"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Afscheid van de handkus

Dinsdag, 4 juli, 2023

Geschreven door: Benno Barnard
Artikel door: Quis leget haec?

Dagboekaantekeningen plus een roman

[Recensie] Afscheid van de handkus van Benno Barnard is deel drie van zijn dagboeken en loopt van juli 2019 tot en met januari 2022. Een goed deel van dit boek, 341 pagina’s wordt hierdoor in beslag genomen. Het laatste deel, t/m pagina 459, bevat een korte roman met de titel Afscheid van de handkus.

Over de inhoud van zijn dagboeken is redelijk voort te borduren op de vorige twee delen. Hij woont nog met zijn vrouw Joy in Brede in Sussex, Engeland en zijn zoon Christopher woont en werkt in de Verenigde Staten. Hij heeft er zich eerst verloofd en we maken er ook zijn bruiloft mee. Overigens vind ik die ontboezemingen over zijn privé-leven nog de minst interessante delen van zijn verhaal, zeker wanneer we ook nog mee naar de uroloog moeten;

“Gisteren moest ik vanwege mijn opstandige prostaat een biopsie ondergaan in Eastbourne. Ik laat u ongaarne toe tot mijn onderbroek , maar ik moet het noteren omdat de situatie zo theatraal was.”

Alledaagse wereld
Dat viel nogal mee, maar dan heeft u ook een proeve van de alledaagse wereld van de heer Barnard. Ik smul wel echt van zijn gedachten over de literatuur of wat hij opschrijft als hij aan het lezen is;

Boekenkrant

“Een klein papierkleurig motje landt op pagina 137 van Everything Is Illuminated (een boek waar ik te lang over doe); de rand van zijn vleugeltjes is versierd met donkere streepjes, die op Hebreeuwse kwadraatletters lijken, alsof een miniem stukje Talmoed vleugels heeft gekregen en verzelfstandigd naar Foers roman is overgevlogen. Ik pak een vergrootglas. Ik tuur. Er staat: alles moet blijven zoals het nooit geweest is.”

Proustiaans vergrootglas
Zo begint hij ook aan het magnum opus van Proust, maar dat kan zijn goedkeuring veel minder wegdragen. Te veel onnodige details, een Proustiaans vergrootglas boven elke stamper en elke meeldraad in plaats van dat een meidoorn gewoon in vrede wat bloemen produceert. Na deel één gelooft hij het wel. Ik niet, ik vond het wel mooi (want ik las ooit De kant van Swann) en ik ga de complete Proust bij leven en welzijn nog eens tot mij nemen.

Overigens heb ik ook De Toverberg van Thomas Mann nog te lezen liggen en ook dat schaart Barnard onder humorloos proza. Gelukkig hoef ik niet direct wakker te liggen van zijn mening want hij houdt ook niet van de muziek van Johann Sebastian Bach (behalve diens cantates) en ook die heb ik heel hoog zitten. Maar, hij schrijft wel erg fijn over al die zaken waar hij niet van houdt dus van mij mag hij.

Een dagboek brengt onlosmakelijk ook wat versnipperde belevenissen en gedachten met zich mee. Zo heeft Barnard het over zijn voor moord veroordeelde achterneef, over zijn verzameling Engelse kinderboeken, over de euthanasie van de bevriende dichter Koenraad Goudeseune en over de benoeming van een nieuwe dominee in het dorp. Zij maken overigens kennis met die dominee en zijn vrouw die Anna heet, net als de overleden dochter van Barnard. Het toeval wil dat de domineesvrouw een etnische Indische is, net als hun adoptiedochter die begraven ligt naast het huis van het domineesechtpaar;

“‘Ik zal haar graf zoeken.’…
‘Op de steen staat Anna Vandana. Ze kwam bij ons als Vandana en wij hebben daar Anna aan toegevoegd. Anna Vandana Barnard. Zeven a’s.’…de domineesvouw Anna slaat haar hand voor haar mond. Haar schouders beginnen te schokken als in een negentiende-eeuwse roman. ‘Dat is mijn naam…’ zegt ze tenslotte.”

Sterk staaltje toeval
Een mooi stuk in het dagboek en een sterk staaltje toeval. Zelf heb ik bijzonder weinig met Engeland (ik ben er zefs nog nooit geweest) maar die Barnard krijgt het wel voor elkaar dat ik nu denk dat ik er toch nodig eens een keer moet gaan kijken en dat is dan weer een verdienste.

De roman achter in het boek is een soort verlengde van het dagboek. Barnard geeft aan dat het idee ontstond door de ontmoeting met een antiquaar die hem een familiegeschiedenis liet lezen. Het brengt de verteller naar Belgrado en het zou gaan om een nagelaten geschrift van Gavrilo Princip, de moordenaar van aartshertog Frans Ferdinand van Oostenrijk en zijn vrouw. In het verhaal zijn echo’s uit zijn dagboekaantekeningen te lezen en het is een mooi, klein verhaal.

Verder hoop ik dat Benno Barnard doorgaat met zijn dagboeken, ik zal ze zeker weer gaan lezen want ze bevallen mij bijzonder goed.

Eerder verschenen op Quis leget haec?

Boeken van deze Auteur: