"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Recensie: Het grote gouden autoboek

Zaterdag, 30 maart, 2024

Geschreven door: Diverse Auteurs
Artikel door: Joke Zwier

Grote auto’s, kleine auto’s

Wie kent ze niet, de boekjes met een harde cover voor peuters en kleuters met de gouden band? Het eerste Nederlandse Gouden Boekje verscheen in 1953 en heette Pietepaf, het circushondje. In 2001 heeft Uitgeverij Rubinstein de rechten verkregen en brengt de Gouden Boekjes in verschillende formaten uit. Ook zijn verschillende Gouden Boekjes als luisterboek verschenen. Het grote gouden autoboek is een verzameling van vijf verschillende verhaaltjes. Het taalgebruik is geactualiseerd naar de huidige tijd en het boek is geschikt voor lezertjes vanaf vier jaar. Het bevat de volgende reeds eerder uitgegeven boekjes: De gele taxi – Grote auto’s kleine auto’s – Meneer Mooi Weer – Hoep zei de chauffeur – Het bovenzeeërtje

De gele taxi verscheen oorspronkelijk in 1946 in Amerika onder de titel The taxi that hurried. In 1955 verscheen het voor het eerst in Nederland. Het verhaaltje is geschreven door Lucy Sprague Mitchell, Irma Simonton Black en Jessie Stanton. De fraaie tekeningen zijn gemaakt door Tibor Gergely. En een leuk detail, de bewerking is van Annie M.G. Schmidt.

Het is een verhaaltje dat iedereen aanspreekt, een moeder met een zoontje dat zich moet haasten om de trein te halen die niet wacht. Ze roepen de hulp van de taxichauffeur in zijn gele taxi aan die luid toeterend zijn weg vervolgd. Het zijn typische jaren veertig illustraties, met auto’s en kleding uit die tijd die de sfeer van het verhaal uitstralen en de voorlezer en lezertjes laat genieten. Kinderen van nu zullen zich verwonderd afvragen wat kolen zijn, net als de venter met zijn handkar met kastanjes die je in het hedendaagse tijdsbeeld niet meer vindt. Als voorlezer krijg je zo de kans om dingen uit te leggen over het straatbeeld van vroegere tijden. Maar of dit kleine kinderen zal opvallen is nog maar de vraag. De afbeeldingen zijn gewoon mooi om te bekijken en overal ontdek je wel weer wat nieuws. Met cursief gedrukte woorden word je als voorlezer uitgenodigd tot het gebruiken van verschillende stemmetjes die weer een reactie van de peuter of kleuter kunnen uitlokken. Leuk gedaan!

Dagelijkse leven
Grote auto’s kleine auto’s. Het verhaaltje en de tekeningen zijn van Richard Scarry en stammen oorspronkelijk uit 1959. De vertaling is van Mascha de Vries. Per bladzijde staan één of twee korte zinnetjes die de sfeer van het dagelijks leven weergeven. Er worden verschillende soorten auto’s gebruikt zoals een open transportauto met kippen, een brandweerauto, schoolbus, de kolenwagen of een politiewagen. De bijbehorende tekeningen staan over de hele pagina en de postbode, politieagent en winkel-pompbediendes versterken de sfeer. En ook hier zullen kinderen zich verwonderen over hoe sleepauto’s of post bezorgende auto’s eruit zien.

Meneer Mooi Weer van Kathleen N.Daly uit 1964 met tekeningen van Tibor Gergely en bewerkt door Nicolaas Matsier. Het geluid van de bel van de ijscoman trekt iedereen aan, tingelingeling. Kinderen laten hun speelgoed in de steek en rennen erop af. Maar niet alleen kinderen bezwijken voor de aantrekkingskracht van het ijs met bijzondere namen. Een tafereel dat nu niet meer in het straatbeeld voorkomt. Er zit een verborgen boodschap in; er voor elkaar zijn en elkaar helpen.

Hoep zei de chauffeur is van Myriam Yardumiam uit 1950. De tekeningen zijn van Tibor Gergely en Annie M.G. Schmidt deed de vertaling. Een vrachtwagenchauffeur nodigt allerlei verschillende boerderijdieren uit om plaats te nemen in de laadbak. Als hij iemand passeert laat hij als groet, Hoep, zijn laadbak kiepen. Alle geluiden die de dieren produceren staan onder de tekening van het desbetreffende dier.

Van Het bovenzeeërtje van Paul Steenhuis is geen jaartal bekend. De tekeningen zijn van Sieb Posthuma. Dit verhaaltje gaat over een vis die tranen met tuiten huilt omdat hij nieuwsgierig is naar de wereld boven de zee. En vrienden zijn er om elkaar te helpen, zo bouwt de inktvis een soort viskom op wielen, een bovenzeeërtje. En de vis kijkt zijn ogen uit in een totaal andere wereld. Leuk in dit verhaaltje is dat de dieren onderling praten.

Het Grote Gouden Autoboek is leerzaam, leuk om te lezen of voor te lezen en wie weet wordt het wel een Collectors item met alle fraaie kleurrijke illustraties.

Leesfragment



Ook verschenen op boekencast

Archeologie Magazine