"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Verwar het niet met afwezigheid

Zondag, 2 oktober, 2022

Geschreven door: Eva Meijer
Artikel door: Bas Aghina

Over macht en onmacht van veelzeggende stiltes

[Recensie] Omgaan met stilte is een kunst apart die in het drukke, praatgrage Westen nog niet tot grote hoogte lijk te zijn gestegen. Gaan wij naar Azië en wij bijvoorbeeld naar de Japanse cultuur dan zien wij deze voor de omgang met stilte zelfs unieke begrippen kent. Zo betekenen haragei en sasshi respectievelijk “wederzijds begrip zonder woorden” en “het vermogen van de toeschouwer om in te kunnen schatten wat de ander nou eigenlijk wil zeggen.” Het is zelfs zo dat het succes van de politieke redenaar wordt afgemeten aan haar of zijn vermogen te zwijgen, op de juiste momenten. Iets om over na te denken, als recensent en voormalig raadslid van een middelgrote gemeente.

Het zijn dit soort gedachten die zich blijven aandienen bij het lezen van Verwar het niet met afwezigheid. Over politieke stiltes van Eva Meijer. In dit nieuwe essay verkent deze filosofe en schrijfster meer intrigerende zaken rond politiek-maatschappelijke stemmen en stiltes. En wat dat met macht en mensen kan doen.

Over politiek spreken en stilte
Wie kan en mag spreken, weet de woorden te vinden en kent de codes, heeft macht in een samenleving die gemodelleerd lijkt op Habermas’ rationeel mensbeeld van de Verlichting op zoek naar een machtsvrije deliberatieve dialoog: elkaar verstaan, begrijpen en zoveel mogelijk op basis van argumenten tot een consensus komen. Een te eenzijdig beeld van de werkelijkheid, daar tegenover staat namelijk de aggregatieve dialoog, waar retoriek, scoren de praktijk van alledag zijn en in geval van onderhandelingen, winner takes all een spelregel vormt. Niet alleen in het politiek, maatschappelijk, maar steeds ook meer in het cultureel speelveld, is de aggregatieve dialoog dominant: denk alleen al aan recensenten die sterren of ballen uitdelen voor kunst, concerten en inderdaad boeken (ahum).

In beide soorten debatten/dialogen, aldus filosoof Iris Young, kan stilte verschillende rollen spelen. Van actief silencing, zoals bijvoorbeeld het zwijgen opleggen aan lokale talen van (veelal) indiginous people – Meijer behandelt geeft het voorbeeld van de taal van de Sami (in verouderd Nederlands: Lappen) lange tijd actief verbannen in Finland, tot aan schijnbare vrijheid van ‘interne uitsluiting’ van stemmen. Dat wil zeggen: stemmen die wel gedoogd, maar niet au serieux worden genomen en dus geen politiek-maatschappelijke invloed hebben. Maar ook stilte als actief zwijgen dat soms over kan gaan in andere acties, zoals stakende kinderen.

Foodlog

Taal moet meer dan efficiënt zijn
Als wellicht de meest vertaalde essayist van het moment en vooral bekend van haar werk over dierentalen laat Eva Meijer zien respectievelijk in Stilte als uitsluiting, Stilte binnen de taal, Stilte en verzet en Stilte en verandering hoe de verhouding taal, zwijgen en stilt en ook taaldaden vol ambigue betekenissen zoals grappen, liegen werken.

In een gedegen stijl die tijdig pittig, kittig maar nooit kattig wordt – iets waar sommige auteurs over deze onderwerpen zich nog wel eens aan “bezondigen” gebruiken – behandelt Meijer rond spreken/ macht en stiltes originele inzichten van auteurs, die voor deze recensent in ieder geval nieuw zijn (dank voor hun introductie dus!). Meijer laat zien hoe stiltes en specifiek taalgebruik werken in Corona-taal, de Klimaatdebatten – het stakingsprotest van in de mainstream besluitvorming ‘stemloze’ jongere generaties wordt haarfijn geanalyseerd – #Metoo- en BLM-debatten, maar ook de vluchtelingscrisis. Duidelijk wordt hoe het niet (mogen) hebben van woorden om de eigen beleving in uit te drukken, los van de rationele argumenten, tot blijvende schades aan individuen en groepen en breuklijnen in de samenleving kan leiden. Veel is al gezegd hierover, maar een negatieve ‘eyeopener’ was voor mij: in taalcursussen aan inburgeraars worden geen gevoelswoorden geleerd in het Nederlands, aldus haar collega Manon Uphoff, die deze lessen gaf. Meijer schrijft: ‘Het moest gaan om praktische taal, handzame taal, woorden voor de bakker en de sollicitatiebrief, niet om te missen, de onvrede of boosheid, het verloren voelen, niet de kleine dagelijkse vreugde. (…) Als taal alleen efficiënt is raakt iemands zelf verloren.’

Stilte kan ook andere dimensies aannemen: de stilte in taal – en cultuur breder – vindt ook plaats als het gaat om liefde en dood. Of om dat wat zich buiten de grenzen van onze begrippen, maar nog net bevindt in de ademtocht van poëtische taal.

Bekende en minder bekende stemmen
Niet voor niets horen wij ook de stemmen van veel vrouwelijke auteurs als Gayatri Chakravorty Spivak bijvoorbeeld over het probleem van spreken voor anderen, die niet kunnen spreken, ondanks hun woorden omdat ze niet gehoord worden en/of de spelregels niet kunnen beïnvloeden. In onze multimediale, representatieve democratie een aanzienlijk probleem. Hannah Arendt en Jane Mansbridge komen langs, net als Aristoteles, Kierkegaard, Heidegger, Lyotard en de Chinese filosofische traditie van het Taoïsme. Opvallend stil – ik verwar ze nog niet met afwezig zijn – waren een paar tussenliggende stemmen van bijvoorbeeld Foucault over macht en taal en Wittgenstein. Weliswaar wordt de laatste aangehaald met ‘De grenzen van mijn taal zijn de grenzen van mijn wereld’, maar hij is toch vooral de filosoof die op het einde van zijn eerste hoofdwerk de Tractatus Logico-Philosphicus na het laatste aforisme “Wovon man nicht sprechen kann, darüber muss man schweigen” een lange tijd de daad bij het woord voegde. Onder andere ontwierp hij een huis voor zijn zuster, om daarna toch weer te gaan schrijven, meer verkennend, minder stellig (een leerzame stilte?).

Stiltes net als stemmen herkennen
De ideologisch-tektonische platen zijn fors aan het schuiven. Politiek-bestuurlijke, sociaaleconomische en culturele structuren schudden regelmatig op hun grondvesten, verbanden staan onder hoogspanning. Goed, beschaafder dan voorheen elkaars ‘blinde vlekken’ en kwetsbare kanten beschermen en versterken op een aarde die zucht onder duizenden jaren menselijke daadkracht, lijkt de opdracht van politiek, bestuur en burgers. Ieder die de politiek-maatschappelijke debatten hierover serieus neemt en achter, tussen of onder de huidige kakafonie ook andere patronen wil ontwaren. Stillere, voorzichtere, menswaardigere – wellicht – of tenminste meer uitgebalanceerde, zou Verwar het niet met afwezigheid. Over politieke stiltes met voorrang moeten lezen. Meijer duidt het huidige spreken en zwijgen kundig, genuanceerd en betrokken.

De stem van Meijer?
Door de goed gedocumenteerde aanpak, bekruipt je soms wél het gevoel: waar is de stem van Eva Meijer zelf in dit geheel? Haar dienstbaarheid aan goede of in ieder geval waardevolle/interessante ideeën van anderen is lovenswaardig, alleen lijkt de auteur zelf hierdoor te zwijgen. Wie goed leest, ziet wel degelijk haar eigen stempel op de richting van dit gesprek:

“Het is moeilijk om te denken over wat er niet is, en soms is stilte afwezigheid. Stilte is geheimzinnig en onbekend. Maar juist door die onbekendheid kan stilte een belofte inhouden. Wat nu stil is, kan tot ons gaan spreken. Wie stil is en luistert zal nieuwe dingen horen. In de toekomst, die stil en onkenbaar is, ligt het nieuwe besloten. Stilte is dus ook verbonden met mogelijkheid en verandering, en met hoop.”

(Zelf)kritiek
Zelfs uiteenzettingen die wellicht nieuwe kost zijn (dierentalen?) zijn prettig en leerzaam leesbaar door de uitgebalanceerde toon. En laten wij ook onze klassiekers niet vergeten: vanaf de Middeleeuwen – en in aantal niet-Westerse culturen nog steeds – wordt gesproken over Het Boek der Natuur als andere een bron voor ware – empirische en levensbeschouwelijke – kennis over doel, zin en betekenis van de wereld en de levende wezens, even belangrijk als de Bijbel en/of de Koran en inzichten/geschriften van andere grote religies en levensbeschouwingen. Nu ik de vorige zin teruglees: wellicht mist het heilige… een onderwerp dat zich in dit essay nog in stilzwijgen hult. Maar misschien moet ik mijn sasshi, mijn vermogen om in te kunnen schatten wat het zwijgen van de auteur van De grenzen van mijn taal hierover nou eigenlijk wil zeggen, beter trainen. Wacht, in de laatste voetnoot – de zacht-sprekende tekstrand – lees ik: “Uit stilte ontstaat ook poëzie: de vorm van taal die het meest recht doet aan de kern van wat hij [Heidegger, red.] ‘Dasein’ noemt.” Tja, dit is wel de duistere, dubieuze denker uit het Zwarte Woud. Anderzijds: stilte kan ook dergelijke geheimen verbergen.

Voor het eerst gepubliceerd op Bazarow