"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Volledige werken van W.F. Hermans deel 6

Dinsdag, 9 mei, 2023

Geschreven door: Willem Frederik Hermans
Artikel door: Quis leget haec?

Taal om van de houden

[Recensie] Volledige werken van W.F. Hermans deel 6 bevat zijn romans Een heilige van de horlogerie, Au pair, Madelon in de mist van het schimmenrijk en Ruisend gruis. Madelon is het Boekenweekgeschenk dat Hermans schreef voor de Boekenweek 1993 en Ruisend gruis is zijn laatste roman, die postuum verscheen in september 1995 (Hermans overleed op 27 april 1995).

De boeken van Hermans zijn altijd een plezier om te lezen en deze romans vormen daar geen uitzondering op. Bij elkaar is dit deel, inclusief de toelichting op het ontstaan en de ontvangst van de romans 960 pagina’s dik maar het leest allemaal vlot achter elkaar door.

Verzameling klokken
Een heilige van de horlogerie is het verhaal van Constantin Brueghel. Die heeft niet de meest ingewikkelde professie, hij windt klokken op. Wel een beetje veel klokken. Het is een verzameling van 1.473 klokken die allemaal in een paleis hangen, ooit bij elkaar verzameld door een hertog. Bij zijn verscheiden liet de hertog bepalen dat het paleis aan de gemeente toevalt, als de klokken maar blijven lopen en er niets gewijzigd wordt.

Constantin neemt zijn taak uiterst serieus. Om niet gek te worden van al dat getik dienen alle klokken zoveel mogelijk gelijk te lopen en te slaan. Oponthoud in het schema is funest;

Boekenkrant

“Als ik een dag te laat zou komen, zouden ze blijven stilstaan, moest ik onderzoeken of dit alleen te wijten was aan te laat opwinden, dan wel of het nog andere oorzaken had. Zou ik dus na haar opgewonden te hebben, minstens een kwartier bij die ene klok moeten blijven, om af te wachten of zij lopen bleef. Nog meer tijdverlies. Maar dat niet alleen: de heiligste wet van het paleis, dat de klokken lopen bleven, alle 1473, was op die manier dan geschonden.”

Geen sinecure dus. Het is geen bijzondere collectie, maar de grote klok op zolder is een bijzondere. Als die zou vallen (de klepel gaat zelfs door een gat in de vloer) zou het hele gebouw instorten. Liefdevolle aandacht is geboden. Daarbij zijn de gereedschappen in zijn tas van nijlpaardenleer onontbeerlijk en u begrijpt de consternatie als die tas gestolen wordt.

Feest van de langste dag
Daarbij komt ook de relatie tot de nieuwe ambtenares Louise. Er zijn drie gemeentelijke kantoren in het paleis en Louise verstopt een boodschap voor Constantin in één van de klokken. Louise lijkt een dubbelgangster van de door Constantin bewonderde actrice Louise Brooks uit begin 20e eeuw. Ook is hij bezig met het klokkenconcert op het Feest van de Langste Dag. Hier moet hij alle klokken zo afstellen dat ze om middernacht een vijf minuten durend concert geven. Weet u nog, het gebouw dat in kan storten door die grote klok? Of dat gebeurt, verklap ik hier niet, maar iets van een noodlot hangt er natuurlijk wel in de lucht. Het is een vermakelijk verhaal van zo’n 180 pagina’s.

Parijs
Au pair is een langere roman en gaat over de Paulina, een jongedame van 1.92 met vrij grote oren die als au pair in Parijs wil gaan werken. Na een valse start bij een advocatengezin komt ze terecht bij een rijke generaal die haar in eerste instantie overlaadt met gulle giften. Ze gelooft niet wat haar overkomt, maar goedbeschouwd is het haar een beetje voorspeld in een opmerkelijke passage waarin Hermans zichzelf ineens in het verhaal schrijft;

“Liep de niet zo jonge meneer tegen wie zij opbotste misschien ook te fantaseren over een beter leven?… Het was een man met een gladgeschoren gezicht en grijs, achterovergekamd haar. Hij droeg een bril in hoornen montuur en leek op iemand die zij eerder gezien had, maar dit laatste wist zij niet zeker… Hij lachte nu opeens met zijn mond wijd open en ze kon moeilijk wat anders geloven dan dat hij haar voor de gek hield, toen hij haar verzekerde: ‘Van dit ogenblik af zullen een heleboel dingen beter gaan. Ik heb het beste met je voor.’”

In grote lijnen klopt dit. Ze wordt verwend door de generaal en zijn zoons en gaat voor het gezin op reis om een koffer in Luxemburg af te geven. Die bevat geld dat door de generaal bewaard is voor een Joodse man en dat hij wil schenken aan een liefdadigheidsinstelling. Toch loopt het net allemaal even anders en het is een feest om te lezen.

Het leuke aan dit verhaal is dat er talloze zaken flink fout zouden kunnen lopen, maar dat dit niet gebeurt. Ik gaf dat ook aan in mijn vorige bespreking, dat leest best prettig. De koffer wordt zonder grote tegenslagen afgeleverd.

Eigenzinnig taalgebruik
Het eigenzinnige taalgebruik van Hermans is om van te houden, iets dat hij zelf graag in stand hield, getuige de pogingen tot verbetering in een commentaar op zijn manuscript. Zo verbeterde Gerry Bruil de zin ‘Ze liep naar het raam, schoof het verflenste gordijn zo ver mogelijk opzij en trok het raam open.’ Ze tekende aan;

“[…] verflenst door mij veranderd in verfletst. Verflensen alleen van bloemen.’ Opnieuw toont Hermans zich eigenzinnig. Hij maakt de correctie ongedaan en schrijft er als toelichting bij: ‘Ik breid het tot gordijnen uit.”

Madelon in de mist van het schimmenrijk. ‘Fragmenten uit het oorlogsdagboek van de student Karel R.’ voert ene Karel Rotteveel op als verzetsstrijder. Het werk kent autobiografische aspecten want Hermans ontleende inspiratie uit een liefdesaffaire die hij in 1943/1944 onderhield met Gertruda Comes.

Boekenweekgeschenk
Karel heeft met Douwe een collaborerende tandarts vermoord en Douwe is daarvoor geëxecuteerd. Met Michiel wil Karel een zender bouwen om berichten naar Engeland te versturen, maar daarvoor hebben ze iemand nodig die het morse-alfabet kent. Karel begint daarop een verhouding met de telegrafiste Madelon, die eigenlijk al verloofd is met Tjeu. Madelon glijdt aardig af, Karel schiet nog een Duitser neer en raakt daarbij zelf gewond en zal het niet lang meer maken. Al met al een prima boekenweekgeschenk dat Hermans vanuit zijn nooit-gepubliceerde roman Argeloze terreur heeft omgewerkt.

Tenslotte is Ruisend gruis een nogal fantastisch verhaal dat zich in het Groningse academische milieu afspeelt. Daar heeft Hermans al eerder met succes over geschreven en qua romans is de cirkel zo mooi rond.

Professor in de mineralogie Fahrenkrog koopt een huis en zoals altijd bij een verhuizing boort hij een gat om zijn kwetsbare barometer te kunnen ophangen. Dat verloopt niet helemaal volgens plan;

“Uit het gaatje dat hij had geboord kwam namelijk in een grote boog een dunne, maar krachtige straal wit poeder tevoorschijn. Naïef poogde hij de opening dicht te houden met zijn duim. Het is de vraag of zelfs een reus in staat geweest zou zijn om de kracht waarmee het poeder wegspoot te weerstaan.”

Dat klinkt als slecht nieuws en dat is het ook. De collega van Fahrenkrog, Birra, is met zijn studenten aan het rondrijden in een busje terwijl hij uitleg geeft over het raadselachtige poeder dat zich onder de grond bevindt, maar terwijl hij dat doet, scheurt het asfalt waarop ze rijden en Birra had beter niet kunnen uitstappen, maar u begrijpt, dat doet hij wel.

“Dan komt de dochter van Fahrenkrog thuis, Lievestro genaamd. Zij doet mee aan de hype van die tijd en heeft een handplant meegenomen. Een plant, die zich met de wortels in de handpalm vastzet. Als zij ook haar vader nog moet redden van het ruisend gruis is dat teveel van het goede. Een potsierlijk verhaal maar ik vond ook dit prachtig om te lezen. Daar was niet iedereen het mee eens en de toelichtingen op iedere roman achter in het boek laten eigenlijk steeds hetzelfde patroon zien. Iedere roman ontvangt positieve én negatieve kritieken van gerenommeerde recensenten. Trekt u zich daar niets van aan en ga het vooral zelf lezen, Hermans blijft voor mij zeer de moeite waard.”

Eerder verschenen op Quis leget haec?