"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

We waren zo heerlijk jong: Duitse herinneringen

Vrijdag, 13 juli, 2018

Geschreven door: Armando
Artikel door: Jannie Trouwborst

Armando, de veelzijdige kunstenaar

[Blog] Enkele weken geleden overleed Armando. Zijn jeugd bracht hij, net als ik, door in Amersfoort. Wij woonden niet ver van Kamp Amersfoort, maar dat was pas nadat het een indrukwekkende herdenkingsplek was geworden. Armando zag van dichtbij wat er in de oorlog in het concentratiekamp gebeurde.

Armando, geboren als Herman Dirk van Dodeweerd (Amsterdam, 18 september 1929 – Potsdam, 1 juli 2018), was een Nederlandse kunstschilder, beeldhouwer, dichter, schrijver, violist, acteur, journalist, film-, televisie- en theatermaker. Zelf zag hij zijn werk als ‘Gesamtkunstwerk’, waarvoor zijn ervaringen uit de Tweede Wereldoorlog in de omgeving van Kamp Amersfoort de basis vormden.

Ik vermoed dat het schilderij van Armando op de omslag van het boek de hekken van concentratiekamp Amersfoort verbeeldt. Een plek waaraan hij traumatische jeugdherinneringen bewaart. Armando heeft onze taal verrijkt met een sterke uitdrukking: schuldig landschap. Die uitdrukking is in de jaren zeventig door hem geïntroduceerd ter aanduiding van een (lieflijk of fraai ogend) landschap waar zich in het verleden niettemin vreselijke gebeurtenissen hebben voltrokken. Een schuldig landschap zou je dus kunnen typeren als een landschap dat het verleden met zich mee torst. Zoals Kamp Amersfoort en omgeving.

Boekenkrant

We waren zo heerlijk jong: Duitse herinneringen

Op de achterkant: Gedurende de twintig jaar dat Armando in Berlijn woont, heeft hij opgetekend wat mensen op straat en in de huiskamer over zichzelf en de oorlog vertellen. Hun ideeën en vooroordelen, angsten en dromen, ontboezemingen en uitvluchten heeft hij zonder commentaar opgeschreven. Ze geven hun beeld van de werkelijkheid prijs, onthullen hoe ze de oorlog hebben beleefd en verwerkt of verdrongen. NRC Handelsblad: “De werkelijkheid van het leven onder het Nazi-regime heb ik nergens zo overtuigend getekend gezien als in de observaties van Armando (…) zo levensecht omdat ze vol tegenspraak zitten, soms ook vol contrast omdat gruwelijke en lachwekkende situaties vlak naast elkaar liggen”.

Tijdens zijn verblijf in Berlijn heeft Armando Duitsers gevraagd naar hun oorlogsherinneringen. Deze herinneringen vormen een fascinerende bundel, waarin enerzijds onbenul en vooroordeel en anderzijds hevige smart, spijt of meegevoel zo dicht naast elkaar staan, dat de lezer soms met stomheid is geslagen. In de stukjes van een paar regels tot hooguit een pagina karakteriseert de spreker zichzelf totaal. Armando geeft er geen commentaar op, hij lijkt slechts te registreren. Maar de keuze van de stukjes, hun volgorde en de stijl waarin ze opgeschreven zijn maken ze minder vrijblijvend, dan ze in eerste instantie lijken. Als lezer wordt je heen en weer geslingerd tussen uitersten: humor en ontzetting, vertedering en walging, medelijden en verontwaardiging.

Ondanks de Duitse termen hier en daar in de verhalen dringt zich steeds meer het besef op, dat we hier geconfronteerd worden met universele herinneringen, met de daden, gevoelens en herinneringen van MENSEN: uit vele streken van de wereld en uit alle tijden. In al zijn eenvoud is het daardoor een hartverscheurend boek: koel geregistreerd staat alles beschreven wat mensen elkaar aan kunnen doen, met of zonder opzet, uit onwetendheid, misleiding of berekening. Maar ook de moed en de kracht die sommigen ten toon spreiden, soms tot hun eigen verbazing. Het is hoe dan ook een bundel die tot nadenken aanzet.

Man: “Ik ben leraar van beroep. Enkele jaren geleden ben ik uit een tuchthuis in de DDR door de Bondsrepubliek vrijgekocht. Ik heb daar twee jaar gezeten omdat ik mijn mond niet kon houden, ik heb openlijk kritische opmerkingen gemaakt. Nu ben ik dan leraar in het Westen. Ik moet zeggen: er is een groot verschil met de jeugd van de DDR. Ik had gedacht dat ze hier kritisch zouden zijn, maar dat zijn ze helemaal niet. Ze wauwelen elkaar allemaal na. Bovendien zijn ze frech, faul en unerzogen. Ik vind dat de jeugd hier zo weinig met z’n vrijheid doet. Soms denk ik wel eens: is dat nou alles?”

Een tijdloos document, daarom toch maar uit het archief gehaald.

Eerder verschenen op mijnboekenkast.nl

 

Boeken van deze Auteur:

We waren zo heerlijk jong. Duitse herinneringen

De haperende schepping

We waren zo heerlijk jong: Duitse herinneringen

De naam in een kamer