantasie door elkaar heen. Hij is duidelijk een man met een psychisch probleem. De oorzaak daarvan ligt in een trauma uit het verleden.

Drie niveaus
Mauk is zesenzeventig jaar, ligt voor het raam in zijn woning en is stervende. Hij reflecteert, bijna in een monoloog, op zijn leven. “Het leven zoals het aan mij is opgedrongen was troebel, een poel van woede en verwarring. Ik heb door die donkere wateren gezwommen. De grootste bedreiging in mijn bestaan was het geloof dat Henri me zou redden.” In deze zin zit al een hele wereld opgesloten: een opgedrongen leven, woede, verwarring én Henri. In het verhaal dat zich vervolgens ontwikkelt ontmoeten we Mauk in het heden, in het verleden en in ‘het wilde westen.’

Vantoortelboom zorgt voor dynamiek in de roman. Er is geen indeling in hoofdstukken. Daardoor ontstaat ruimte in het verhaal, ruimte voor de lezer om zijn verbeeldingskracht aan het werk te zetten. De korte passages/scenes zijn allemaal puzzelstukjes die langzamerhand in elkaar passen en het personage Mauk en zijn verhaal opbouwen. De lezer bevindt zich in het hoofd van Mauk. Is wat Mauk verteld allemaal waar? Wat is fictie? Zo was Carla ooit Mauks grote liefde. Aan het eind van zijn leven wordt hij verzorgd door haar dochter Jenny. Maar is Jenny nu ook de dochter van Mauk? Vergiftigt Jenny Mauk? Is Mauk de zoon van nonkel Konrad of niet? Het verwart je als lezer en zorgt tevens voor spanning. Net zoals in het hoofd van Mauk loopt alles door elkaar.

Geschiedenis Magazine

Maretak
Maurice K. was zijn eigenlijke naam, maar werd samengetrokken tot Mauk. Zijn vader was schoolhoofd, maar allerminst een liefhebbende vader. “Hij kon zijn duivels niet beheersen en heeft moeder, jou (Henri; JS) en mij erin meegesleurd,” aldus Mauk. Zijn vader is tiranniek. Zo moet Mauk de boeken van Karl May lezen en wordt hij er tot in de details over ondervraagd. Mauk is bang om te falen. Als hij het antwoord niet weet zegt Mauk het boek nog eens te zullen lezen: “Daarna legde hij zijn hand op de map, pakte de kristallen asbak, likte aan zijn duim, ontstak een sigaar en keek me een poos zwijgend aan. Ik herinner me dat ik aandrang voelde om te plassen telkens als hij zo naar mij keek.” Je voelt de dreiging. Moeder daarentegen is beschermend tegenover Mauk. Maar of de relatie tussen vader en moeder ook goed is? Dat heeft misschien wel te maken met nonkel Konrad, een jongere broer van vader. Moeder vertelt graag over hem, tot ongenoegen van vader. “Telkens als de naam Konrad uit de mond van mijn vader kwam, gleed een aslaagje over zijn ogen en ging ik stil de kamer uit. Het was anders wanneer mijn moeder de naam uitsprak als we alleen waren, dan vergezelde een melancholische genegenheid de klanken ervan.” Er wordt gesuggereerd dat er iets was tussen moeder en Konrad, maar het wordt niet expliciet benoemd. Dat suggestieve kom je in de hele roman tegen.

Maretak Konrad viel uit een boom en stierf op de dag dat Mauk geboren werd. “Misschien is in dat uur de pijn van mijn vader geboren.” Konrad had voor het kind op komst een twijgje van de maretak geknipt, dat moeder uiteindelijk aan Mauk geeft. De maretak is het symbool van liefde en vriendschap en staat prominent afgebeeld op de cover. Liefde, vriendschap, geborgenheid en verbinding dat is waar Mauk op zoek naar is. Mauk gaat wonen in het voormalige huis van Konrad. Hij is zijn enige erfgenaam. “Ik woonde nog maar een paar maanden in mijn huis toen de dwalingen me bezochten”. Al stervend komen allerlei beelden en gebeurtenissen uit het verleden komen in zijn brein naar boven. Er ontstaat een beeld van zijn jeugd, van zijn leven, zijn verliefdheid, woede, machteloosheid, verdriet, van zijn zoeken naar grip te krijgen op zijn leven.

Alter ego
Dan vindt een traumatische gebeurtenis plaats. Mauks moeder overlijdt en Mauk is daarvan als twaalfjarige getuige. Het beschadigt hem voorgoed. “Vader bewaakte me, verloor me nooit uit het oog. Hij verplichtte me te verbeelden wat ik niet had gezien.” Een sleutelzin. En Mauk denkt: “Ik loog je telkens opnieuw dood.” Mauk heeft steun aan Henri. Het is zijn de fictieve oudere broer, voor Mauk een held, maar eigenlijk zijn alter ego.

Mauk toont wat een trauma met je leven doet en hoe het hoofdpersonage gevangen is in zichzelf. Verbeeldingskracht kan dan een instrument zijn om te overleven. Mauk verplaatst zijn ouders, en zichzelf naar het ‘Wilde Westen’. Ze gaan op zoek naar het geluk. Ze trekken naar het westen. Het Wilde Westen is voor Mauk zijn nieuwe werkelijkheid. Het staat ook voor vrijheid, kansen. Mauk gelooft zo in zijn verhaal van het Wilde Westen en wat hij er meemaakt dat hij erin verstrikt raakt en er niet meer uitkomt. De verbeelding houdt hem op de been en wordt uiteindelijk een wapen, waarmee hij uiteindelijk zijn vader kan ‘terugpakken’.

Suggestief
Vantoortelboom laat veel weg. Dat is essentieel voor het verhaal. Hij schrijft suggestief. Daardoor moet je als lezer je verbeeldingskracht aan het werk zetten. Mauk is strak, soberder geschreven, zoekt de essentie, de verstilling. Het zijn details die zorgen voor verfijning. Zo’n zin die Jenny uitspreekt tegen Mauk zet je toch meteen aan het denken: “Ik ben in een leugen geboren, maar ik wil niet dat jij in een leugen sterft.” En de stijl van Vantoortelboom is verrukkelijk. Mauk: “Tijdens mijn westen kwamen de zwermen zilverreigers, zo noemde ik de mannen in witte schorten. De jachtzucht in die beesten. Ze staken hun slagpennen naar me uit, alsof ze me wilden helpen, terwijl ze op hun lange poten stonden, met alleen de nek die vooroverboog, over mijn gezicht en lichaam heen, en keer op keer staken ze me met hun zwarte dolkensnavels.” Gaat het hier nu over verplegers in een inrichting of over belagers in het wilde westen?

Mauk is een complexe, maar rijke roman. Je moet dit boek savoureren, langzaam en aandachtig tot je nemen om er ten volle van te genieten.

Voor het eerst gepubliceerd op Bazarow

Boeken van deze Auteur:

De verzonken jongen

Meester Mitrailette

De man die haast had

De drager