"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Op Pieterpad

Zaterdag, 29 april, 2023

Geschreven door: Wim Huijser
Artikel door: Rijkert Knoppers

Een nieuw avontuur van Maarten en Nicolien

[Recensie] Daar zijn ze weer: Maarten en Nicolien. We kennen ze natuurlijk uit de romans van J. J. Voskuil (1926-2008), maar recentelijk speelde het duo ook een rol in het boek van Wim Huijser Aan de wandel (hier besproken op 30 augustus 2022). En dan nu, in dit nieuwe boek, zijn ze opnieuw op pad gegaan, en wel op het Pieterpad. De klassieke wandeltocht loopt van Pieterburen in het uiterste noorden van Groningen naar de Sint-Pietersberg bij Maastricht, een afstand van bijna 500 km. Voor dit echtpaar een enigszins moeizame klus, want een van de twee – Maarten – is op voorhand niet erg gemotiveerd om deze Lange Afstandswandeling (LAW) te gaan afleggen, hij ziet het meer als een verplichting. Over het voorstel van Nicolien om onderweg nog extra uitstapjes te maken is hij helemaal niet te spreken. “Als we dan zo nodig het Pieterpad moeten lopen, dan lopen we het ook volgens het boekje,” zegt hij, terwijl hij de wandelgids dreigend omhoog houdt. 

Kissebissen
En daar gaan ze, het tweetal, terwijl ze, net als tijdens de wandelingen in het vorige boek van Huijser, aan een stuk door aan het kissebissen zijn. Zo krijgt Maarten het op een gegeven moment warm, en doet hij op advies van Nicolien de rits van zijn jas verder open. Maar je zou de rits ook vanaf de onderkant omhoog kunnen doen, adviseert zij vervolgens, maar dat is volgens Maarten geen gezicht. “Tjonge wat ben jij eigenwijs,” aldus het antwoord van Nicolien. “Iedereen heeft recht op zijn eigen eigenwijsheid,” zo antwoordt Maarten. Uiteindelijk trekt hij zijn jas uit, vouwt deze op en stopt hem in zijn rugzak. Maar ook die handeling kan niet op de goedkeuring van zijn geliefde rekenen, want hij heeft zijn jas volgens haar niet netjes genoeg opgevouwen. 
Dit is een van de zoveelste kleine aanvaringen tussen die twee. Wanneer Maarten op gegeven moment een deel van de route wil overslaan, omdat dat een lang kaal stuk langs de Maas betreft, krijgt hij opnieuw de wind van voren. “Op zo’n moment verlies je toch de continuïteit,” aldus Nicolien, terwijl ze vraagt of hij werkelijk zo’n vrijbuiter is, die de route aan zijn laars lapt. “Ik voel er helemaal niets voor! We lopen dat Pieterpas in pieken en dalen, met een lach en een traan [..].”

Geneuzel
Is dit allemaal leuke leesstof? Wie het eerste boek Aan de wandel niet heeft gelezen, kan misschien nog gecharmeerd raken van dit soort geneuzel, maar om hetzelfde gemier uit dat eerste boek nog eens opnieuw mee te maken is wat veel van het goede. Een interessante wending zou zijn dat hun relatie inmiddels op springen zou staan, wat niet verwonderlijk zou zijn, of dat er op de een of andere manier een andere dramatische gebeurtenis zou plaatsvinden. Dat zou extra boeiend kunnen zijn, maar het blijft veel van hetzelfde. 
Voor de lezers die dit boek gaan gebruiken als routegids is het wel nuttig dat er telkens verwijzingen naar bezienswaardigheden naar voren komen. Zo maken de twee wandelaars de lezer attent op een plaquette Baak, dat te midden van hunebedden is aangebracht. Verderop lezen dat er in Dalerveen het enige en laatste café op de route tussen Sleen en Coevorden te vinden is, terwijl het ook aardig is om te weten waar het beeld De Drie Podagristen in Coevorden te vinden is. Het is informatie, die ook in de officiële wandelbrochures van uitgeverij Nivon te vinden is, maar voor degenen die hier niet over beschikken en alleen via de wit-rode markeringen wandelen kan dit een zinvolle aanvulling zijn.  

Boekenkrant

Voor het eerst gepubliceerd op Bazarow