"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Uit de hoek 67: Oorlog in het hoofd

zondag, 26 juni 2022

Marc Schoorls brutale vrijplaats

[Column] Dat was opzienbarend nieuws, dat er een nieuw boek was van Louis-Ferdinand Céline. Eentje over oorlog nog wel en derhalve met de korte maar krachtige titel Guerre. En er is meer. Het zou gaan om vier manuscripten. Een heuse sensatie! Het is eigenlijk een prachtverhaal: de manuscripten zouden zijn gejat toen Céline op de vlucht ging nadat de Geallieerden geland waren in Normandië. Céline zat goed fout inde oorlog. Pas nadat zijn weduwe en erfgename op 107-jarige leeftijd overleed, werd het nieuws wereldkundig gemaakt. Wel was al eerder Casse-pipe verschenen, een fragment van een ander groter oorlogsverhaal dat in het Nederlands is verschenen als Kanonnevoer, inclusief een ‘Teruggevonden hoofdstuk’ en het interessante ‘Het notitieboekje van Kurassier Destouches’, dat slechts een paar bladzijden beslaat maar wel een niets verhullend inkijkje geeft in de getormenteerde ziel van ‘een ontwortelde stumper’. (“Ik heb vanuit die bodemloze leegte mijzelf en mijn innerlijk kunnen bestuderen dat je, geloof ik, slechts helemaal kunt peilen als het in heftige beroering is geweest.”)

Guerre, zo heb ik begrepen, is geschreven in 1934 geschreven, na  zijn ongeëvenaarde zwart-lyrische meesterwerk Reis naar het einde van de nacht en voor zijn tweede (maar wat mij betreft mindere) prachtroman Dood op krediet, het verhaal van zijn kinderjaren. Daarna zouden nog een hele reeks romans volgen, maar die konden me niet heel erg boeien. Rigodon kreeg ik niet eens uit.  Het waren relazen, hysterisch van toon die wellicht ook de aandacht moesten afleiden van zijn antisemitisme en andere uiterst lelijke vergissingen. Vanaf 1937 betoonde Céline zijn anti-Joodse en pro-Duitse sentimenten. Daarmee heeft hij voor mij afgedaan. Ik vond het gewoon niet interessant meer. Of eigenlijk: ik vond het afkeurenswaardig om niet te zeggen ronduit walgelijk. En hij probeerde ermee weg te komen door te roepen dat ideeën er voor hem helemaal niet toe deden, welnee, het ging om de toon, om de emotie. Maar dat riep hij pas nadat zijn ideeën waren geperverteerd. Misschien wel door alle ellende die hij overal om zich heen gezien had, maar toch. 

En ik heb dat nooit begrepen omdat de schrijver die zijn centjes verdiende als armenarts in Parijs zich vooral in zijn debuutroman De reis zo meelevend betoont met alle vertrapten en vernederden op aarde. En omdat het een anti-oorlogsroman bij uitstek is. Niemand die de waanzin van oorlog beter onder woorden heeft gebracht dan Céline in die paar hoofdstukken aan het begin van  dat boek. Hij kon erover meepraten uit eigen ervaring. En juist die ervaringen op het slagveld in België vormen de inhoud van dat nieuw verschenen boek Guerre, dat trouwens onvolledig is en maar iets van 150 pagina’s beslaat. Het schijnt om een ruwe diamant, een onuitgewerkt manuscript te gaan. In Frankrijk is het al ingeslagen als een eh… bom.

Ik las in de NRC dat “Ik heb de oorlog opgelopen in mijn hoofd” een cruciale zin in het boek. Zozeer werd Céline’s leven en werk getekend door zijn traumatische horrorervaringen in la grande guerre, de Eerste Wereldoorlog. Die is, dat kun je gerust stellen, alles bepalend geweest. Het was (volgens Modris Ekstein in zijn schitterende studie Lenteriten) het begin van de moderne tijd die daarmee staat voor de mogelijkheid tot totale vernietiging.

Boekenkrant

Ik kan het niet ontkennen. Het maakt me allemaal wel erg nieuwsgierig. Hoogste tijd om het te gaan lezen. Want het is tenslotte al in mei verschenen. Maar de oorlog die nu in onze hoofden zit, maakt dat ik me er niet toe kan zetten. Want dat is wat oorlog met je doet. En dan zitten we hier voorlopig nog veilig. Laat staan als je je er middenin bevindt. De horror, de horror. Het menselijk hart is er een vol duisternis. En de redelijkheid is rekkelijk als kauwgom. Waar is de Verlichting? Was dat soms maar schijn? Intussen brandt de zon, die koperen ploert, maar door. De profundis clamavi!

Van Marc Schoorl (Wassenaar, 1962) verschenen in onder meer De Gids, Vrij Nederland en De Groene Amsterdammer literaire artikelen en beschouwingen. De laatste tien jaar werkte hij vooral aan zijn ‘grote trilogie’ Autobiografie van een romanpersonage. Deel 1 is Zes broers en een zus dat in december 2020 verscheen. Het werd deels als feuilleton gepubliceerd op Bazarow.com.
Deel 2, Zo Vader, zo zoon, is sinds vorig jaar juli verkrijgbaar en deel 3 verschijnt binnenkort. Eind augustus 2021 verscheen Glas in lood, 100 jaar W.F. Hermans.


Column Roeland Dobbelaer: Kantelmomenten

vrijdag, 26 april 2024

Wat deed je op het moment van de Cubacrisis, de moord op JFK, tijdens de eerste landing op de maan....


Nieuws: De Grote Poëzieprijs 2024 naar Peter Verhelst voor ‘Zabriskie’

vrijdag, 26 april 2024

"Aan Zabriskie kun je je laven als aan een bron, diep verscholen in een onherbergzaam gebied: een z...


Nieuws: Lidy van Marissing herontdekt door winst Sybren Poletprijs

donderdag, 25 april 2024

De drie-jaarlijkse Sybren Poletprijs voor experimentele poëzie is toegekend aan schrijver en dicht...


De longlist van de Hebban Debuutprijs bekend gemaakt

donderdag, 25 april 2024

De longlist van 2024 Hebban Debuutprijs is deze week bekend gemaakt. De lijst is vijftien boeken la...