"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Schiphol Blues

Zaterdag, 16 januari, 2010

Geschreven door: Bart Chabot
Artikel door: Kasper Nijsen

Pierre Wind bij Oprah Winfrey

Tijdens een nachtelijk bezoekje aan zijn vriend Pierre Wind schrikt Bart Chabot zich dood: hij ziet een enorme rat onder de kast schieten. Na een heldhaftige strijd, waarbij Chabot zich Ivanhoe waant en minutenlang met een trapleer op het beest inhakt, blijkt het echter toch niet om een rat te gaan. Ten overstaan van de gehele familie Wind wordt vervolgens ‘Joekel’, het pasgekochte hondje van Pierre’s kinderen, hevig bloedend onder de kast vandaan gesleept. In zijn nieuwe verhalenbundel mikt Chabot op een slapstickachtig soort humor dat in literatuur niet veel voorkomt, en hij treft daarbij verrassend vaak doel.

Schiphol Blues bevat elf korte verhalen en één novelle. In de korte verhalen vertelt Chabot een aantal anekdotes over zijn leven, bijvoorbeeld over zijn ruzies met een onvriendelijke serveerster en een al even ergerlijke betaalautomaat. Veel van de verhalen lees je als columns, of blogs, en ze zijn veelal niet meer dan vijf pagina’s lang. Mede door hun beperkte omvang stijgen ze helaas geen van alle boven het anekdotische uit. Chabot slaagt er nergens in de gebeurtenissen naar een hoger niveau te tillen en weet uiteindelijk slechts zijn eigen irritatie over te brengen. Het gevolg is een weinig bevredigend begin van de bundel.

Gelukkig zijn de korte verhalen niet meer dan een voorafje: hoofdgerecht van Schiphol Blues is de novelle ‘Cock Fart’, die tweederde van de bundel in beslag neemt. Hierin doet Chabot verslag van zijn pogingen om samen met Pierre Wind, bekend van zijn altijd actieve aanwezigheid als televisiekok, het Nederlandse fastfoodland te verkennen. Dit leidde eerder al tot Patatje Oorlog: Het Grote Junkfoodboek, waarin de verschillende snackbar(keten)s op hun merites beoordeeld worden. ‘Cock Fart’ biedt een kijkje achter de schermen bij het maken van dit boek, al is van een waarheidsgetrouw relaas nooit sprake.

Het verhaal is duidelijk bedoeld als komedie. De humor is hierbij niet altijd even subtiel, maar vaak wel erg effectief. Chabot schrijft in een snel en humoristisch proza, en van politieke correctheid is weinig sprake. Zo verandert een snackbarmedewerker, eerst nog beschreven als een ‘man van Noord-Afrikaanse origine’ en ‘de rechtmatige eigenaar van een Egyptisch paspoort’, gedurende het bezoek aan de snackbar al gauw in een ‘Egyptische ex-bazaarkraamhouder’. Even later wordt hij zelfs beschreven als een ‘gemankeerde vliegende tapijtenhouder’ die bovendien net vanachter ‘zijn piramidetje en zijn dromedaris’ tevoorschijn geslopen is. Minder geslaagd, want al snel eentonig, is de terugkerende neiging van Pierre Wind om alle snacks die hij enthousiast naar binnen werkt meteen met evenveel bezieling als muur- of plafondversiering er weer uit te gooien.

Boekenkrant

Behalve in individuele gebeurtenissen en beschrijvingen, zit de humor van ‘Cock Fart’ vooral in het samenspel tussen de twee hoofdrolspelers. De schrijver zet zichzelf neer als een grenzeloze en immer optimistische megalomaan (‘de wet geldt niet voor mij’), en de wat angstvallige huisvader Pierre Wind biedt ideaal tegenwicht. Zo is de titel van de novelle de artiestennaam waarmee de televisiekok het volgens Chabot helemaal gaat maken in Amerika. Het enige wat Pierre echter uitbrengt nadat hij een uitvoerig toekomstperspectief voorgeschoteld heeft gekregen, inclusief bezoek aan Oprah Winfrey, is:

‘Bart… Als je er geen overwegende bezwaren tegen hebt… Zou je mij dan naar huis willen brengen? Ik bedoel, je bent een wereldgozer, en ik zou nog uren naar je kunnen luisteren… maar, Bart, het is laat, ik ben moe, erg moe, het is een lange dag geweest en… en Renate en de kinderen, die wachten op me’.

Door het hele verhaal komt de absurditeit van Chabots overdreven gedrag goed naar voren, juist door de timide reacties van zijn handlanger Pierre Wind, die vooral erg moe wordt van zijn vriend.

Het moge duidelijk zijn: wie houdt van fijngevoelige literatuur heeft bij Schiphol Blues weinig te zoeken. Dit is echter geen reden om de bundel als geheel af te schrijven. Hoewel de korte verhalen even snel, goedkoop en onbevredigend zijn als de snacks die door Pierre Wind in grote hoeveelheden naar binnen gewerkt worden, is het centrale verhaal een dappere en vaak succesvolle poging tot slapstick. Met ‘Cock Fart’ biedt Schiphol Blues 130 pagina’s geslaagd komisch proza, voor wie zijn pretenties en ‘goede smaak’ één keertje thuis durft te laten.

Verscheen eerder op Recensieweb


Laat hier je reactie achter:

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Alleen inhoudelijke reacties die gaan over het besproken boek en/of de recensie worden geplaatst.