"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Orakel

Woensdag, 19 januari, 2022

Geschreven door: Thomas Olde Heuvelt
Artikel door: Johan Klein Haneveld

Kosmische horror met een Nederlands tintje en een zilte nasmaak

[Recensie] Heel wat recensenten vergelijken Thomas Olde Heuvelt met Stephen King, maar in dit verhaal toont hij ook duidelijk invloed van H.P. Lovecraft. Ook bij Lovecraft is er een oude macht op de bodem van de zee, die sluimert maar niet sterft en die degenen die hem waarnemen het verstand ontneemt. In dit boek is die macht de zee zelf. Een geweldige vondst – en achteraf natuurlijk logisch, maar dat geldt voor meer briljante ideeën. De zee laten figureren als inspiratie voor ‘kosmische horror’ is eigenlijk logisch. Want de zee tart ook ons bevattingsvermogen. De zee kunnen we ook niet begrijpen. Het is geen wonder dat de bijbel de chaosmachten verbond met de oceanen, en dat volgens Openbaring op de nieuwe aarde “de zee niet meer zal zijn”. Om dan vervolgens een verbinding te leggen met de strijd van de Nederlanders tegen de zee (de bewoners van het prehistorische Doggerland, de Nederlandse zeevaarders die de oceanen overstaken, de Deltawerken) biedt een goede basis voor horror. Bij de strijd van Nederland tegen het water zijn talloze doden gevallen. Waren dat offers aan de macht van de zee? Wat staat er tegenover die onbeheersbare, ongrijpbare kracht van de zee? De Nederlandse onverzettelijkheid? Ons pal staan tegen het water? En kleeft er tegelijk niet ook een zwart randje aan de Nederlandse zucht naar beheersing? De rol die onze scheepvaart speelde in de slavenhandel bijvoorbeeld, waarbij regelmatig slaven overboord werden gezet, of het van oorsprong Nederlandse Shell dat met het produceren van fossiele brandstoffen een rol speelt in de klimaatproblematiek. Niet voor niets speelt een deel van het verhaal zich af op een productieplatform (booreiland). De symboliek is duidelijk. Ook de connectie met mammoeten (al uitgestorven) en olifanten (bedreigd). Maakt de mens zelf misschien een einde aan die kwaliteiten die hij nodig heeft om zich te weren tegen de chaosmachten van de zee? Fascinerende thematiek alom.

Het is duidelijk dat Olde Heuvelt veel en goede research heeft gedaan. (Soms zelfs teveel vond ik – de jeugdtaal was zo doorgevoerd dat ik vrees dat dit boek over vijf jaar alweer door de tijd zal zijn ingehaald). De omstandigheden op het booreiland, maar ook het achttiende-eeuwse schip, waren geloofwaardig. Olde Heuvelt kan erg sfeervolle beschrijvingen uit zijn pen doen vloeien. Vooral die waarmee het boek opent, met de tollende bel in de bollenvelden, de mensen die verdwijnen… Later neemt actie het over en de effecten van bijvoorbeeld een vreemde alg kwamen mij in vergelijking wat gewoontjes over met de creepy atmosfeer van het begin. Zijn vergelijkingen zijn ook steeds goed getroffen en zijn karakters zijn ook in hun dialogen goed van elkaar te onderscheiden, met elk een eigen stem. Dit is het eerste boek dat ik van Olde Heuvelt heb gelezen en het was een prima kennismaking. Als ik ook nog eens lees dat hij pas in februari 2020 begon met schrijven ben ik helemaal onder de indruk.

Thomas is natuurlijk een van de bekendste Nederlandse schrijvers van genreliteratuur. Ikzelf schrijf ook – SF, fantasy en horror – en ben (zal ik maar eerlijk toegeven) soms wel jaloers op zijn succes. Hij staat op een voetstuk als voorbeeld van wat in theorie haalbaar is voor een Nederlandse auteur, maar in praktijk nog steeds vrijwel onbereikbaar. Dat maakt wellicht dat ik het boek met een kritisch oog heb gelezen. Misschien te kritisch. Maar buiten het feit dat ik de auteur op punten wat te gretig zag strooien met zijn kennis (dat tieners TikTok-dansjes filmen hoefde ik niet twintig keer te lezen) was er nog iets anders waardoor ik besloot aan dit boek vier sterren te geven in plaats van vijf. Het einde viel namelijk conceptueel tegen en bood me niet het denouement waarop ik had gehoopt gezien het begin van het verhaal. Wat bedoel ik? Nou, het verhaal begint met een geweldig origineel idee: een oud schip ligt op een dag in een bollenveld en iedereen die binnenin wil gaan kijken verdwijnt schijnbaar in het niets. Ondertussen luidt er een bel. Enorm creepy. Er wordt gespeculeerd over afwijkingen in de tijdruimte. Maar hoe het schip op die plek is terechtgekomen, waarom de macht die erachter zat voor deze manier heeft gekozen om mensen te laten verdwijnen, wat de betekenis is van de bel – daar kwam ik als lezer niet achter. Uiteindelijk blijkt er iets mensen te kunnen overnemen – er waren veel simpelere manieren denkbaar om dat in het lichaam van mensen te krijgen. De slotconfrontatie was in bovennatuurlijk oogpunt veel simpeler (‘de goeden tegen de slechten’) en speelde zich bovendien af op een niet bovennatuurlijke locatie. Er waren wel verbanden tussen de verschillende elementen (de mammoet, het schip, het booreiland), maar ik kreeg niet de antwoorden waarop ik hoopte. Misschien had ik die niet moeten verwachten – het is juist het enge van het bovennatuurlijke dat het niet te verklaren is. Het ongrijpbare ervan is de essentie. Maar dan had ik zelf als auteur het meest bizarre, het meest ongrijpbare, het meest ‘wereldbeeld op zijn kop zettende’ element aan het einde van het verhaal neergezet. Het is toch de omgekeerde wereld als het beeld van het begin van het boek het meest memorabele is, en het einde je niet werkelijk bijblijft. Ik zal de bel waar het mee begon in elk geval lang blijven horen luiden…

Nederlandse Natuurkundige Vereniging

Eerder verschenen op Hebban