"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Recensie: Het Castlefest syndroom

Woensdag, 8 november, 2023

Geschreven door: Gé Ansems
Artikel door: Johan Klein Haneveld

Tomeloze verbeelding die doet denken aan Marten Toonder

Disclaimer: de auteur publiceert boeken en verhalen bij Uitgeverij Macc, waar ook meerdere van mijn boeken verschenen. Dit boek is deel 2 van de trilogie Het Castlefest Mysterie, waarvoor ik het eerste deel schreef.

Reeks
Sinds 2015 brengt Uitgeverij Macc elk jaar op Castlefest een boek uit in de reeks De Castlefest kronieken (waarvan de naam sinds 2022 is veranderd in ‘Het Castlefest Mysterie’, maar waarin nog steeds hetzelfde verhaal verder gaat). Dit is het achtste boek in de reeks, het tweede deel van de derde trilogie – die probeert de verhaallijnen uit de eerste twee trilogieën bij elkaar te brengen. Hoofdpersoon Willem van Straeten uit de eerste trilogie en zijn strijd tegen de godemoon Azoëllos trekt nu op samen met Sherlock Holmes en Watson uit de tweede trilogie. Centraal staat in elk boek het Castlefest op het Keukenhofterrein. Aangezien ikzelf het vorige deel (‘De zaak van het oneindige festival’) had geschreven, was ik benieuwd wat Gé Ansems van het vervolg gebakken had.

Elementen
In mijn verhaal had ik verwezen naar het allereerste deel van de Castlefestkronieken, Wanneer de zon terugdraait, aangezien de vervolgdelen elementen die Gé daarin had geïntroduceerd hadden laten vallen. Nu had hij de kans daarop verder te bouwen. En die kans heeft hij gebruikt! Maar hij wist mij volledig te verrassen met de kant die hij opging. Dit was geen herhaling van zetten of een poging de trein weer op de rails te krijgen. Nee, Ansems doet het universum van het Castlefest Mysterie exploderen. Tijdreizen, een alles verwoestende kernoorlog, zich vermenigvuldigende onderdelen van het Castlefest, een hellehond, ondergrondse ruimtes vol nog levende doden, Dikke Tot en pratende stoommachines, dat alles komt voorbij in een bijna ademloos verteltempo. Ondertussen worden de plannen van Azoëllos langzaam duidelijker, net als wat moet gebeuren om die te verijdelen.

Traditie
Gé Ansems is niet een schrijver van ‘high fantasy’ of ‘epic fantasy’. Wij noemen dat ondertussen ’traditionele fantasy’, maar eigenlijk is wat Gé schrijft de échte traditionele fantasie – een veel oudere traditie. Eigenlijk is hij een fabulist – zijn verhalen zijn gebaseerd op pure verbeelding. Hier geen dwangmatige logica of geloofwaardige wereldbouw. Wat de schrijver kan verzinnen, dat gebeurt. Het is de verbeelding van een Lewis Carroll (Alice) of, dichterbij huis, Marten Toonder. Ook in Gé’s liefde voor de Nederlandse taal en gave voor het vinden van spitsvondige beschrijvingen en namen voor fantasiewezens en -objecten toont hij zich een leerling van de Bommelauteur (en ik meende een keer een knipoog naar de meester te lezen, als u begrijpt wat ik bedoel).

Ons Amsterdam

Knipoog
Net als in de Bommelverhalen schuilt er onder de overdaad aan fantastische gebeurtenissen wel degelijk een knipoog naar de actualiteit – zo kunnen we in de regering van de machines commentaar lezen op de toenemende invloed van zogenoemde AI en algoritmes, terwijl ook wordt gerefereerd aan mensen die niet zelf nadenken, maar blind politieke leiders volgen. Niet voor niets is de hoofdpersoon een journalist, die het naadje van de kous wil weten.

Een paar kleine redactiefoutjes, maar verder goed verzorgd en bol van avontuur. Ik ben erg benieuwd hoe de volgende auteur alle verhaallijnen bij elkaar gaat brengen en deze trilogie van een passende afsluiting gaat voorzien! 

Ook verschenen op Hebban