"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Stenen eten

Dinsdag, 24 augustus, 2021

Geschreven door: Koen Caris
Artikel door: Saskia Imbert

Een beklijvend verhaal waar je stil van wordt

‘Ze willen vragen: hoe heeft ze het gedaan? Deed het pijn? Was Emma zo verdrietig dan, verdrietiger dan wij? Wat ze in plaats daarvan vragen is: wat gebeurt er nu met de examens? En wat draag je naar een begrafenisdienst?’

[Recensie] Stenen eten is het indrukwekkende relaas over een klein dorp en zijn inwoners dat dooreengeschud wordt door opeenvolgende zelfmoorden van jongeren. De proloog, waarin de zus van Ben zich voor een aankomende trein legt, is heftig. Koen Caris drukt hier meteen zijn stempel met een zeer overtuigende schrijfstijl.

De lezer volgt Ben, drie jaar na de zelfmoord van Kim. Het gezin is uiteengevallen. Vader is uit beeld verdwenen en de moeder is niet zo stabiel, maar eigenlijk is dat wel begrijpelijk gezien de omstandigheden. Ze is erg in zichzelf gekeerd, boos op de buitenwereld,… Haar gemoedstoestand wordt zeer goed weergegeven. Je voelt dat ze Ben, haar Schaapje, zo graag ziet, maar die gevoelens worden onderling niet echt uitgesproken.

‘… maar ma en ik zijn niet goed in samen verdrietig zijn. Daar worden we twee vreemden van.’

Ons Amsterdam

Tom en Hettie zijn zowat de enige echte vrienden van Ben. Vooral Hettie is zijn steun en toeverlaat, ze begrijpen elkaar zonder veel woorden. Het gedrag van de klasgenoten en andere leerlingen is best herkenbaar. Ze willen eigenlijk van alles weten over Kim en vragen stellen, maar weten zich geen houding te geven. Ze vermijden een directe confrontatie, maar toch hebben ze een uitgesproken mening en verhaal,… het lijkt wel alsof Kim publiek bezit is geworden. Ben zit echter niet te wachten op hun vragen en hun verdriet. Die ongemakkelijke sfeer is knap geschetst door de auteur.

Het is nu eindexamenjaar, net zoals voor Kim drie jaar geleden. De jongeren zijn uitgelaten en kijken uit naar een toekomst buiten het dorp. Ze hebben verwachtingen, voelen zich bijzonder. Maar dan herhaalt de geschiedenis zich… klasgenootje Emma pleegt zelfmoord. Het is een harde confrontatie als Ben ontdekt dat zijn zus hier toch nog een rol in speelt, zeker als er nog meerder slachtoffers volgen.

Koen Caris brengt het verhaal in een soepele en vlotte schrijfstijl. Hij haalt harde en emotionele thema’s aan zonder uitgesproken sentimenteel te worden. De lezer volgt en observeert Ben zijn stemming en zijn verwarring. Terwijl hij zich al anders voelt door de dood van zijn zus, kamp hij ook nog op een andere manier met zijn gevoelens. Ben wil eigenlijk ‘gewoon’ zijn, maar de omstandigheden laten dat blijkbaar niet toe.

‘Al drie jaar komen mensen naar me toe om dingen over mijn zus te zeggen, maar nog steeds weet ik niet hoe ik moet reageren. Ik heb er nooit aan kunnen wennen dat anderen ook herinneringen aan haar hebben, dat ze ook onderdeel is van hun verleden.’

Ook de dorpsmentaliteit komt goed tot uiting in Stenen eten. Bijna iedereen kent elkaar, bijna iedereen heeft wel een oordeel klaar. Sommigen willen bekeken worden, anderen juist vermeden worden. De begrafenis van Emma, waar ook Ben en zijn moeder aanwezig zijn, is hier een mooi voorbeeld van.

‘Dit dorp is zo klein, en de velden die ons scheiden van de rest zo groot, dat zodra hier eens wat speelt iedereen wil doen alsof hen dat aangaat. Dat was drie jaar geleden net zo; groepshysterie is hier de standaard reactie.’

Stenen eten is een beklijvend verhaal waar je stil van wordt en dat je aan het denken zet. Bestaat er een gepaste reactie op zelfmoord, op rouw?

Het fragment dat mij het meest heeft geraakt is dat waarin moeder en zoon samen op de trap zitten, zo liefdevol en eenvoudig beschreven. Mijn moederhart begreep het wel.

Ik ben dus best onder de indruk van Stenen eten, zo krachtig en eerlijk. Koen Caris, theater- en hoorspelschrijver, heeft voor mij misschien wel het beste debuut van dit jaar geschreven. Nog even afwachten natuurlijk, maar voor nu alvast 4 welverdiende sterren.

‘Misschien moet ik binnenblijven tot het tijd is om te verhuizen naar de stad, waar we elkaar pijnloos kunnen verliezen in de massa.’

Eerder verschenen op Perfecte Buren.